Nieuwe werken

Azteca trui

Wat ben ik blij. Weer een project afgewerkt. Ja, ik weet het. Het is niet het aantal dat telt, maar het plezier van het maken. Dus ben ik blij. Het voelt als even geleden dat ik nog een trui gemaakt heb. Maar eigenlijk lijkt dat alleen maar zo. Het komt door The Shift van Andrea Mowry en de cowl (verrassing!) die ik tussendoor nog breide. De laatste trui was voor mijn broer en is zo’n twee maand geleden afgeraakt.

Details

Wat werkte

De Azteca wol had ik nog liggen tussen mijn voorraad. Ik had ze in 2021 besteld voor Black Friday en besloot ze nu eindelijk te gebruiken. Het werkte stimulerend om de bollen uit te halen en mijn voorraad wat te zien slinken. Want, waarschijnlijk net als jij, ben ik iemand die veel te veel wol heeft en altijd graag wat bijkoopt als er iets moois beschikbaar is.

Het patroon is wel geschreven voor de dunnere versie van Azteca, namelijk Azteca Fine Lux. Maar omdat ik dus nog de Azteca wol had, koos ik uiteraard daarvoor. Het was wel wat rekenwerk, omdat mijn steekverhouding dus helemaal niet overeen kwam met die van het patroon. Maar dat hield me niet tegen. Aan de hand van de teltekening en mijn steekverhouding kon ik al gaandeweg het juiste aantal steken en rijen bepalen.

Ik heb wel een aanpassing op het patroon gedaan. Het hele stuk wordt in ribbelsteek gebreid, maar persoonlijk vind ik de randen dan niet zo mooi. Daarom heb ik een kantsteek toegepast. Elke eerste steek heb ik averechts afgehaald zonder te breien. Het toont niet alleen mooier, ik verwachte ook dat het makkelijker zou zijn om de naden dicht te naaien.

Daarnaast ben ik wel heel tevreden met het resultaat, want ze zit als gegoten. Even vreesden we (de creadames van Femma Sjiek en ik) dat de mouwen wel wat nauw waren, maar de ribbelsteek sluit mooi aan. En het lijf zit ook goed. Toen ik het paste had ik er wel een lichte trui onder aan, dus misschien zit die zelfs nog beter dan gedacht. (Al ben ik wel van plan om wat af te vallen.)

Wat heb ik geleerd

Nu de trui af is en ik hem gepast heb, heb ik beseft dat ik een voorkeur heb voor een bepaalde lengte van trui. Ik had hier nog niet bij stil gestaan. Ja, er bestaan cropped truien en langere, maar ik heb het hier over de gewone lengte van een trui. Mijn voorkeur gaat uit naar 54cm, gewoon omdat dat voor mij dan juist lijkt te vallen. Deze trui is net iets korter. Wat ik een heel klein beetje jammer vind, maar waar ik toch mee kan leven. Ik ga er de trui niet voor aan de kant laten liggen.

Tot nu toe was ik altijd op mijn weerhouden geweest voor wol met kleurschakeringen. In het verleden heeft het me niet echt kunnen bekoren en daarom bleef ik er tot nu toe ver vanaf. Maar toen ik de wol kocht, durfde ik het te wagen. En ik ben nu blij dat ik uit mijn comfortzone gestapt ben. Ik heb de kleurwissels gewoon op me af laten komen, zonder manipulaties om de kleuren juist te laten uitkomen wanneer er een nieuwe bol gestart werd. Inderdaad, ik ben flink uit mijn comfortzone gestapt. En het resultaat mag er echt wel zijn, vind ik. In de toekomst zal ik waarschijnlijk nog met de flow meegaan.

Dankzij de app Click up heb ik een mooi overzicht gekregen over de tijd die ik aan deze trui gewerkt heb. Er is een handige time tracker die alles netjes bijhoudt (al haperde die af en toe, ik heb het toch goed kunnen bijhouden). Zo weet ik dat ik 1 dag, 5 uur, 4 minuten en 24 seconden aan de trui gewerkt heb over 38 dagen. Niet slecht, hé. Toen ik het laatst bijhield deed ik er ongeveer 12 weken over.

Evaluatie

Je mag dus gerust zeggen dat ik tevreden ben met het eindresultaat. Al zal ik de trui nog even aan de kant moeten leggen tot de herfst. Tja, dat krijg je als je niet met de seizoenen mee breit. Maar ik dacht eigenlijk dat ik er veel langer zou over doen. Dus ben ik extra tevreden dat de trui zo snel klaar is geraakt. Misschien heeft de dikte van de wol er ook wel iets mee te maken.

En de eenvoudigheid van het stuk en de steken, want alles wordt aan elkaar gebreid in een rechtse steek. Heel geschikt dus voor beginnende breiers. Maar ook leuk om eens iets minder moeilijk te maken voor ervaren breiers. Soms kan dat een welgekomen afwisseling zijn.

Welk project ben jij op dit moment aan het maken? Zijn je hoofd en handen al bij de winter of heb je iets lichters voor de zomer op je naalden? Ik ben nieuwsgierig. Laat gerust een bericht achter hieronder of deel een foto op facebook. En als je dit bericht leuk vond, vergeet dan ook het duimpje niet. Tot volgende week.

Bronnen

Nieuwe werken

The Shift Cowl

Wauw, vandaag kan ik je alweer een nieuw item tonen. Ik ben superblij dat het zo snel afgeraakt is. Want ik heb het er al vaak over gehad en ik wou deze al zo lang maken. En nu is het dus gelukt. De Shift Cowl is af.

Het is een patroon van Andrea Mowry die het in 2018 uitbracht en het is redelijk populair. Je zal het waarschijnlijk al zien passeren hebben. Het motief is zo in de smaak gevallen dat er ook shawl, muts, trui en cardigan van deze reeks bestaat. En het is zo leuk hoe er met kleur gewerkt wordt.

Details

  • Patroon: The Shift Cowl door Andrea Mowry
  • Wol: Hue Loco Backyard Chickens
  • Kleuren: Gold Comet (oranje), Pear (groen), Sage (blauw)
  • Gebruikte naalden: metalen rondbreinaald 3.5
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10cm = 27st x 35r (wijkt af van het patroon)
  • Maat: 1 maat

Wat werkte

Het patroon is heel duidelijk en grafisch. Het was dus zalig om deze cowl te breien. Na een tijdje heb je het ritme van de steken te pakken en ben je vertrokken. Je breit in mozaïek. Dat wil zeggen dat je in sommige rijen zelfs steken gewoon kan afhalen zonder breien en dat maakt het nog leuker, vind ik. Ik heb er echt van genoten. Ook van de kleurverlopen. Al heb ik zelf wel wat kleuren gewisseld op bepaalde plaatsen. Maar gewoon omdat ik het mooier vond.

Het is ook een heel leuke vorm om te breien. Je breit de cowl heen en weer onder een schuine hoek. Op het eerste zicht kan dat misschien intimiderend lijken, maar alles wordt echt heel goed uitgelegd. Het is leuk, gewoon omdat het eens iets anders mag zijn.

Dit is de eerste keer dat ik een i-cord zelfkant heb gebruikt. Vroeger vond ik het zo’n raar concept hoe die steken dan dichtdraaien, foe. Maar nu ben ik wel helemaal verkocht hoor. Het was even mijn gedachten op nul zetten en het patroon volgen. Ondertussen snap ik hoe het in zijn werk gaat en wil ik het zeker nog gebruiken.

Wat heb ik geleerd

In het starten was ik misschien iets te enthousiast en dacht ik niet na over de volgorde van de kleuren. Ik wou Golden Comet als hoofdkleur, dus koos ik dat als kleur A. Later bedacht ik me dat ik dat beter als kleur B genomen had. Er wordt meest van dat kleur in de achtergrond gebreit. Maar ik had zo iets van, het komt zoals het komt en het is oké zoals het is.

De wol was misschien niet de beste keuze voor dit project. Begrijp me niet verkeerd, ze is zalig om te breien en ik heb genoeg over om nog een prachtig project mee te breien. Maar de steekverhouding was toch niet helemaal oké ten opzichte van de opgegeven wol. Zowel voor het aantal steken en rijen zat ik er een beetje (al dacht ik doenbaar) naast. Daardoor heb ik het gevoel dat ze kleiner uitvalt (hoewel ik ze toch op de opgegeven maat heb kunnen blocken). Dat vind ik enorm jammer, want ik wou deze keer een royale sjaal zoals op de foto’s van het patroon getoond wordt. Daarom zou ik de cowl nog een keer willen breien met wol die meer gepast is.

Er is helaas iets fout gegaan bij het blocken. Bij het opspannen heb ik de hoeken niet helemaal gevonden door de i-cord zelfkant. Het is moeilijk te zien waar de ene zijde stopt en een andere start, omdat het nogal vlot in elkaar overloopt. Daarom heb ik aan de naad achteraan een raar zicht. Het lijkt alsof de sjaal niet juist aan elkaar genaaid is. Boven en onder steekt er zo’n hoekje uit. Bij het opnieuw blocken is dat natuurlijk zo opgelost. Maar zou ik dat wel doen? Het zit toch in de nek en mijn haar valt er over.

Tijdens het breien had ik ook een paar keer een steek laten vallen. Tja, het kan met de beste gebeuren. Ik merkte dat in de rijen met afgehaalde steken het gemakkelijk is om per ongeluk een steek mee te schuiven terwijl dat niet nodig is. Het is waarschijnlijk zo gebeurd. Maar ik heb het telkens op tijd gemerkt en de steek kunnen redden zonder al te veel uit te trekken. Het was toch wel een beetje opletten.

Evaluatie

Eigenlijk vind ik het jammer dat dit project al afgelopen is. Het leek zo snel te gaan. Ik denk dat ik er een kleine maand over gedaan heb. Het mocht ook wel eens snel gaan. Na al die langere projecten, snakte ik naar iets dat wat sneller kon. Het is zeker een aanrader (maar gebruik dan wel wol die meer gepast is, zou ik zeggen).

Ik weet al welk project het volgende zal zijn. Maar ik denk toch nog eens na over die andere wol. Wat denk jij?

Bronnen

Nieuwe werken

Mountain Mist Sweater

Het heeft iets geduurd, maar de laatste Mountain Mist Sweater, die voor mijn broer, is ook af geraakt. Oef. Ik heb er wel wat planning voor nodig gehad, maar uiteindelijk is het toch goed gekomen. En ik ben blij dat ik je vandaag een afgewerkt project kan tonen.

Het was de bedoeling om voor Kerst 3 truien te breien voor mijn broer en 2 neefjes van 2 en 4 jaar oud. En ik dacht dat het mooi zou zijn als ze allemaal dezelfde bij elkaar passende trui zouden hebben. Wel met elk hun eigen kleur, zodat er (voor mijn neefjes toch) geen ruzie zou zijn voor wie nu welke trui is.

Details

  • Patroon: Mountain Mist Sweater door Tin Can Knits
  • Wol: Novita 7 Veljestä
  • Kleuren:
    • Jongste neefje: sunflower 268, off-white 010, straw 039, spruce forest 391
    • Oudste neefje: sunflower 268, off-white 010, scilla 102, navy 170
    • Broer: sunflower 268, off-white 010, stone 043, graphite 044
  • Gebruikte naalden: rondbreinaalden 3.5 en 4 metaal
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10cm = 18st x 22r
  • Maat:
    • Jongste neefje: 2-4 jaar
    • Oudste neefje: 4-6 jaar
    • Broer: M (met L mouwen)

Wat werkte

Toen ik net beslist had om de truien voor mijn broer en neefjes te breien, wist ik natuurlijk niet welke kleuren ze graag zouden hebben. En al was het de bedoeling dat het een cadeau zou worden, ik wil natuurlijk ook dat ze de trui gaan dragen en de kleuren graag zien. Dus heb ik wel even gebeld. Het grappige was dat het niet zo heel veel heeft uitgehaald. Toen ik vroeg welke kleuren de jongste graag ziet, kreeg ik het antwoord dat hij nog maar 2 jaar is en dat ze dat dan nog niet hebben. De oudste zei vol overtuiging blauw, dus dat was oké. En ik had al eens een trui in grijs gebreid voor mijn broer, dus dat vond ik ook wel een veilige keuze. Toen ik wat kleurencombinaties aan het maken was in de winkel, leek dan groen het beste voor de jongste. En zo was het beslist.

Dit was niet de eerste keer dat ik een top-down trui breide en net als de vorige keer had ik hier ook weer geluk met de steekverhouding. In het patroon staat dat er 24 rijen nodig zijn voor 10cm en dat heb ik heel goed kunnen benaderen. Gelukkig werd er telkens gesproken over het aantal centimeter dat nodig was en kon ik zo vrij vlot omrekenen. Dit wil zeggen dat alle 3 de truien perfect passen. Joepie! Daar zat ik toch wel wat mee in, want ze konden die natuurlijk niet passen tijdens het maken.

Ik volg Melissa van Knitting the stash nu al even en ze heeft een heel hulpvaardige video over het opnemen van steken voor de mouwen. Al heb ik de techniek wel wat aangepast voor dit project. Ze toont de werkwijze voor een trui die van onder naar boven gebreid is, maar ik brei van boven naar onder. De steken die ik dan wil maken zijn die die je anders opneemt van de zoom van de oksel en niet de steken voor de bovenkant van de arm. Ik ben heel blij met het resultaat. Al denk ik wel dat ik nog wat werk heb voor het sluiten van de gaatjes die ontstaan.

Wat heb ik geleerd

Als er één ding is dat ik geleerd heb, is het dat kinderen razendsnel groeien. Als je zelf kinderen hebt, zal je dat wel kunnen beamen. De oudste is nu 4 jaar oud en de trui past net. Dat wil zeggen dat hij hem waarschijnlijk niet zo lang zal kunnen dragen. Maar tijdens het maken dacht ik dat deze maat veel te groot zou zijn en de maat 6-8 jaar nog veel meer te groot zou zijn. Dit is eigenlijk een van de redenen waarom ik niet zo vaak brei voor kinderen. Ze groeien veel te snel voor het werk die in de trui gaat. Maar omdat ik het dit keer wel wou proberen, heb ik een uitzondering gemaakt. Het is met liefde gedaan.

Sinds kort heb ik een nieuwe zwiermachine die het water uit mijn projecten kan halen waardoor de items sneller drogen. Maar de trui van mijn broer was te zwaar voor de machine, dus heb ik het tussen een handdoek gestoken. Omdat het al laat op de avond was, zou ik het de volgende morgen dan opspannen op mijn droogmat. Maar door het contact van het ene kleur met de andere zijn ze een beetje uitgelopen. Het wit is het ergst getroffen. Ook een beetje op het donkergrijs zelfs, al valt dat minder op. Ik vind het zo jammer en dacht dat ik de trui niet meer kan geven aan mijn broer. Maar als ik vraag aan mensen of ze er iets aan zien, valt het hen niet echt op. Misschien is het dan toch oké als ik het zo geef. Misschien wordt het nog lichter bij het wassen.

Bij de versie van mijn jongste neef heb ik wat miserie gehad met de verkorte toeren. Toen ik de steken voor de tweede mouw wou opnemen dacht ik dat ik een fout gemaakt had en wilde ik dat herstellen. Bleek dat het de keerpunten van de verkorte toeren waren. Het heeft me veel zweet gekost, maar uiteindelijk lukte het wel om het te herstellen en de trui af te breien. Soms laat je fouten dus beter gewoon zoals ze zijn. Als het niet opvalt en je kan er mee leven, laat het dan gewoon. Als je er niet mee kan leven, dan raad ik je echt wel aan om het te veranderen. Het is gewoon de afweging die je voor jezelf wilt maken.

Breien met meerdere kleuren waarbij je ze meeneemt aan de achterkant zijn niet echt mijn sterkste kant. Ik maak die draadjes altijd te strak, waardoor het stuk altijd wat bobbelig is. En ik brei dat stuk van de trui al in een dikkere naald zodat de steken meer ruimte krijgen en minder bobbelig worden. Er is nog wel wat ruimte voor verbetering hier.

Evaluatie

Ik ben echt heel tevreden met deze 3 truien. Ik wil er misschien zelfs nog één voor mij maken. Al denk ik dat ik daar nog even mee wacht. 4 keer dezelfde trui breien gaat op den duur vervelen (ook al is het een patroon dat je graag breide) en ik weet ook nog niet welke kleur ik zou gebruiken. Er staat trouwens nog genoeg op mijn to-do lijstje.

Met welk project ben jij bezig?

Bronnen

Nieuwe werken

Combinatiespinnen

Vandaag wil ik iets moois met je delen. Een klein gelukje om het zo te zeggen. Ik ben een hele tijd bezig geweest met de drie vlechten dat ik van Annick gekocht heb op de hobbybeurs in Middelkerke. Ondertussen ben ik een heel eind opgeschoten en heb ik getwijnde wol klaar.

Details

  • Techniek: combinatiespin van 3 verschillende enkele draden
  • Vezels: 3x lontwol geverfd met proteïneverven door Annick Keters van Atelier Wulle&Papier
    • 100g Zuid-Amerikaanse Merino in fel en kaki groen (bovenaan)
    • 100g grijze Merino in kakigroen en appelblauwzeegroen (midden)
    • 100g gemeleerde grijze Merino in blauw en paars (onderaan)
  • Inspiratie: Resultaten van combinatiegesponnen wol van Andrea Mowry. Ze praat er soms over tijdens haar YouTube video’s.
  • Enkele draad: woolen gesponnen, zo dun mogelijk
  • Twijnen: klassieke driedraads
  • Grist: ongeveer 236 meter = 100 gram

Wat werkte

Voor dit project heb ik me echt geëngageerd om woolen te spinnen. Nadat de wol voor de Seeds and Stems Cowl wat ruwer uitgevallen was dan ik gehoopt had, wou ik leren om zachtere wol te spinnen. Tja, zachter dan Merino kan bijna niet. Dus daar zat ik wel al goed. Tijdens het twijnen gleden de draden soms door mijn vingers. En het is zalig om te voelen.

Maar ik wou ook zien of je meer lengte krijgt als je woolen spint. Wat blijkbaar zo zou zijn, omdat er meer lucht gevangen wordt tussen de vezels. En waar lucht zit, kan geen vezel zitten, waardoor de draad dus langer wordt. Ik geloof de theorie, maar ik heb eigenlijk geen vergelijk. De Seeds and Stems wol is ook woolen gesponnen. En ze is qua dikte en grist eigenlijk gelijkaardig. Verschil is wel dat dit een driedraads is en de andere een tweedraads.

Wat heb ik geleerd

Toen ik begon twijnen viel me onmiddellijk op dat het resultaat niet was wat ik er van verwacht had. Al weet ik eigenlijk niet meer zo goed wat ik er dan wel precies van verwachtte. Ik denk dat ik hoopte op meer kleurschakeringen. Er zijn bepaalde plekken waar beide groenen en blauw samenkomen waarop ik verliefd ben, maar er zijn andere plekken waar felgroen en paars samenkomen waar ik wat over twijfel.

Maar dat zou zeker kunnen, omdat ik er met mijn neus direct op zit te kijken. Ik heb er nog niet mee gebreid. Dat zou ook weer een heel ander effect kunnen hebben. Misschien komt het visueel nog redelijk blauwgroen in het geheel. Dat had ik wel zeker voor ogen. Ah ja, het is toch een leerproces. Door te doen, zie je wat het resultaat is en kan je het herhalen of bijsturen en later bewustere keuzes maken.

Evaluatie

Over het algemeen ben ik best tevreden met het resultaat. Zachte wol, check. Mooie kleuren, check (dank je wel, Annick) en regelmatig van dikte. Tja, hier en daar is het wel een stukje dikker dan op andere plaatsen, maar dat zijn details en het is trouwens altijd zo met handgesponnen wol. Ik vind wel dat het vrij regelmatig is. En het is de dikte die ik wou.

Ik heb wel nog geen idee wat ik met deze wol zou willen maken. In totaal zal ik 300 gram hebben, dus misschien wat weinig voor een trui (al tellen de meters natuurlijk). Maar misschien heel geschikt voor een shawl. Ik kijk al uit naar wat de MKAL van Sweet Georgia dit jaar zal zijn. Ik weet nog niet wat deze wol zal worden, maar ik zie wel.

Ik heb van elke vlecht nog een klein beetje over en wil daarmee graag nog een beetje experimenteren. De cursus “spinning intentional colour” heeft me meer inspiratie gegeven. Ik wil graag fractal spinnen en chain plying eens proberen. Twee technieken die ik nog niet eerder geprobeerd heb. Helaas ben ik vergeten wat ik wou doen met dat derde restje. Maar gelukkig kan ik dat later nog altijd beslissen.

Ik ga alvast labels maken voor deze wol. Want het is zo moeilijk om later nog te weten welke vezels en techniek ik toegepast heb. Zou ik een langere draad krijgen als ik maar twee draden twijn?

Bronnen

Nieuwe werken

Naranja trui

Zo, ik kan er nog eentje van mijn to do-lijst schrappen. De Naranja trui is eindelijk af. En dat mocht wel na ongeveer 9 maanden. Ik dacht dat ik blij was, tot ik een berichtje stuurde naar de toekomstige eigenares. Ze was helemaal in de wolken.

Vorig jaar vroeg ze me om een trui die ze had na te maken. Ze vond het zo jammer dat de trui versleten was, dat ze graag hetzelfde model wou. Ze wist dat ik kon breien en maakte een grapje toen ze vroeg of ik ze niet voor haar wou maken. Ik was heel serieus toen ik ja zei. Het heeft even geduurd, maar het resultaat mag er zeker zijn.

Details

  • Patroon: eigen patroon
  • Inspiratie voor V-nek: Oats and Honey door Drops Design
  • Wol: Katia Basic Merino kleur 20
  • Gebruikte naalden: verwisselbare rondbreinaalden nr. 4 in bamboe
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10 cm = 19,5 st x 25 r (in Portugees averechts)
  • Maat: XL

Wat werkte

Het heeft even geduurd voor ik er echt mee aan de slag kon gaan. Ik had mijn proeflapje gebreid met bamboe naalden in Portugees averechtse steek (omdat dat het snelst zou gaan, ha). Maar op het moment dat ik wou starten, had ik die naalden niet vrij. Dus startte ik met metalen naalden. Ik had al zo’n 2,5 bollen gebreid wanneer ik vaststelde dat de afmetingen helemaal niet klopten. Ik heb het dus opnieuw mogen doen met die bamboe naalden. Gelukkig klopte het toen wel.

Het resultaat van de stof is ideaal en het beste is nog dat ze in de wasmachtine (wel op het wolprogramma) kan gewassen worden. De Basic Merino wol van Katia is zo zacht en ze valt fantastisch. Ik ben heel blij met deze keuze. En er zijn ook zoveel mooie kleuren beschikbaar. Strepen zouden ook mooi zijn voor deze trui. Al koos mijn vriendin voor fel oranje, haar lievelingskleur.

Toen ik bezig was met de eerste schoudernaad dicht te naaien, was ik omver geblazen door de netheid van mijn naden. Nee, ik overdrijf niet. Ik denk dat ik nog nooit zo’n mooie naad heb afgewerkt. Ik kan het me toch niet herinneren. Beide zijkanten liggen zo netjes naast elkaar. Precies gelijk een professionele trui. Wauw.

Wat heb ik geleerd

Door de cursus Fundamentals to Finishing Knits van Holli Yeoh voor School of Sweet Georgia te volgen, heb ik een heleboel bij geleerd. En tijdens dit project heb ik voor de eerste keer mijn minderingen gewisseld. Normaal gezien brei je twee steken samen als je naar links wil minderen en brei je twee steken gedraaid rechts samen als je naar rechts wil minderen. Maar Holli toont dat op professionele truien de minderingen gewisseld zitten. Dus door dit nu toe te passen, lijkt de trui net uit de winkel te komen.

Daarnaast was het ook de eerste keer dat ik een kolom afgehaalde steken heb toegepast vooraan op de trui. Eigenlijk hield dat niet zo veel in. De ene rij breide ik de steek door de achterste lus en de andere rij haalde ik ze af zonder te breien op de rechter naald. Zo ontstaat er een mooie lijn van langere steken die ook wat meer textuur aan de trui geven.

Ik heb de averechtse naad aan de zijkanten en onderkanten van de mouwen ook weer toegepast. Dit deed ik voor het eerst bij Yume. Ik vond het zo’n vrouwelijk accent geven dat ik besliste om het bij deze trui ook te doen. Ze is in feite makkelijk toe te passen (maar ja, dat is bij alles als je eenmaal weet hoe het gaat). Het pand breide ik averechts. Dus elke eerste steek op mijn naald was een rechtse. Voor de Engelse en Continentale breiers onder jullie: als je alle steken rechts breit, brei je de eerste averechts.

Deze trui heeft me er ook aan herinnert dat blocken echt wel het verschil maakt. Mijn vriendin kwam even passen voor ik aan de mouwen begon en we waren het er beiden over eens dat de trui te kort was. Bij het blocken is dat helemaal goed gekomen. Het was net alsof alle steken op zijn plaats vielen. En het resultaat is daarnaast gewoonweg veel effener, waardoor het opnieuw wat professioneler toont.

Evaluatie

Ik ben dus heel tevreden van dit project. Zeker over het feit hoe ze precies uit de winkel zou kunnen komen. Maar het mocht wel wat sneller gaan. Ik had het gevoel dat ik er eeuwen mee bezig geweest ben. Gelukkig kan ik deze alweer afvinken en aan iets nieuws beginnen. Hmm welke zou ik kiezen?

Bronnen

Nieuwe werken

Gehaakte klosjes

Nooit gedacht dat ik zo snel weer een afgewerkt project met je zou kunnen delen. Maar het is gelukt. Weet je nog dat lange to do-lijstje? Dat vlot aardig. Mijn inzending voor creagroep de Klosjes is klaar.

Opdracht

Annick had een paar industriële bobijnen uitgedeeld om iets creatiefs mee te maken. Ze had ze al een hele tijd op zolder, maar vond het zo jammer dat er niets mee gebeurde. Daarom gaf ze er elk van ons 3 à 4. We mogen er mee maken wat we willen en geven minimum één bobijn aan haar terug voor eind oktober. Ze zullen allemaal getoond worden op de hobbybeurs in Middelkerke en de bezoekers mogen er de mooiste uitkiezen. De winnaar krijgt een wolpakket. Tuurlijk wou ik mee doen.

Mijn inspiratie kwam uit mijn trouwervaring. Ik wou altijd al een grote mooie gestapelde trouwtaart met speciale versiering op. En op pinterest zie je zoveel mooie taarten. Omdat mijn trouwtaart in der tijd toch niet helemaal het uiterlijk had dat ik wou, wou ik nu wel die kans grijpen. Want na mijn scheiding heb ik beslist dat ik (waarschijnlijk – want zeg nooit nooit) niet opnieuw ga trouwen. Dit was dus mijn enige kans.

Details

Wat werkte

Na wat zoekwerk naar de juiste wol, ben ik uiteindelijk bij Stone Washed van Scheepjes uitgekomen. En het was een droom om mee te werken. Het pluizige aan de wol zorgt er voor dat de openingen van de vasten netjes opfluffen. Zo kwam er geen vulling tussen uit. En de kleurschakeringen van de wol geven het eindresultaat een realistisch uiterlijk. Ik kon niet meer tevreden zijn.

De klossen waren net perfect qua grootte om er een realistische taart van te maken. Groter of kleiner kon natuurlijk ook, maar op deze maat zou het een echte taart kunnen zijn. En de houten taarthouder die ik nog liggen had, is de ideale drager. De taart past er erg mooi op.

Het verdelen van de meerderingen op de platte gedeelten, zodat ik mooie cirkels kreeg in plaats van zeshoeken is ook goed gelukt. Misschien weet je niet zo goed wat ik bedoel. Of misschien net wel. Als je telkens de meerderingen op dezelfde plaats in de rij uitvoert, krijg je meer een hoek dan een vloeiende lijn. Door de meerderingen op de volgende rij op een andere plaats te doen, worden ze meer verspreid en krijg je die vloeiende lijn wel. En dat kan een groot verschil maken.

Wat heb ik geleerd

Over het haken van de taart zelf heb ik niet zo veel geleerd. Buiten het feit dat je onderaan begint met taart (in mijn geval de bruine kleur) en niet met glazuur (in mijn geval wit). Ik had het helaas te laat door en op het einde was mijn wol ook gewoon op (hetzelfde badnummer was niet meer verkrijgbaar). Maar ik heb het kunnen recht zetten met de bloemen en mos onderaan.

Ik had wel al eens bloemen gehaakt voor een draagtas die uiteindelijk niet afgeraakt is. Ze ligt daar nog ergens aan de kant, voor als ik de moed heb om het af te werken. Bloemen en blaadjes waren dus niet nieuw. Maar het vroeg wel wat denkwerk en logisch nadenken soms. Voor de roosjes had ik extra hulp nodig. De blaadjes op zich kon ik wel haken, maar ik wist helemaal niet hoe je ze aan elkaar vast maakte voor een prachtige roos. Het filmpje van Hopeful Turns was heel interessant op dat vlak.

Ik heb ook geleerd dat niet alles perfect hoeft te zijn. Soms mag het wat grilliger. De ene bloem is de andere niet. En ook valt het niet helemaal op (want misschien was ik toch wat perfectionistisch) hier en daar is er een blaadje groter of heeft die een iets andere vorm naar gelang het uitkwam.

Maar soms wil je ook gewoon dat het er goed uitziet zodat je tevreden kan zijn van je werk. Dus wil je het in dat geval wel opnieuw doen. Ik heb het dan over het mos onderaan. Het heeft me een paar pogingen gekost. Eerst was het te kort, dan te lang en niet breed genoeg. Maar het is toch goed gekomen nu. Ik ben tevreden.

Evaluatie

Het was leuk om nog eens te haken. Dat was zo lang geleden. Ik kon maar niet het juiste project vinden. Daarom heb ik echt van deze taart genoten. En ik heb zelfs zin om een nieuw project te haken. Al weet ik nog niet wat en wil ik eerst nog de rest van mijn lijst afwerken. Ik wil het daarna zeker doen.

Maar als ik nu even terug denk, waren er wel veel draadjes om in te werken. Wat ik er voor dit project toch graag bijnam. De kers op de taart is de versiering en daar kon ik echt niet op inboeten, toch? Het is net dat, dat het afmaakt. Gelukkig kon ik ook veel draadjes gewoon naar binnen trekken en ze zo gewoon laten zitten.

Oké, twee af en twee lopende projecten, nog 4 te gaan. Ik zat er wat mee in, maar dat to do-lijstje vlot nog goed. Al zijn we nu alweer oktober en komt het einde van het jaar echt wel in zicht. Voel jij ook soms druk om al je projecten af te maken?

Bronnen

  • Lesley Stanfield (2013). 100 bloemen om te haken en te breien. Kerkdriel, Nederland. Librero. Voor als je interesse hebt in de bloemen.
  • https://www.youtube.com/watch?v=_VkHJUT73y0 Voor als je interesse hebt in de rozen.
Geen categorie·Nieuwe werken

Autumn Dahlias

Deze week wil ik graag het resultaat van de Autumn Dahlias mystery knit-along met jullie delen. Opgelet voor het spoiler alert dus als je hem graag zelf nog zou maken. Zo geraakte ik in 5 weken tot een afgewerkte shawl.

Details

Wat werkte

Het patroon is fantastisch geschreven en het was een droom om te volgen. De verschillende steken werden mooi uitgelegd zodat ze eenvoudig toe te passen waren. Het patroon bevat ribbelsteek, afgehaalde steken, mozaiekbreien en ajour. En dat in een asymmetrische vorm die van zij tot zij gebreid werd.

En dat zij tot zij breien gaf me eigenlijk goeie hoop. Niet te veel steken in één keer op de naald en echt rustig verder kunnen breien. Al is dat niet helemaal zo gebleken. Waar de shawl het breedst is, was ik toch blij dat ik vanaf dan kon beginnen minderen. Toch viel deze shawl me beter mee dan de vorige twee MKAL’s van Sweet Georgia. Al ben ik niet helemaal zeker hoe je hem nu juist draagt.

Ik ben zo blij dat ik deze keer mooi op tijd was met de verschillende tips. Ik dacht: het is nu of nooit. Meer tijd dan dit zal ik niet hebben om een shawl in 5 weken af te hebben. In het patroon staat vermeld hoeveel rijen je kunt breien in een week om mee te zijn. En ik heb me er kunnen aan houden. Ik ben echt trots op mezelf dat ik het heb kunnen volgen. Want de shawl laten liggen was echt geen optie.

Wat heb ik geleerd

Ook al kon ik de meeste steken en technieken van dit project. Je bent nooit te oud om bij te leren. Ik heb nog nooit de kabelopzetmethode gebruikt. Tot nu toe gebruikte ik enkel de lange draad opzet en kwam ik nog maar net met de achterwaartse lussen opzet in aanraking. Ik ben blij dat ik nu ook de kabelopzet aan dat lijstje kan toevoegen.

En ik heb ook nog nooit eerder een picotrand gebreid. Ik zag er het nut niet van in, want het is zoveel werk. Ik ben ook iemand die graag bezig is met de vingers, waardoor ik met die picotbolletjes zit te spelen en na een tijdje begin ik dan op mijn eigen zenuwen te werken. Dus eerlijk gezegd wou ik deze gewoon overslaan. Maar dat voelde dan alweer als vals spelen. En dat wou ik ook niet. Nu ben ik zelfs blij dat ik het gedaan heb. De picotrand geeft meer karakter aan de shawl.

Ik heb ook geleerd dat het niet altijd tricosteek hoeft te zijn. Ribbelsteek is terecht aan een opmars bezig. Ik zag het al wat meer opkomen en was op zoek naar een project om het eens te kunnen toepassen. Zalig dus dat ik nu de kans kreeg. En ik zal het zeker meer gebruiken voor toekomstige projecten.

Deze keer had ik wel wat moeite met het kiezen van de kleuren. Eén van de oorspronkelijke kleuren is een verloop en daar vond ik niet echt een goed alternatief voor. Na veel te lang in mijn favoriete wolwinkel gezocht te hebben en alle merken overwogen te hebben, heb ik beslist om het gewoon los te laten en te kiezen voor 3 effen kleuren. De tweed mocht voor dat tikkeltje extra zorgen. En ik zou dan wel zien waar ik uitkwam met mijn steekverhouding. Voor één keer heb ik niet naar mijn eigen goeie raad geluisterd (maar serieus, maak altijd een proeflapje). Ik probeerde het wel zo dicht mogelijk te benaderen.

Aanpassingen

Ik wou al zeggen dat ik geen aanpassingen gedaan heb deze keer. Maar dat is eigenlijk niet waar. Ik heb er wel een paar gedaan, maar het zijn heel kleine. De eerste aanpassing is een andere wol dan omschreven in het patroon. Maar dat was vooral om praktische redenen. De omschreven wol komt uit Canada en is niet zo voordelig om te importeren naar België. Dus ben ik op zoek gegaan naar een lokaler alternatief. En ik wou ook gewoon andere kleuren die beter bij mijn bestaande kleerkast zouden passen.

De tweede kleine aanpassing is dat ik de picotrand in een andere kleur heb gebreid. Maar ook dat was om praktische redenen. Normaal gezien zou die in het lichtgroen zijn, maar die kleur was net op. Er was wel nog heel veel van het donkergroen over. En aangezien dat eigenlijk de hoofdkleur is, vond ik het een goed alternatief.

Evaluatie

Ik zou iedereen wel een mystery knit-along kunnen aanraden. Het niet weten waar je zal eindigen, zorgt voor een extra spannend element die er voor zorgt dat je gemotiveerd blijft. En het brengt je dichter bij de andere mensen die de shawl breien. Je kan steeds bij elkaar terecht via forums als je ergens niet zeker van bent of als je hulp nodig hebt.

Dit patroon was heel leuk om te doen. Je volgt geen klassieke vorm van shawl. Het is geen driehoekige, maar ook geen rechte shawl. Dat er tussen in en de center spine stitch maakt het net nog iets specialer. Ik ben echt tevreden van het resultaat.

Nooit gedacht dat ik in 5 weken een shawl zou kunnen afwerken. Ik ben nu allang begonnen aan het volgende project. Er staat nog zoveel op mijn to do-lijstje. Weet je nog? Wat is jou volgende project?

Bronnen

Back to basics

Nog eens over de Seeds and Stems cowl

Ondertussen zijn we halfweg september en dus hoog tijd om aan het breisegment van mijn back-to-basics uitdaging te beginnen. Officieus ben ik al vorige week gestart. Ik kon (en wou) niet langer meer wachten.

Nog eens over die planning

Maar voor ik ondoordacht te werk ga, wil ik toch nog even terug kijken naar het oorspronkelijk schema. Voorlopig zit ik nog op schema. Het verven en spinnen zijn voorbij. En ik heb de kleur aanvaard.

De maanden september, oktober en november waren voorzien voor het breien van de Seeds and Stems Cowl. En december had ik dan vrijgehouden voor het afwerken en reflecteren. Ik heb dus nog steeds wat spelingsruimte. Een maand is lang. En ik kan zelf kiezen of ik begin december of eind december wil eindigen. Tijd dus om even wat rekenwerk te doen. Ik zou het werk willen opsplitsen in weken om te beginnen.

Als ik er de berekening van mijn proeflapje bij neem, zou ik in totaal 330 rijen nodig hebben voor een afgewerkte cowl. September is goed voor 4 weken. Als ik daar oktober en november bij tel, kom ik in totaal aan 13 weken. Dat wil zeggen dat ik (afgerond) 25 rijen per week te breien heb.

Dat zal toch pittiger worden dan ik denk. Want een herhalingspatroon bestaat uit 16 rijen. En tot nu toe heb ik nog maar één en een half herhalingspatroon in 2 weken. Ik zit nu aan rij 27, terwijl ik toch bijna aan 50 zou willen zitten. Hmm, toch een kleine achterstand dan. Tijd om de handen uit de mouwen te steken dus.

Nog eens over die gedraaide en gekruiste steken

Omdat de rijen vol zitten met gedraaide en gekruiste steken, vraagt het meer tijd om een rij te breien. Dit is niet gewoon tricot breien hoor. Zelfs de terugkerende naalden hebben gekruiste steken. Ik wil zeker wakker zijn als ik er aan werk. Ik heb zelfs al een levenslijn bij de hand en al.

Maar ik heb wel de snelste manier om gekruiste steken te breien gevonden, denk ik. Al weet ik dat dit project niets met snelheid te maken heeft, integendeel. Ik zag het gewoon niet zitten om steeds die kabelnaald vast te nemen en neer te leggen. Ik gebruik nu de methode van Tabetha Hedrick. Ik neem de eerste steek vast tussen duim en wijsvinger, neem de tweede steek op met de rechternaald, laat ze van de linkernaald glijden en neem daarna voorzichtig de eerste steek weer op.

Op dit moment gaat de linksleunende steek makkelijker dan de rechtsleunende. Want bij die laatste durft de losse steek zich toch een beetje zakken. Voor de rest gaat het al heel vlot. Ik kan zelf een stapje overslaan, omdat ik de steek door de achterste lus brei. Zo hoef ik niet eerst de volledige steek weer op mijn naald te zetten, maar kan ik de naald zo insteken dat ik ze onmiddellijk kan breien.

En ik ben tevreden met het uitzicht van de steek. Tijdens het breien van mijn proeflapje was het eerst nog wat zoeken. Maar nu heb ik het gevonden. Ik denk dat het alleen nog maar beter zal worden bij een beetje oefening.

Nog eens over wol

Om de schakeringen van mijn handgeverfde wol zo veel mogelijk te verspreiden, ben ik nu bezig met 3 bollen. Ik wissel telkens af tussen de twee draden die ik aan de ene kant van mijn werk vind. Alleen zo zal ik een egaal resultaat krijgen. En ik ben tevreden. Want het valt helemaal niet op dat de ene bol donkerder is dan de andere.

Maar de bollen raken wel snel verstrengeld. Want ik wil ook telkens de oude draad mee naar boven nemen aan de zijkant en dan is het soms wat meer nadenken. Maar als ik de bollen telkens mooi wissel, valt het best wel mee.

Ik had wel gehoopt dat de wol wat zachter zou zijn. Maar het is wat het is. En dat is oké. Je kan het eigenlijk een beetje vergelijken met confituur maken. Als je vruchten niet goed zijn, kan je ook geen lekkere confituur toveren. Volgens mij was het schaap misschien al wat aan de oudere kant, of heeft het veel weer doorstaan. Ze zeggen dat de eerste schering altijd het zachtst is. Daarna wordt het wat stroever.

Maar er zitten zeker zachte stukken in. En omdat de verschillende bollen gespreid zullen zijn, zullen die zachte plekken dat ook zijn. Er zit niets anders op dan te breien en af te wachten. En als hij achteraf te veel jeukt, kan ik nog altijd de vriezer of azijn proberen.

Aan de slag dus. Ik heb een kleine achterstand om in te halen. Hopelijk haal ik begin december mijn doel. Als ik even verder reken en elke week 5 dagen brei, kom ik er als ik 5 rijen per dag brei. Zo lijkt het al een pak haalbaarder, niet?

Bronnen

Back to basics

Getwijnd en al

Vorige week was ik klaar met spinnen. Deze week ben ik klaar met twijnen. En met een beetje trots kan ik je dit resultaat tonen: 6 vlechten van mijn eigen hand gesponnen wol. Wauw. Nu weet ik weer, waarom ik deze back to basics uitdaging aanging.

Twijnen

Als je een enkele draad klaar hebt, wordt die meestal nog getwijnd om steviger garen te bekomen. Bij handgesponnen wol vind je heel vaak 2-draads of 3-draads garen. Maar je kan eigenlijk zo ver gaan of je zelf wilt. Je kan ook die enkele draad houden en dat lichtjes vervilten voor stevigheid. En er zijn zelfs nog een heleboel type andere garen die je kan maken (maar dan zou ik alweer te veel uitweiden…).

De bedoeling van deze Tour de Fleece was om een 2-draads garen te maken. Dus heb ik de bobijnen stuk voor stuk getwijnd. Dat wil zeggen: van 2 draden 1 maken door ze in de omgekeerde richting te spinnen. Door de twist van de enkele draden omarmen ze elkaar dan mooi en zo wol krijgt zoals we die vanuit de winkel kennen.

Extra zorg

Maar na het twijnen ben je er ook nog niet helemaal. Door het spinnen van de enkele draad en het twijnen naar een dubbele draad zit er nu enorm veel twist en spanning in de vlecht, waardoor die alle kanten op krult.

Door ze in warm water (al dan niet met een beetje wolwasmiddel) te laten rusten en daarna licht te stretchen, krijgt de wol een deel van zijn oorspronkelijke eigenschappen terug. Zo krijg je een meer handelbaar garen. Er zijn opnieuw een paar extra stappen die je kan doen (zoals vilten en er mee op tafel slaan – ja echt), maar ik ben tevreden met het resultaat dat ik zo krijg. Daarna laat je het hangend of liggend (mijn voorkeur) drogen.

Wat gegevens

Blijkbaar heb ik toch wat meer wol gesponnen dan ik dacht. Want als ik het zo allemaal bij elkaar samentel kom ik zeker aan meer dan de 422g die ik noteerde gekamd te hebben. Maar zoveel te beter, want je hebt natuurlijk liever wat meer wol dan dat je er tekort zou hebben.

Het is me niet gelukt om elke vlecht even zwaar te maken, maar dat had ik ook niet verwacht. Ik heb telkens getwijnd tot de bobijn vol was. Of tot ik dacht dat ze vol was, want de een is dus al zwaarder dan de andere geworden:

  • vlecht 1 (vrnl): 73g
  • vlecht 2: 89g
  • vlecht 3: 85g
  • vlecht 4: 81g
  • vlecht 5: 84g
  • vlecht 6: 51g

Bij het aantal meter natellen van de eerste vlecht, merkte ik op dat ik niet aan de lengte kwam van mijn testwol. Ik had 171m op 73g (of 234m op 100g) ipv 270m op 100g. Wat ik toch jammer vond. Maar wat misschien wel normaal is, want dit is geen lopende bandwerk. En ook al heb ik zoveel mogelijk geprobeerd om dezelfde dikte aan te houden. Hier en daar zit er wat variatie in.

Zoals je kan zien, zijn er donkerdere plekken en lichtere plekken waar ik de draden heb gecombineerd. De volgorde van mijn bobijnen, zat wel goed in elkaar. Maar de eerste bol met enkele draad die wat lichter is en de tweede bol met enkele draad die ik donkerder maakte om dat te compenseren, kwamen niet in de juiste volgorde na elkaar. Waardoor het donkere stukken van de bollen samenvielen en de lichtere stukken overbleven.

Waar licht en donker elkaar wel overlappen, krijg je een gemarmerd effect. Zeker in een 2-draads garen is dat heel goed te zien, want de kleuren wisselen elkaar direct af. Dit was eigenlijk niet de bedoeling. Maar ik kon het niet anders oplossen door tijdsnood. Mijn tip aan mezelf voor volgend jaar, is zeker op tijd beginnen verven. En al was het de bedoeling niet, het geeft wel extra karakter en nuance aan de wol.

Opnieuw verven of niet?

Als ik de wol zo van ver bekijk, vind ik de kleur oké. Je ziet heel duidelijk dat het niet meer wit is, maar bruin. En eigenlijk geen lichtbruin, waar ik wel wat schrik voor had na al die lichtere verfbaden. Maar van dichterbij weet ik het zo goed niet. Ik denk dat ik het gemarmerde effect niet zo mooi vind.

Dus wil ik misschien wel een plan B maken. En dat wil zeggen dat ik weer zou verven. Maar welk kleur dan? De kleuren die ik tot nu toe verfde, vind ik minder geschikt. En een tijdje geleden zei ik vlierbes, want de paarse kleur is schitterend. Maar bessen zijn blijkbaar kleuren die heel snel vervagen en ik wil toch graag wat langer van het eindresultaat kunnen genieten.

Sinds het voorjaar heb ik niet stil gezeten en heb ik stilletjes aan geïnvesteerd in mijn eigen plantenverftuintje vooraan aan mijn huis. Ik heb een heleboel lavendel in lange bakken op mijn vensterbank gezet, samen met grote potten hibiscus en eucalyptus naast de deur op de grond, ik heb plantendelen langs de kant van de weg gevonden en ook een deel gekregen van anderen. Ik zou dus gerust een nieuwe verftest kunnen doen.

Over het garen ben ik heel tevreden, over de kleur iets minder. Hmmm, wat is jouw mening?

Back to basics

Over gekruiste gedraaide steken in mijn proeflapje

Het is me gelukt. Ik heb een proeflapje klaar met wol waarvan ik tevreden ben. Al was dat niet zo eenvoudig. Terwijl ik er mee bezig was, had ik echt schrik dat het op niets zou trekken. Ik wou zelfs het hele project annuleren. En dan zei ik op een gegeven moment gewoon: foert! Ik zie wel waar het uitkomt. Maar het was pas toen ik het boek Seasonal Slow Knitting van Hannah Thiessen en het patroon er nog even bij nam dat ik het echt los kon laten.

The fabric created by this slightly rustic, 2-ply yarn (Garden Wool&Dye Co: Cormo Fingering) isn’t perfect.

Seasonal slow knitting, Hannah Thiessen

Gekruiste gedraaide steken

Zonder kabelnaald

Het breipatroon maakt gebruik van gekruiste gedraaide steken. Eigenlijk een soort van minikabels waarbij er één steek telkens opschuift en je diagonale lijnen krijgt. Maar om het allemaal nog wat moeilijker te maken, worden de steken door de achterste lus gebreid.

Door een steek naar achter te brengen en eerst de tweede en daarna de eerste te breien, kruis je naar rechts. Door een steek naar voren te brengen, kruis je naar links. Maar als je dat met een kabelnaald doet, heb je een extra naald nodig. Er kruipt meer tijd in omdat je telkens de naald oppakt en neerlegt. Laat staan om de steek op die kabelnaald te krijgen en er terug af, zonder de rest van de steken kwijt te raken.

Als je kabels zegt, zeg je ook kabelnaalden. Wat in mijn ogen gelijk is aan veel meer werk. Omdat ik geen zin had in al dat gedoe, was ik op zoek gegaan naar shortcuts. Op youtube vond ik een filmpje van Designs by Phanessa over hoe je gekruiste steken kan breien zonder kabelnaald. De techniek wordt heel goed uitgelegd, maar toen ik het uitprobeerde was ik niet tevreden van het resultaat. Ik denk dat ik iets verkeerd deed, want het leek ook helemaal niet op de steken in het filmpje.

Met kabelnaald

Als je er even bij stil staat is het meestal zo dat als je iets te snel wil doen, je meestal niet tevreden bent van het resultaat. Soms is de tijd en energie er in steken echt beter, omdat dat gewoon de beste manier is het beste resultaat te hebben.

Oké, misschien ben ik nu weer veel te resultaat gericht bezig. Maar wie geeft er om hoe je er geraakt bent, als je er maar raakt. En zelfs als je er niet zou raken: het proberen is beter dan het niet proberen. Toch?

Maar de hele bedoeling van dit project is net vertragen en bewust genieten. Dus misschien bekijk ik het beter procesgericht. Ja, ik wil dat de cowl snel klaar is, wie wil dat niet. Maar deze uitdaging gaat net over het omgekeerde. De tijd nemen om stil te staan bij het maken. Dus in dat opzicht had ik de kabelnaald volledig geaccepteerd.

Andere breivolgorde

Inderdaad “had”. Want toen ik bijna klaar was met mijn proeflapje, bedacht ik me iets. Als ik nu gewoon eerst de tweede steek brei en dan pas de eerste. Dan hoef ik geen kabelnaald te gebruiken. Ik kan het gewoon doen met de naalden in mijn handen.

Het vroeg wat puzzelwerk om uit te zoeken hoe ik dat het beste zou doen voor gedraaide steken. Want bij de rechtse kruising wil je de steek achteraan hebben en op de een of andere manier zit die eerste steek gewoon in de weg.

Uiteindelijk kwam ik bij de volgende oplossing:

  • rechtse kruising: 1e steek afhalen, 2e steek breien en terug op de linkse naald schuiven, 1e steek terug op de linkse naald schuiven, 1e steek breien.
  • Linkse kruising: 2e steek breien zonder de steek van de naald te halen, 1e steek breien

Proeflapje

Toen ik mijn proeflapje breide, keek ik naar elke rij of het wel goed was. En ik maakte me echt zorgen. Is de spintechniek goed voor dit project? Gebruik ik de juiste naalddikte? Ik begon alles in vraag te stellen. Want wat ik in mijn handen had, was stug en een beetje gefrommeld. De steken leken te verdwijnen in het niets.

Pas toen ik het proeflapje waste, was ik ook echt tevreden van het resultaat. De gedraaide steken komen veel beter uit, zodat je het bladmotief duidelijker kan zien. Eigenlijk had ik dit ergens wel in mijn achterhoofd na al die jaren ervaring met proeflapjes.

Ik weet niet wat ik aan het stugge kan doen, want je kan maar zo ver gaan met een bepaalde wolsoort. Als je het zou vergelijken met commerciële wol, zou dit “niet superwash” zijn. Dus kan het niet zo zacht en glad zijn als een “superwash” wol. Om een wol superwash te maken, wordt er een chemisch proces toegepast. En dat is niet de richting die ik wil uitgaan. Maar wat onderzoek in die richting kan natuurlijk geen kwaad.

Voila, weer een stapje verder. Nu ik mijn proeflapje klaar heb, kan ik over gaan tot de wiskunde van het geheel. Hoeveel gram en meters zal ik nodig hebben? En hoe splits ik het op in etappes? Ik heb nog en heleboel werk voor de boeg met kammen en verven. Dus kan ik maar beter aan de slag gaan, niet?

Bronnen

  • Seasonal slow knitting, Hannah Thiessen. (2020). Abrams. Engelstalig. Bedachtzame projecten over het hele jaar.
  • https://www.youtube.com/watch?v=mRyYrFA9ueY Video van Designs by Phanessa over gekruiste steken breien zonder kabelnaald.