Droomproject

Het resultaat

Nu kan ik het eindelijk schrijven. Mijn droomtrui is af. En ondanks mijn twijfels ben ik er toch best tevreden mee. Ik schaam me nu een beetje dat ik er eigenlijk over getwijfeld heb. Want het resultaat mag er best zijn.

Afwerking

Vorige week had ik de losse stukken geblokt. Dus deze week stond het aan elkaar naaien en de draadjes instoppen op het programma. Voor mij is dat het minst leuke gedeelte. Maar het is natuurlijk wel essentieel om een project af te maken.

Aan elkaar naaien

Daarom brei ik het voor- en achterpand met rondbreinaalden al meteen aan elkaar. Idem met de mouwen. Dat zijn dan al 4 naden minder om dicht te naaien. En dat scheelt veel. Ik denk dat ik voor de 2 mouwen aan het lijf te naaien, maar drie kwartier tijd nodig had. Dat scheelt een hele hoop tijd en gedoe.

Er zijn natuurlijk wel modellen waarbij dat je het zo niet kan doen. Bijvoorbeeld bij motieven waar je heen en weer gaat met de draad. Want als je rondbreit zit de draad dan aan het einde van de tekening en de volgende rij heb je die weer nodig aan het begin van de tekening. Dus dat werkt niet. Of als je een specifieke pasvorm breit, waarbij de naden juist nodig hebt.

De mouwen zijn aan elkaar genaaid met de matrassteek. Hier komt de zelfkant heel goed van pas. Het maakt een mooi onderscheid tussen de eerste en tweede steek, zodat je mooi recht aan elkaar kan naaien. Je neemt telkens 2 lusjes op aan elke kant. Na een aantal steken trek je de draad dan aan, zodat alles mooi sluit.

Dit is de juiste manier om aan elkaar te naaien. Vroeger ging ik lusjes maken en dan met de stiksteek er nog eens door. Dubbel dicht naaien eigenlijk. Dat werkte prima en het was heel stevig, maar eigenlijk was het niet nodig. En waarom het moeilijk maken als het makkelijk ook kan.

Knopen

Volgens het patroon komen er 6 knopen aan de schoudernaden, in plaats van ze dicht te naaien. Eerlijk gezegd was ik dit een beetje uit het oog verloren. Snel dus nog op zoek naar 6 gelijke knopen. Maar wie zoekt die vindt. Mijn beperkt budget zorgt er soms voor dat ik wat creatiever ben in oplossingen vinden. Lang leve tweedehands.

Veel houdt het niet in. Op het achterpand werden de lusjes al meegebreid. Dus was het een kwestie van de knopen naaien op het voorpand waar de lusjes zaten op het achterpand. Ik heb dit een beetje op het zicht gedaan. En dat is goed gekomen. Maar ik vermoed dat het niet altijd zo makkelijk zal zijn.

Draadjes innaaien

Ik probeer altijd zo weinig mogelijk losse draadjes te hebben. Want als ik er al tegenop zag om de stukken aan elkaar te naaien, dan zie ik er al helemaal tegen op om draadjes in te naaien. Het is zo’n saai werkje. Maar opnieuw, het is essentieel om af te werken, dus door de zure appel bijten. Jammer genoeg had ik er een heleboel, omdat ik telkens van kleur wisselde. En dan was mijn bol ten einde, dus dan heb je ook weer die uiteinden.

Om de draadjes in te naaien, ga ik door twee (lachende) boogjes omhoog en in de volgende twee naar beneden. Na een 4tal keer herhalen, keer ik een paar keer terug op en neer. Dit zou de meest efficiëntste manier zijn om er voor te zorgen dat ze niet los komen. En het is minder zichtbaar.

Dit gaat even goed als je losse draad ergens in het midden van de rij zit. Je hoeft dus zeker niet op het einde van de rij uit te komen. Wat een verspilling van wol voorkomt. Het zijn soms de kleine beetjes die het hem doen.

Genieten

Voila, mijn trui is af. En ik ben in de wolken. Na 9 maanden is het resultaat er nu eindelijk. Maar dus een hele belangrijke om niet te vergeten. Even reflecteren op het proces en het eindresultaat.

Naar mijn gevoel is 9 maanden toch iets te lang. Tja, wat had je gedacht. Bij mij moet het vooruit gaan. Maar het denkproces dat voor het effectieve maken komt is wel een enorme houvast. Dit zal ik blijven doen, maar dan misschien wel in een verkorte versie.

Wat me vooral opviel is dat ik maar één keer opnieuw ben begonnen. En dat was omdat ik tegen beter weten in al begonnen was en ik eigenlijk had moeten wachten op de rest van de wol. Dat was een hele opluchting. Bij vorige projecten kon dat soms wel tot drie keer zijn.

Omdat ik eerder al nadacht over de kleur en soort wol die ik zou gaan gebruiken, heb ik daar niet meer over hoeven twijfelen. Dus ik was al zeker dat dat goed zat. Het neemt een enorme last van de schouders, waardoor je meer kan bezig zijn met het genieten van het maken.

En het is eens oke om te twijfelen. Maar eigenlijk is dat niet nodig. Je kan er op vertrouwen dat wat je maakt goed zal zijn. Dat zijn alvast twee dingen die ik alweer bijgeleerd heb. Naast de nieuwe technieken (ajourmotief, kleurverloop en een nieuwe boordsteek). En nog zo veel meer.

Maar waarom ik het vooral wilde doen, was om de basis van een trui maken te leren begrijpen. Ik wou er een kunnen maken zonder dat het een ramp (zoals mijn eerste trui) zou worden. En dat is zeker gelukt. En ik heb er zelfs de truimicrobe door te pakken gekregen.

Oh, ik mag het allerbelangrijkste nog niet vergeten. De trui past als gegoten. Hij sluit heel mooi aan bij de polsen en onder de oksels. Qua lengte is die ook goed. Enkel hoe de boord van het lijf valt, lijkt niet op de foto van het patroon. Maar het is daarom niet minder mooi.

Ik ga er nu nog een beetje van genieten. Tot volgende week. PS: wat vind jij er van?

Bronnen

Droomproject

De volgende stap

Eindelijk ben ik er. Joepie, de mouwen zijn af. Wat wil zeggen dat ik klaar ben met breien. Nu is er alleen nog de afwerkingsfase. Ik ben blij dat ik niet opgegeven heb, ook al was ik heel erg aan het twijfelen. Gelukkig heb ik mezelf er door gesleept. Met dank aan jouw steun. Het doet deugd om te lezen dat ik niet de enige ben die soms twijfelt.

Mouwen

Gisteren heb ik de laatste rijen van mijn mouwen gebreid in kleur EE. Het was wel wat lastig aan het worden, omdat de mouwen al zo lang waren en er meer steken op de naald staan dan in het begin. Breien met 4 bollen tegelijk is niet zo evident. Al gaat het wel, soms is het een beetje een gedoe als je werk al zo lang is.

Maar het resultaat mag er dus zijn. Twee gelijke mouwen, met aan de ene kant een rij meerderingen. Ik heb ze al even aangedaan en ze pasten. Dat is al een goed teken. Hopelijk past de rest nu ook nog.

Blokken

Maar voor dat ik helemaal klaar ben, zijn er nog een paar stappen nodig om de trui in elkaar te steken. De eerste is blokken. Dit wil zeggen: de wol nat maken en opgespannen laten drogen. Het zorgt er voor dat je een mooier resultaat krijgt. Al zijn er voor- en tegenstanders, ik heb het al een paar keer geprobeerd en het loont echt. Maar deze keer heb ik er toch wat moeite mee gehad.

Daarna zet je de stukken in elkaar en weef je alle draadjes in. Dat staat volgende week dan op de planning.

Zo doe je het

Dit is het proces. Je legt de wol in water, zodat het door en door nat is. Er mogen geen luchtbelletjes meer uit komen. Na 15-30 minuten duw je het water er uit (niet wringen!). Het helpt om wat extra water er uit te krijgen als je het even tussen een handdoek legt voor je het gaat opspannen.

Kies dan een vlakke ondergrond. Voor mij is dat de vloer. Eerst leg ik een laag plastiek, dan een handdoek. Daarop span ik dan de verschillende delen op. Het is belangrijk om de maten van je patroon er bij te houden. Want het is op die afmetingen dat je gaat opspannen (en het is daarmee dat ik deze keer moeite had). Opspannen doe ik met gewone kopspelden.

Daarna opnieuw een handdoek. Als je er gewicht op legt, best nog een laag plastiek er weer tussen. En kies ook voor een gewicht dat geen water kan opslorpen. Je wil je beste boeken hiervoor natuurlijk niet ruïneren (tenzij je ze niet meer nodig hebt). En daarna is het wachten tot alles droog is.

Problemen

Maar dus deze keer ging het niet zo goed. Waarschijnlijk omdat het werk een beetje uitgerokken is door het even verticaal vast te houden. En dan is het een heel karwei om de steken weer bij elkaar te duwen om de juiste hoogte houden. Als je dit ook voor hebt, een tip: gewoon wrijven in de richting die je wil inkorten. Als dat zowel verticaal als horizontaal is, kan je rondjes wrijven. En wat heb ik gewreven, amai. Maar het is uiteindelijk gelukt, hoor.

Het is dan ook niet gemakkelijk als je een dubbel stuk zo effen wil krijgen. Maar dat is wel nodig, want anders krijg je plooien en dan is het hele proces eigenlijk voor niets geweest. Dat wil je echt niet.

Er zat niets anders op om eerst de onderkant effen te prutsen. En daarna heb ik de bovenkant er op gelegd en die ook effen geprutst. Ik schrijf prutsen, omdat het dat ook echt was. Van al dat gewrijf kwamen er golven in mijn rijen. De ene kant van mijn rij lag veel hoger op de handdoek dan de andere kant van mijn rij. Ik hoop echt dat het goed komt.

Andere manieren

Er zijn veel verschillende manieren om te blokken. Maar dit is hoe ik het geleerd heb. Er zijn mensen die stomen. Persoonlijk ben ik daar geen fan van, want je hebt heel veel stoom nodig om de wol echt volledig nat te laten worden. En ik heb het gevoel dat je nooit helemaal zeker bent dat het goed is. En je mag er met je stoomstrijkijzer ook niet op duwen, want dan vermindert de structuur van het werk. Je wil nog steeds dat beetje veerkracht in de wol hebben.

Er zijn ook mensen die nog een speciaal product bij het water doen. Al weet ik niet goed wat het is. Het zou de structuur van de wol verbeteren. Sommigen zweren daarbij. Ik heb het dus nog niet geprobeerd. Voorlopig doet gewoon water voor mij genoeg.

En er zijn ook mensen die op een speciale ondergrond werken. Je kent waarschijnlijk wel de matten met letters of dieren, waarop kinderen graag spelen. Het is iets gelijkaardigs. En er zijn ook speciale opspan naalden die een beetje op kammetjes lijken. Daarmee zou je rechter kunnen blokken. Ik doe het op het zicht.

Nu ik zo heb zitten sukkelen op het blokken, denk ik dat ik het bij mijn volgende trui ga overslaan. Het is misschien ook eens goed om dan te kunnen vergelijken. Dan kan ik met een kritisch oog evalueren of het nu dat extra werk waard is of niet. Ben jij een voor- of tegenstander van blokken?

Bronnen

Droomproject

Misschien…

Het moment van twijfel en opgeven is eindelijk aangebroken. Het heeft lang geduurd, maar nu is het er toch. Ik ben niet meer zo zeker, dat ik echt mijn droomtrui aan het maken ben. Er zijn een paar dingen die me doen twijfelen.

Kleurovergang

In mijn hoofd waren de kleurovergangen veel effener en onzichtbaarder dan dat ik nu zie. Je hoeft zelfs niet goed te kijken, het valt onmiddellijk op. En dat stoort me echt. Het voelt aan alsof ik wel wil, maar niet kan.

Ik heb nochtans de truc van dubbele draad toegepast. Van 5 kleuren naar 9 kleuren: AA, AB, BB, BC, CC, CD, DD, DE en EE. Dat maakt de overgang tussen 2 tinten iets zachter. Maar ik vrees dat er te veel kleurverschil tussen 2 tinten zit, waardoor je het echt te goed ziet.

Vorm

Ik heb ook een beetje schrik over de vorm. Gaat alles wel goed passen als ik het aan elkaar zet? Zal de trui op zich wel passen? En hoe zullen de kleuren van de mouw werken op het voor- en achterpand? Pff, ik ben het vertrouwen een beetje kwijt.

Als ik de foto’s van twee weken geleden terug bekijk, merk ik ook dat de vorm helemaal niet trekt op die van de foto van het patroon. Ik heb wel een paar aanpassingen gedaan, maar de pasvorm heb ik wel goed gevolgd. Maar ja, een foto van het werk dat op tafel ligt, kan natuurlijk anders zijn dan als je de trui effectief aan hebt. Laten we hopen.

Goed genoeg

En dan begin ik helemaal te twijfelen. Als ik daarover al niet tevreden ben, zal de trui dan goed genoeg zijn? Want ik wil liefst iets maken en dragen waar ik trots kan op zijn. Ik wil een trui maken waarop mensen een complimentje geven. Zo iets als: “Wauw, wat een mooie trui” (en dan denken ze: ik wil die ook).

Maar het kan natuurlijk nog steeds dat mensen dat zullen zeggen. En eigenlijk verandert dat niets aan mijn standpunt. Want ik zou het zelf niet zeggen of denken. Ik zou niet trots zijn om de trui te dragen. En het is net zo belangrijk om te dragen wat je mooi vindt. Dus als ik mijn trui niet graag zie, zal ik hem dan dragen? Ik weet het niet, misschien alleen thuis…

Waarom wilde ik deze trui ook alweer maken

Maar ik ben door het konijnenhol aan het vallen. Positief blijven, hé zeg. Even terugdenken naar de start van het project. Ik heb toen goed nagedacht over waarom ik nu net deze trui wou maken. En dat kan me misschien nu wel uit mijn dipje halen.

De trui

Ik wilde de basis van een trui breien beter begrijpen, zodat ik mijn eigen creaties zou kunnen dragen. En ik wou een tweede wasfiasco zeker vermijden. Daarnaast had ik ook opgeschreven dat ik wilde bijleren en groeien, zodat ik later misschien mijn creaties zou kunnen verkopen.

En daar gaat nu juist mijn twijfel over. Oke, ik begrijp de basis beter, maar als het resultaat niet goed is, zal ik de trui niet willen dragen. Laat staan, verkopen. Maar ik heb wel bijgeleerd en ben zeker gegroeid door dit proces. Deze is dus een beetje dubbel.

Maar ik wilde deze trui maken, omdat ik de pasvorm mooi vond. Die heb ik gevolgd. Dus misschien moet ik er meer vertrouwen in hebben. De rest is kwestie van goed in elkaar zetten en dan is de trui af. In plaats van te twijfelen, zou ik er beter op vertrouwen.

Het kleurverloop

Deze is dus een grote twijfel. Ik wou de kracht van kleur eer aan doen. Aangezien het zoveel impact kan hebben op je gemoed. Het kan je letterlijk gelukkiger maken. En zeker in mijn geval, me een beetje meer zelfzeker laten voelen. Maar ik wou het vooral met natuurlijke kleurmiddelen doen, maar dat is dus niet gelukt. Door met een kleurverloop te werken, wou ik er ook wat diepte in steken.

De natuurlijke kleurmiddelen zijn niet gelukt, dus had ik gekozen de set van 5 tinten roze. Deze impact heb ik misschien onderschat. Als ik de wol zelf zou hebben kunnen verven, had ik misschien voor 5 tinten gekozen die dichter bij elkaar lagen. Of misschien had ik beter gekozen voor zo’n bol waar de schakeringen geleidelijk aan in verlopen in plaats van 5 aparte bollen.

Maar de kleur zou nog steeds bij me moeten passen. Dat is niet veranderd. Ik ben dus nog steeds blij met roze. En als ik dat durf dragen, kan het niet anders dan ik meer zelfzeker ben. En wat de diepte betreft, ik vind wel dat die er in zit.

Nu ik de foto van Rothko herbekijk, stel ik vast dat daar ook duidelijke lijnen tussen de kleuren zitten. En zelfs ook in de kleurvakken apart. Is het dan zo erg dat er in mijn trui te duidelijke overgangen zitten. Deze hou ik nog in beraad.

Andere redenen

Daarnaast waren er nog een paar andere redenen waarom ik nou net dit project wou maken. En ik haal de twee belangrijkste er nog even uit. Ik wou leren volhouden. Volhouden. Ik schrijf het nog eens, want het wil zeggen: niet opgeven. Dus ik ben het mezelf toch een beetje verschuldigd om verder te doen.

En de tweede was niet teleur gesteld zijn van het eindresultaat. Ik wou trager werken en meer doordenken om dit te vermijden. Maar nu heb ik er al die tijd ingestoken om vast te stellen dat ik toch een beetje teleur gesteld zal zijn. Wauw, dit besef is zwaar.

Misschien heb ik het niet goed gedaan. Misschien heb ik het nog niet genoeg doordacht. Misschien maak ik beter eerst een tekening van hoe ik wil dat de trui er uitziet. Want dat heb ik nu niet gedaan en ik merk nu dat het resultaat toch anders is dan dat ik voor ogen had.

Conclusie

Het kan dus zeker geen kwaad om goed te overdenken waarom je een project wil maken. Het is zelfs aan te raden. Als de basis goed zit, volgt de rest. Dat is een waarheid als een koe. Er is nu nog 1 week (9 naalden) te gaan om de mouwen af te breien en dan kan ik de trui in elkaar steken.

Ook al ben ik niet volledig overtuigd, ik ben het mezelf verschuldigd om deze trui af te werken. Maar zoals je kan lezen, is jouw steun nu meer dan welkom. Wat vind jij er van? En twijfel jij soms ook over je werk?

Bronnen

Droomproject

De draad terug oppikken

Waar was ik gebleven? Juist, mijn droomtrui. Ik heb niet stil gezeten. Tijdens de week dat ik in verlof was, heb ik een heleboel kunnen inhalen. En ik kan nu (een beetje fier) zeggen dat ik nog steeds op schema zit. Sinds mijn laatste post over mijn droomtrui is er heel veel veranderd. Toen had ik net het ajourmotief van voor- en achterpand klaar. Ondertussen heb ik al 2/3 van de mouwen klaar.

Voor- en achterpand

Na het ajourmotief gaat het patroon verder in tricotsteek. Maar om de 12 rijen heb ik dus een nieuwe kleur om mee te breien. Nog steeds in het rond tot aan de armgaten. Vanaf dan splits je op. Het patroon geeft op om de steken van het pand dat je niet breit op een hulpnaald te plaatsen, maar ik brei ze liever tegelijkertijd met aparte bollen.

Zo ben ik zeker dat ze even lang zullen zijn. Een rij kan al het verschil maken. En ook al denk je dat je notities duidelijk zijn, soms ga je toch twijfelen. Alé, ik toch. Misschien ben jij er beter in dan ik.

Het voorpand heeft opnieuw een boordsteek aan de hals, gelijkaardig aan de onderkant van de trui. Maar ik merkte op dat die er niet hetzelfde uit ziet. Het verschil zit hem in de manier waarop er gebreid wordt. Voor de onderkant van de trui, brei je in het rond. Je breit telkens de goeie kanten boven elkaar. Voor de hals, brei je heen en weer. Dus brei je de achterkant van een steek op de goeie kant. Waardoor de averechtse steek in de terugkerende naald een gewone rechte steek wordt boven een gedraaide rechtse steek.

Voor alle zekerheid heb ik dit nog eens nagekeken in het patroon. Want het kan natuurlijk dat ik ergens overgelezen heb. Maar het staat er effectief zo in. Ik zie ook niet hoe je het anders zou kunnen doen. Volgens mij kan je dit alleen oplossen door een gewone boordsteek toe te passen, zowel aan de onderkant als aan de hals.

Maar ik lig er niet echt wakker van. De twee boordsteken liggen niet naast elkaar. Dus dat zal niet zo erg opvallen. En daarbij, het heeft wel iets speciaals. Vind je ook niet?

Mouwen

Met het voor- en achterpand klaar, ben ik aan de mouwen begonnen. Deze ben ik dus ook tegelijkertijd aan het breien. Ik heb 2 dozen gemaakt, zodat ik de bollen per mouw uit elkaar kan houden. Want aangezien ik met dubbele draad werk, heb ik nu 4 bollen waarmee ik tegelijkertijd aan het breien ben. En dit helpt me om de draad niet te laten verstrengelen. Nog een tip: telkens bij het draaien van het werk er voor zorgen dat de bolletjes naast elkaar liggen en telkens verleggen. Het is een beetje extra werk, maar niet zo veel dan wanneer je later de heleboel kan ontwarren. Dus dat neem ik er graag bij.

De mouwen zijn op dezelfde manier opgebouwd als het voor- en achterpand. Eerst de boordsteek, dan een meerderingsrij en dan ajourmotief. Daarna verder in tricotsteek. Maar daarnaast wordt de mouw van de pols naar de oksel toe wijder, dus wordt er gemeerderd. Omdat ik niet de steekverhouding volg van het patroon, heb ik een berekening gemaakt:

  • hoogte armgat – breedte pols = aantal steken om te meerderen
  • aantal steken om te meerderen/2 = aantal meerderingen
  • (aantal rijen om te breien – boord) / aantal meerderingen = toont je wanneer je best meerdert

Hierbij moet je voor ogen houden dat je werk open ligt. Met andere woorden, neem niet enkel de voorkant van de pols, maar voor- en achterkant. Want dat maak je in één stuk, dat je later dubbelvouwt. Of in dit geval rondbreit.

Voor mij komt het er op neer dat ik de ene keer om de 8 rijen meerder, de andere keer om de 9 rijen. En daarnaast verwissel ik om de 11 rijen van kleur. Ben je nog mee? Dit wordt toch een beetje moeilijker dan ik dacht. In mijn notities heb ik twee kolommen waarin ik het bij hou. Want anders is het zo makkelijk om te missen. En uittrekken is hier echt niet eenvoudig, dus dat wil ik vermijden.

Dus nu zit ik ongeveer 2/3e van de mouw ver. Nog een klein beetje volhouden en ik ben er. Daar heb ik nu nog 4 weken voor. Zoals ik zei, zit ik goed op schema. De week daarna kan ik dan alles mooi aaneen zetten. En voila, klaar is kees. Een volledig afgewerkte droomtrui.

Maar ik ben toch een beetje bang. Wat als de mouwen te lang zouden zijn, of dat de trui niet zou passen. Ik hoop echt van niet. Want dan zou al dit werk voor niets zijn en mag ik opnieuw beginnen. Want zoiets structureel kan je niet een beetje verdoezelen. Dat betekent echt opnieuw doen. Wat denk je? Gaat het goed komen?

Bronnen

Droomproject

Van start

Pff, ik had geen zin meer om te wachten tot mijn pakketje met wol geleverd wordt. Met de drukte zou dat nog goed een maand kunnen duren. Dus ben ik toch maar al begonnen aan mijn droomtrui. Ik kon het echt niet meer uitstellen.

Mijn lopende projecten waren afgerond, dus zat ik deze week met mijn vingers te draaien en echt waar… ik kwam er zot van. Dus kan ik vandaag al mijn vooruitgang met je delen. Ik ben wel nog maar gisteren gestart, dus ik ben nog niet zo ver. Maar de boord onderaan is wel al klaar. En ik ben al gestart met het motief.

Boordsteek

Als je in tricotsteek breit, krullen de randen op. Dat is een van de zekerheden in het leven. En om dat te vermijden, brei je eerst een boord. Maar eigenlijk doet het veel meer dan dat. Het geeft ook mee vorm aan je kledingstuk. En het is daarom ook cruciaal bij een goed aansluitende trui.

Je hebt verschillende manieren om een boord te maken. De meest voorkomende is een afwisseling van rechts en averechts. Afhankelijk van de grootte van je project kan dat 1 steek rechts, 1 steek averechts zijn of 2 steken rechts, 2 steken averechts. En eigenlijk heb ik het zo ook steeds toegepast.

Maar voor deze droomtrui staat er omschreven om een gedraaide rechtse steek te gebruiken. Het is iets dat ik ook tegen kwam tijdens het breien van mijn sokken (waar ik volledig de mist in ging). Maar nu is het eigenlijk goed gelukt en het resultaat mag er zijn. Dit doe je anders. Je steekt je naald door de achterste lus van de steek. Voor de rest brei je zoals je een normale rechtse steek zou breien, dus met de draad aan de achterkant van je werk.

Een boordsteek brei je altijd met een kleinere naald. Voor de trui gebruik ik nr 6, dus heb ik voor de boord nr 5 gebruikt. En in de eerste rij na de boord volgt er ook meestal (maar dat is afhankelijk van het patroon) een meerderingsrij. Beide zorgen er voor dat je boord mooier zal aansluiten en vaster is van structuur. Want herken je sokken die helemaal afgedragen zijn en waarvan de rek er uit is? Wel, dan is het meestal de boord die uitgerokken is.

Maar eigenlijk hoef je je niet te beperken tot rechts-averechts. Bij mijn Oats and honey trui was het niet nodig om een boord te maken, omdat de steek op zich niet omkrult. Als je een mooie siersteek vindt, kan je deze ook gebruiken als boord.

Rondbreinaalden

Deze trui wordt rondgebreid, dus werk ik met rondbreinaalden. Maar dat doe ik eigenlijk altijd. Want het zorgt er voor dat ik een relaxere houding heb. Ik hoef geen naald onder mijn oksel vast te houden en daarbij automatisch mijn schouder mee op te spannen.

Maar dan denk je: “Wat als je dan aan het einde van je rij komt?” Wel, eigenlijk keer je ook gewoon je werk om. En dan brei je de terugkerende naald. Voila, plat breien met rondbreinaalden. Ik weet het, het is even een klik maken, want in het begin lijkt het zo raar. Maar ik ben alvast overtuigd.

Bij de Engelse methode heb ik wel ondervonden dat het lastig is, omdat je steeds de naald los laat en dan valt hij alle kanten op. Maar met de Continentale manier, hendelbreien en Portugees breien is het heel haalbaar.

Omdat ik na de boord wissel van naalddikte 5 naar 6, heb ik gekozen voor rondbreinaalden waarvan je de kop kan losmaken. Dan kan je het werk op de naalden houden en dat scheelt een hele hoop. En ook iets om in gedachten te houden als je hiervoor kiest: als je nieuwe naalden nodig hebt, hoef je maar enkel de punten te vragen.

Voor- en achterpand kan je zo in één stuk maken. Het lijkt dat je er langer mee bezig bent, omdat je de 2 stukken dan tegelijkertijd maakt. Maar eigenlijk is dat niet zo, want je rekent anders ook de tijd om de 2 stukken te maken. Het voordeel is gewoon dat jee ze later niet aan elkaar hoeft te naaien. En dat wil zeggen dat die naden ook niet kunnen los komen. Persoonlijk vind ik dit een heel groot pluspunt. Lang leve de topdown-trui, want dan heb je zelfs de naden van de mouwen en schouders niet.

Kleurverloop

Om de 12 rijen schakel ik over op een andere kleur. Ik heb 5 tinten, maar ik werk met dubbele draad, dus kan ik volgende combinaties maken: AA, AB, BB, BC, CC, CD, DD, DE, EE. Dus eigenlijk 9 kleuren.

Je kan het nu nog niet zo goed zien, maar ik ben nu al bezig aan mijn tweede kleur (AB). De boord was 10 rijen, daarna een meerderingsrij en dan had ik nog een rij over. Dus heb ik die nog in kleur AA gebreid en dan voor de tekening begonnen met kleur AB. Waarom zou ik het moeilijker maken dan nodig is?

Ajourmotief

En ondertussen heb ik al 6 rijen van het motief gebreid. Omdat ik rondbrei zijn de rustrijen ook rechts. En dit zorgt voor een heel mooi effen resultaat. Want soms kan je hebben dat er een heel klein verschil zit tussen de draadspanning van rechts en averechts.

Het motief telt 18 steken. Om visueel te kunnen werken en als hulpmiddel heb ik steekmarkeerders gebruikt. Zo zie je waar elk stukje begint en stopt. Je kan ze zo in de winkel kopen, maar ook zelf maken met een restje wol. Je maakt gewoon een knoopje, zodat er een lusje ontstaat. Dit maakt echt een wereld van verschil. Ik heb het zonder geprobeerd, maar het is gewoon zoveel moeilijker. En opnieuw: waarom zou ik het moeilijker maken dan nodig is?

Nu ik gestart ben, zit er eigenlijk niets anders op om gewoon verder te doen. Wat vinden jullie er van tot nu toe?

2021-02-19T11:41:00

  dagen

  uren  minuten  seconden

tot

Mijn afgewerkte droomtrui

Bronnen:

Droomproject

Bolletjes wol maken

Deze week heb ik de wol ontvangen voor mijn droomtrui. Wauw, wat is ze mooi en zo zacht. Ik ben er zo blij mee en ik moet me echt inhouden om er niet onmiddellijk aan te beginnen. Maar alles volgens planning. Eerst nog wat technieken onder de knie krijgen.

En een van die technieken is “bol wol maken met draad aan de binnenkant uittrekbaar”. Daar kan ik al mee starten, want de wol die ik kreeg zit nu nog op strengen. Om daarmee te breien is het nodig om er eerst bollen van te maken.

Binnen- of buitenkant

Tot nu toe heb ik altijd wol gekocht in bolletjesformaat. En dan haalde ik het binnenste draadje er uit. Want als je van buitenaf werkt, loopt je bol overal naartoe. Ook al is daar een oplossing voor: een wolhouder. Er bestaan er in hout of je zelf kan er zelf een haken.

Maar ik werk liever van binnenuit. Dan loopt mijn bolletje niet weg. Alleen is het niet altijd zo eenvoudig om dat binnenste eindje te vinden. En meestal komt er dan een heel kluwen mee die je dan eerst nog moet ontwarren. Al vinden sommigen dat vervelend, ik kan daar eigenlijk mee leven.

Van streng tot bol

Maar bij strengen is het natuurlijk iets anders. Als je gewoon zou beginnen breien met de strengen, ligt alles onmiddellijk in de knoop en dat krijg je nooit meer goed. Dus eerst bolletjes maken. En daar is een bepaalde techniek voor.

Manueel

Charlotte van Charami legt uit hoe je dit volledig manueel kan doen met een rolletje. En ik ben volledig mee, maar het lijkt me een lastig en precies werkje. Hoeveel tijd heb je er niet voor nodig om dat zo mooi op te winden. Al geloof ik wel in oefening baart kunst.

Nu ben ik iemand die er niet achter staat om zo maar dingen te kopen, één keer gebruiken en dan ligt het daar om later op zolder te belanden. Dat staat eigenlijk niet (meer) in mijn woordenboek. Maar je hebt misschien ook al ondervonden dat het voor mij toch wel een beetje vooruit mag gaan. Ik zat hier dus eigenlijk een beetje met een dilemma.

Met een hulpmiddeltje

Maar zonder correct materiaal zie ik er bijna geen beginnen aan. Dat geldt ook voor andere dingen. Je kan ook geen nagel in de muur slaan als je geen hamer hebt. En voor dit klusje heb je maar 2 dingen nodig. Een wolwinder en een parapluhaspel. Na een beetje zoeken heb ik er gevonden op wolnut.

Dit is echt fantastisch en zo eenvoudig. Je plaatst beide instrumenten op de rand van een tafel. Zo ver mogelijk uiteen is het best. Dan plaats je de streng over de parapluhaspel, waarbij je dan zorgt dat die mooi opspant.

Het uiteinde die het vlotst afdraait (dat merk je wel, geloof me maar), steek je dan in het gleufje van de wolwinder bovenaan. En dan is het draaien maar. Het gaat niet om snelheid, maar om gelijkmatig draaien. Je kan niet ondertussen eventjes stoppen. Je draait door tot het einde van de streng. Steeds in dezelfde richting.

Kiezen

Dus heb ik de compromis gemaakt. Dit is geen materiaal die op zolder zal verdwijnen. En ik heb bewust gekozen voor degelijk materiaal aan de prijs die ik vind dat het waard is. Maar eigenlijk is dit een keuze die jij voor jezelf maakt. Wat voor mij werkt, kan voor jou vervelend zijn. Doe vooral wat voor jou werkt (maar stel je toch eventjes open voor de mogelijkheden).

En dan heb je eigenlijk ook nog steeds deze keuze. Je kan nog altijd met het buitenste draadje werken als je dat liever hebt.

Et voila, zo heb ik nu 5 mooie bolletjes. Nu komen ze precies uit de winkel, wat ze eigenlijk ook zo is, maar nu zijn ze in bolletjes verwerkt. Ik ben zo enthousiast, dat ik bijna echt sta te springen. Maar word jij ook zo draaierig als je de wol ziet draaien?

Bronnen:

Droomproject

Trui afwerken

Wat heb ik deze week veel bijgeleerd. Ik heb een online cursus gevolgd over hoe je een trui in elkaar steekt en het is plots of de mist in mijn hoofd is verdwenen. Zo logisch allemaal, dat ik daar eigenlijk zelf nog niet op had gedacht.

Al deed ik het meeste wel goed, toch waren er paar dingen die blijkbaar beter konden en dingen waarvan ik mijn ogen open trok. Zo zie je maar, dat je nooit klaar bent met leren. Ook al denk ik dat je sommige dingen gaandeweg oppikt en dat iedereen een beetje zijn eigen manier heeft. Het is goed om eens te zien, hoe een professional het juist aanpakt.

Dit wist ik al

Hierbij was ik wel al mee. Het proeflapje breien en correct wassen en blokken. Het berekenen van de steken en rijen. Alles opzetten, breien en afkanten. Dat had ik al volledig onder de knie.

Dit kan beter

Minderen

Maar minderen aan de armholtes en neklijn, dat kan nog een beetje beter. Ik wist niet dat je aan de twee kanten anders mindert. Ik deed dat altijd hetzelfde, door 2 steken samen te breien. Maar hierdoor gaat je steek op een bepaalde manier schuin liggen. En aan de ander kant is het mooier als je 2 steken afhaalt (1 R, 1 AV), ze opnieuw op de linker naald schuift en ze dan rechts samenbreit. Dan gaat de steek anders schuin liggen.

Dus vanaf nu doe ik: als ik schuine kant maak van links naar rechts, brei ik 2 steken samen. En als ik een schuine kant maak van rechts naar links, dan haal ik 2 steken af en brei ze samen. Dit is als het werk voor je ligt op de doorgaande naald. Dit is niet enkel op de armholtes, maar ook de neklijn en kap van de mouwen.

Zelfkanten

Aan het begin van elke rij breide ik de eerste steek al rechts als een zelfkant, want dat maakt het aan elkaar zetten van de stukken makkelijker. Maar ik wist niet dat je dit ook best doet bij de boordsteek. Maar nu ik dit zag, lijkt het me inderdaad ook logischer.

Blokken

Voor je alle stukken aan elkaar zet is het eerst nodig om te blokken. Hier had ik altijd schrik voor, maar heb gaande weg toch een paar video’s bekeken. Maar nu heb ik mijn fout gevonden. Je hoort het werk op te spannen tot de afmeting dat je zou moeten bekomen volgens het patroon. Is het achterpand 54cm breed, dan rek je het uit tot 54cm. Duh, zo logisch. Maar eigenlijk nooit bij stil gestaan.

Dit heeft me de ogen geopend

Volgorde

Het start eigenlijk al met de volgorde van de stukken in elkaar steken. Eerst de schouder naden, dan de zijkanten van de mouw aan voor- en achterpand. En dan pas de mouwnaad in één lijn met de zijnaden samennaaien.

Matrassteek

En dan de steek om alles dicht te naaien. Ik deed dat altijd dubbel. Ik stak voor in en kwam achter uit met een lus over de naad en dan ging er nog eens over met de stiksteek. Want ik was bang dat de stukken weer van elkaar zouden los komen en zo hangt alles echt wel goed vast.

Maar eigenlijk is de matrassteek voldoende. En het is juist hier dat de rechtse zelfkant heel erg van pas komt, want je ziet beter waar je steken liggen en je kan recht werken. Ook al toont die niet op de foto hieronder.

Losse eindjes

Na dat alle stukken aan elkaar hangen is het pas tijd om de eindjes in te werken. Deze die bij naden liggen (en de naden zijn niet te dik) kan je opnieuw met de matrassteek daar inwerken. Maar wat doe je met de draadjes waar je van bol wisselde? Die vond ik altijd zo moeilijk om goed vast te maken. Want je wil echt niet dat die loskomen.

Dus heb ik de truc nu gevonden. Aan de achterkant van de tricotsteek heb je allemaal boogjes. Je werkt in de lachjes (de onderste boogjes) en je gaat een steek omhoog en dan opzij weer omlaag. Na dat een paar keer te doen keer je terug ook weer een steek omhoog en omlaag. Er hoeft geen knobbel gemaakt te worden, maar ik denk wel dat ik nog eens door de draad ga gaan om zeker te zijn dat het goed vast zit.

Amai, ik voel me nu al zoveel zekerder. En ik kan het al toepassen op mijn bernadette die nu nog eventjes in de maak is, maar straks ineen kan gezet worden. En dan heb ik het helemaal onder de knie voor mijn droomtrui.

Heb jij nog tips en trucs om een trui in elkaar te steken? Deel het maar gerust.

Bronnen:

Droomproject

Wol verven: de voorbereiding

Deze week draaide rond materiaal verzamelen. Het is de bedoeling om de wol te verven voor mijn prachtig droomproject en daar heb ik een heleboel voor nodig. Omdat ik merinowol koos is er een specifieke techniek die ik zal volgen. Dit wil ik deze week met je delen.

Mijn zoektocht

Voor ik kan starten heb ik nog een heleboel dingen nodig:

  • kleurstof
  • wol van dierlijke afkomst
  • azijn
  • aluin
  • kookpot in RVS
  • kookvuur
  • schaal in RVS
  • lepel om te roeren
  • juwelenweegschaal
  • thermometer
  • maatbeker
  • emmer
  • afgedekte tafel
  • handschoenen
  • schort
  • water
  • wasmiddel
  • masker

Gelukkig had ik er al een deel van in huis, zoals azijn, emmer, tafel en afdekking, handschoenen en schort, .… De wol heb ik vorige week gevonden en ik ben er grotendeels uit wat ik voor verfstof ga gebruiken. Paprikapoeder wordt mijn rood en kurkuma wordt mijn geel. Enkel met blauw zit ik nog een beetje vast. Ik had spirulina besteld, maar blijkbaar zijn er 2 soorten: groene en blauwe. En je raadt nooit welke ik kreeg. Juist, de verkeerde …

Aluin heb ik kunnen vinden bij de drogist, toen ik een uitstapje Sluis deed. Daar verkopen ze het in een pot van 1kg. Ik zal dus voorlopig nog eventjes toekomen.

Maar ik heb dus nog een heleboel te kort, zoals de juwelenweegschaal en een thermometer, een kookvuur en een schaal in RVS. Je zou denken dat ik in de keuken toch wel een kookvuur heb. En ja, dat is zo. Maar ik lees vooral dat het belangrijk is om je spullen die je voor verf wil gebruiken best buiten de keuken houdt. Dit voor de veiligheid. Al is dit misschien relatief omdat ik ga verven met voedingsstoffen. Maar toch, beter het zekere voor het onzekere nemen.

Dus ben ik er gisteren vol goeie moed (en een mondmasker) op uitgetrokken om deze dingen te vinden. Omdat ik met een beperkt budget zit, ben ik langs geweest bij Action (want daar hebben ze echt alles) en de tweedehandswinkel van Oxfam. Helaas heb ik dit daar niet gevonden. Ik was dus een klein beetje teleurgesteld.

Maar ik geef de zoektocht nog niet op! Ik ben van plan om nog eens te kijken in de winkel waar ik mijn wekelijkse boodschappen doe. Daar hebben ze ook een rek met keukengerei. Misschien kan ik daar al het een en ander vinden.

Voor de dingen die ik daar toch niet zou vinden, kan ik nog online zoeken. Lang leve de online wereld! Daar zou ik het toch zeker moeten kunnen vinden.

De stappen

Wol voorbereiden

Het is belangrijk om eerst de wol op een streng te winden. De wol die ik kreeg, heb ik als streng ontvangen. Maar omdat ik graag eerst een kleurenwiel en -piramide wil maken, heb ik 30 strengetjes nodig van 3 gram. Dat kan ik mooi uit één streng van 100 gram halen. Dus ben ik alvast begonnen met mijn ministrengen.

Een garenparaplu zou hierbij handig zijn, maar die heb ik niet. Gelukkig werkt een stoel ook. Weet je nog dat je vroeger van je mama of oma je handen uit elkaar moest houden met daarrond dan de streng. Hiervoor dus. Om alles bij elkaar te houden, maak je dan een paar 8-lussen (niet te strak).

Wol wassen en weken

Het is heel belangrijk om eerst de wol te wassen. De spinolie en het vuil die nog op het garen zitten, zorgen er voor dat de verf niet goed kan binden. Dus altijd eerst wassen. Gebruik hiervoor een emmer met warm water en wasmiddel. Voorzichtig roeren, want de wol kan vervilten. En dan uitspoelen.

De verfstof wordt ook beter opgenomen als de wol volledig nat is. Hiervoor leg je die best dan nog een halfuur in proper warm water.

Het verfbad maken

De regel is voor 100 gram wol, 100 gram verfstof gebruiken. Dit is 1% kleurdiepte. Als ik lichter of donker wil kan ik dit aanpassen. Wil ik een tint lichter (vb: 0,5% kleurdiepte), dan kan ik 50 gram verfstof voor 100 gram wol gebruiken. Dit is de theorie dat ik wil uittesten met mijn ministrengetjes.

Vul de kookpot met water en de verfstof. Verwarm het water zodat deze de verfstof beter opneemt. In het begin zal het een beetje experimenteren zijn, om te ontdekken wat goed werkt. Want dit is de eerste keer dat ik het uitprobeer.

Beitsen

Dit zorgt er voor dat de vezels van de wol zich open zetten. Er zijn verschillende methodes, maar ik kwam vooral aluin tegen. Hier is de regel 15 gram aluin per 100 gram. Los dit eerst op in een klein beetje warm water.

Breng dit tot ongeveer 40°C en voeg dan het aluinmengsel toe. Goed roeren en dan de wol toevoegen. Dan verder opwarmen tot 90°C en minimum een uur laten pruttelen. Wel opletten dat de wol niet verbrandt. Spoel uit.

Verven

Verwarm de verf tot 50 graden en voeg de wol toe. Breng de temperatuur tot 90°C en laat opnieuw een uur staan. Het is belangrijk dat de wol niet kookt, want daar wordt het stug van. Daarna mag het een nachtje blijven staan.

Naspoelen en fixeren

Na het nachtje rusten, heeft het alle tijd gehad om de verf op te nemen. Om die kleur te fixeren mag je de wol na het uitwassen in een teiltje met een scheut azijn doen en een uurtje laten staan. Voor de rest is het een kwestie van laten uitdrogen en dan is de wol klaar.

Dit is de theorie die ik ga volgen. Nog eens, ik heb dit nog nooit gedaan, dus ik weet niet of het zal lukken. Ik weet wel dat het zal lukken, maar ik weet niet wat het resultaat zal zijn. En of dat een goed resultaat zal zijn. En dat is een klein beetje beangstigend, maar ook een spannende uitdaging.

Ik weet alleen niet hoe ik het voor elkaar ga krijgen om een kleurwiel te maken als er zoveel tijd gaat over één verfbad. Als ik 30 bolletjes wil kleuren ben ik dan zeker 30 dagen non stop bezig. Misschien kan ik het verfbad overbrengen in een ander potje, zodat ik een paar kleuren na elkaar kan verwerken.

Nog iets om over na te denken. Wat denk je? Gaat het me lukken? En is mijn idee realistisch?

Bronnen:

Droomproject

Verschillende woldiktes

Vorige week heb ik gekozen voor merinowol. Dus (na een klein dipje) ben ik opnieuw met volle moed op zoek gegaan naar ongeverfde wol online. Ondertussen heb ik er gevonden en kan ik niet wachten tot mijn pakketje er is.

Maar tijdens het zoeken kwam ik verschillende termen tegen zoals DK, lace weight, aran, …. Omdat ik aan het zoeken was op Engelse sites, zijn dit natuurlijk Engelse termen. Omdat ik er nog nooit van gehoord had, was ik een beetje overdonderd door wat het zou betekenen. Na wat onderzoek bleek dat dit de termen voor de diktes van wol zijn.

Kiezen volgens dikte van wol of kleur.

Wanneer ik wol ga shoppen in de winkel sta ik hier niet echt bij stil. Ik kies meestal op kleur. En dan afhankelijk van wat ik wil maken, ga ik op zoek naar een bepaalde dikte. Voor een doorsnee trui zou ik bijvoorbeeld naar dikte 4-5 gaan. Maar nooit gedacht dat daar een term op geplakt werd.

Maar in functie van het zoeken naar ongeverfde wol, kan ik daar wel iets in vinden. Want er is heel veel keuze en dan zie je onmiddellijk welke dikte de wol heeft. Maar als ik het me nu zo bedenk, zou ik dat ook beter doen als ik naar de winkel ga.

Want de dikte van de wol is belangrijker dan de kleur. Want dat zou het toch moeten zijn in functie van je project. Maar nu ik dit schrijf wil ik dit al onmiddellijk tegenspreken. Want kleur is zeker niet te onderschatten. Het kan een impact hebben op je gemoed en dat is toch ook heel belangrijk. Onderaan heb ik een poll toegevoegd om eens te polsen wat jij er van denkt.

Diktes

Ik wil vandaag de diktes even overlopen en waarvoor deze het best gebruikt kunnen worden. Want een dunne draad om een dikke plaid te maken, is echt niet handig. De termen zijn dan misschien in het Engels, maar ze kunnen je helpen als je net als ik op zoek bent naar wol op Engelse sites. De rest is wel eens handig om te weten en kan je boven je bed hangen om niet te vergeten.

Lace

  • Naalddikte: 1-2,25
  • Projecten: shawls, sjaals
  • Andere termen: 1-2 draads

Super fine

  • Naalddikte: 2,25-3,25
  • Projecten: sokken, mutsen, handschoenen
  • Andere termen: 3-4 draads

Fine

  • Naalddikte: 3,25-3,75
  • Projecten: mutsen, sokken, sjaals, cardigans, truien
  • Andere termen: 5-draads

Light

  • Naalddikte: 3,75-4,5
  • Projecten: truien
  • Andere termen: DK (double knit), 8-draads

Medium

  • Naalddikte: 4,5-5,5
  • Projecten: een beetje van alles
  • Andere termen: Worsted/Aran, 10-draads

Bulky

  • Naalddikte: 5,5-8
  • Projecten: snelle projecten, knusse items (vb: cosy plaid)
  • Andere termen: 12-draads

Super bulky

  • Naalddikte: 8-12,75
  • Projecten: warme dikke items
  • Andere termen: super chunky – 16-draads

Jumbo

  • Naalddikte: 12,75 en groter
  • Projecten: decoratie, dekens

Nog een belangrijke opmerking. Bij lace en super fine staan het aantal draden aangegeven. Maar dat is eigenlijk niet wat de dikte van de draad bepaald. Ik heb medium garen tegen gekomen die maar 2-draads waren. Veel hangt af van het spinnen. Maar dat is een van mijn volgende wonderlijke tochten in de wonderlijke wereld van wol die ik wil ontdekken.

Wat ik ook gemerkt heb tijdens mijn zoektocht is dat de naalddiktes een beetje kunnen overlappen. Soms valt 4,5-5,5 ook onder DK of light. De termen geven een indicatie en kunnen je helpen om gerichter te zoeken. Maar ik zou je toch aanraden om ook zeker de effectieve naalddikte te checken.

Het is ook mogelijk om een dikke wintertrui in een bulky garen te maken. Er hangt veel af van wat je wil bekomen. Bovenstaande is een richtlijn, maar zeker niet vast. Het geeft je richting, maar soms mag je wel eens outside the box denken.

In de praktijk

Weet je nog dat ik een tijdje geleden aangaf dat ik soms halverwege teleurgesteld was van het resultaat. En dan trok ik alles opnieuw uit en begon op nieuw. Met dit inzicht kan ik het resultaat beter inschatten en zal die kans kleiner zijn.

Dus even terug komend op mijn droomproject. Ik maak een trui met ajourmotief en kleurverloop in merinowol. Als ik dan op zoek wil gaan naar de juiste dikte, wil ik gaan voor light of medium. Liefst medium, want het mag voor mij ook een beetje vooruit gaan. Maar om mijn ajourmotief mooi te laten uitkomen, mag de wol ook niet te dik zijn.

Het model voor mijn trui

De wol die ik gevonden heb is 100% organische merinowol dikte DK (4,5-5,5). Daarmee denk ik dat ik de beste keuze gemaakt heb. Ik heb het gevonden bij Yarn undyed.

Ik krijg nu plots wat schrik van het kleurverloop. Het idee was om een paar draden samen te breien om een gemengd kleur te hebben, maar daarvoor zal het waarschijnlijk te dik zijn. Misschien kan ik dit bij het verven van de wol verwerken. Maar ik heb dat ook nog nooit gedaan. Oh nee, waar ben ik aan begonnen? Ik hoop echt dat dit goed komt.

Dat komt wel goed. Ik heb nog tijd om dat uit te zoeken. En over tijd gesproken, ik wou nog even naar mijn planning kijken en ik ben aangenaam verrast dat ik nog steeds op schema zit. Joepie! In de maand augustus ga ik op zoek naar de materialen die ik nodig heb. Wol check!

Naar mijn gevoel ga je automatisch wel richting de juiste diktes voor je project, hoor. Voor een cosy trui neem je makkelijker een dikkere draad dan een dunne. Want anders kan je het gewenste resultaat niet bereiken.

Maar ik herinner me in het begin dat ik startte met breien en haken, dat ik toch regelmatig hulp vroeg voor welke dikte ik nodig had. Dus als je een beginnende brei(st)er of ha(a)k(st)er bent, dan hoop ik dat je dit net zo handig vindt als ik. Maar nu ben ik een gevorderde breister en vind ik dat het me meer inzicht geeft in mijn keuze. Laat me zeker weten of jij dit nuttig vindt.

Bronnen:

Droomproject

Soorten wol

Het kriebelt om er aan te beginnen. Ik wil wol verven en liefst nu al. Maar bij het zoeken naar ongeverfde wol, kwam ik nogal wat opstakels tegen. Het loopt niet echt van een leien dakje, laten we zeggen. Dus ben ik een beetje ontmoedigd (zoals je in dit bericht wel zal merken).

Ten eerste vind je niet zo makkelijk ongeverfde wol. Via internet vind je er wel een paar, maar de wol komt vaak van ver en is meestal duurder dan de geverfde wol die ik anders koop. Wat volledig onlogisch is, want er zijn minder bewerkingen gedaan. Maar ja, dat is mijn logica… Soms zit ik er volledig naast.

Het is voor mij belangrijk om te weten welke impact de verschillende soorten wol hebben, dus wil ik een doordachte keuze maken. Ik wil met respect voor het milieu en dieren mijn creaties maken. Daarom heb ik er een paar levensstijlen bij vermeld. Schrik niet, (spoiler alert!) maar uiteindelijk komt alles goed.

Ten tweede is er zoveel keus, dat ik door het bos de bomen niet meer zie. Daarom wil ik met jullie even over de soorten wol gaan. En welke garens kan je best gebruiken voor een bepaald project.

Er zijn 3 grote categorieën:

  • dierlijk
  • plantaardig
  • synthetisch

Dierlijk

Schapenwol

Deze wol is warm en duurzaam. En daarbovenop is ze heel makkelijk schoon te maken.

Project: sjaals, sweaters en handschoenen, mutsen en sokken.

Kasjmier

Deze wol is zachter dan schapenwol, maar niet zo sterk. Het wordt gezien als een luxewol, omdat deze afkomstig is van de kasjmiergeit.

Project: kledij.

Alpaca

Ook deze wol is zachter dan schapenwol, maar houdt niet zo goed zijn vorm. Omdat ze afkomstig is van de Zuid-Amerikaanse Alpaca, is ze ook duurder.

Project: winterkledij

Merino wol

Eigenlijk is dit een schapenwol. Ze is afkomstig van Merino schapen. Deze wol is dus even zacht als andere schapenwol, maar ook anti-allergeen en vormvast. Deze is dus zeker een aanrader. Maar het kan wel snel pluizen, wat vervelend kan zijn.

Project: winterkledij

Organische wol

Dit is de milieuvriendelijke variant. Er zijn geen chemicaliën gebruikt tijdens het proces. Het is meestal vervaardigd van merino wol dus heb je dezelfde kwaliteit.

Project: winterkledij

Zijde

Deze wol komt van de zijderups. Het is dit het duurste wol die je zal vinden. Maar het is heel sterk, glanzend en superzacht.

Project: zomer items

Mohair

Deze wol is licht pluizig en heeft kleine haartjes, daarom kan hij kriebelen. Maar hij is zacht en duurzaam. Deze wol is ook iets luxueuzer en dus duurder.

Project: winter en zomer items

Nu ga ik mezelf een beetje in nesten werken. Want zoals je al gelezen hebt, ben ik nogal bezig met zero waste en ecologische voetafdrukken. Maar eigenlijk heb ik ook de reflex om het dierenwelzijn in gedachten te houden. Het kan niet dat dieren uitgebuit worden voor hun wol, zodat er een massaproductie kan ontstaan.

Dus je kan zo ver gaan als een vegetarische levensstijl of je kan all the way gaan en veganist worden. Niet dat ik beide ben. Maar als jij dat wel bent, kies je beter voor plantaardige garens.

Plantaardig

(Bio)katoen

Deze wol is afkomstig van de katoenplant. Ze is licht en sterk. Als je de kans hebt, ga dan zeker voor biokatoen.

Project: zomerkledij, vaatdoeken, onderzetters

Hennep

Deze is iets ruwer en draagt zwaar. Daarom wordt ze niet echt gebruikt voor breien en haken.

Project: macrame

Bamboe

Er wordt geoogst van bamboestengels. Het voordeel is dat deze anti-bacterieel is, maar ook goed drapeert. En daar bovenop is ze super zacht.

Project: zomer items, items die gedrapeerd moeten worden

Ook met deze plantaardige garens kan ik mezelf in de nesten werken. Want katoen vraagt een hele intensieve aanpak om te verwerken, waardoor het een enorme aanslag is op het milieu. Kies daarom als je de kans hebt voor biokatoen. Er zijn minder pesticiden en reinigingsmiddelen gebruikt tijdens de levenscyclus. Dus kan deze alleen maar aangenamer zijn om te dragen.

En bamboe komt meestal uit Aziatische landen, dus heeft die al een enorme rit er op zitten voor het hier is. Daarnaast worden er veel chemicaliën gebruikt tijdens het verwerkingsproces. Maar het groeit heel snel en het is heel duurzaam. Dus is dit toch het overwegen waard.

Synthetisch

Acryl

Het is heel goedkoop en wast makkelijk. Het is ideaal voor startende breiers en hakers. En daarnaast is het nog kleurvast ook.

Project: sjaals, plaids

Daarnaast heb je ook polyester en nylon. Deze garens zou ik zeker niet aanraden, want ze worden vervaardigd uit aardolie (dat een fossiele brandstof is) en bij het wassen komen er microplastics vrij die bijdragen aan de vervuiling van ons water.

En vergeet ook zeker niet alle soorten gemengde wol. Door verschillende soorten samen te voegen, worden de voordelen ervan gecombineerd. De keuze is eindeloos.

De juiste wol kiezen

Nu ben ik er dus aan voor de moeite. Dierlijke wol is niet vegan, plantaardige wol heeft een te grote impact op het milieu en synthetische wol draagt bij tot plasticvervuiling. Met wat kan je dan wel nog werken?

Ik denk dat dit allemaal met een korreltje zout genomen kan worden. Zolang je je bewust bent van wat er gebeurd en welke stappen er nodig waren om die bol wol tot bij jou te krijgen en je er respectvol mee omgaat, kan je het verantwoorden.

Daarom ben ik op zoek naar een lokale schapenboerderij die het belang voor de dieren op de eerste plaats zet. Ik wil er informeren of ik eventueel zo aan wol kan geraken. Minder CO2-uitstoot, check. Diervriendelijk, check.

Mijn voorkeur voor dit project gaat uit naar organische merinowol. Of als ik het kan vinden schapenwol uit de buurt. De volgende stap is dus om het te vinden. En liefst ook al gesponnen, want dat kan ik zelf niet. Laat me zeker weten welke jouw favoriet is.

Bronnen: