Voor de tijd van het jaar

Sneller vs. bewuster breien

Willen we niet allemaal wat sneller leren breien en onze projecten sneller af hebben? Want er staan toch zo veel dingen op je to do-lijstje en je wil ze zeker allemaal kunnen maken voor je weer nieuwe ideeën hebt. Er zijn verschillende manieren om dat te doen natuurlijk . Maar verliezen we dan ook niet wat plezier in het maken? Want het project maken kan ons ook al zoveel voldoening geven.

Tempo

Voor we kunnen spreken over traag of snel breien, wil je natuurlijk eerst weten wat jouw tempo is. Misschien ben je al een supersnelle brei(st)er, maar weet je het gewoon nog niet. Er bestaat daar eigenlijk een test voor.

Neem je favoriete naalden en gladde wol die vlot breit. Zet een honderdtal steken op. Brei een paar rijen zodat je een mooi lengte hebt om mee te werken. Start een timer voor een minuut en brei zover als je kunt. Als je dan telt hoeveel steken je kon breien, heb je je tempo. Je krijgt het beste resultaat als je dit nog een paar keer herhaalt en dan het gemiddelde neemt.

Wist je dat er een wereldrecord snelbreien bestaat? De recordhoudster breit ongeveer 2 steken per seconde. Maar laat je daar zeker niet door tegen houden. Het is helemaal oké om op jouw tempo te breien, al zijn er natuurlijk wel een paar tips die je kunnen helpen je tempo wat te verhogen.

Sneller breien

Door Engelse stijl te breien, heb je meer tijd nodig om de steken te vormen. Want je laat iedere keer de naalden los om de draad rond je naald te brengen. Je maakt dus grote bewegingen die wat trager zijn. Dus als je wil sneller breien, is de eerste tip misschien wel al voor de handliggend. Je wil je bewegingen zo klein mogelijk houden. Dat vraagt minder tijd en voila. Je gaat automatisch sneller. Continentaal en Portugees breien zijn hiervoor goeie methodes.

Wat ook kan helpen is je rechter naald minder ver door de steken te schuiven. Hier heb ik persoonlijk ook wel wat moeite mee. Het is gaandeweg een automatisme geworden om de rechter naald een centimeter verder dan waar de punt stopt te steken. Als je die afstand kan verkleinen kan je niet anders of sneller gaan breien. Toch?

En oké, hier ben ik misschien weer met rondbreien. Maar het kan ook een heleboel in snelheid schelen. Omdat je niet telkens de naalden omdraait en omdat je gewoon rechts kan blijven verder breien, minimaliseer je de tijd tussen je steken en rijen.

Bewust breien

Eigenlijk spreek ik niet zo graag over traag breien. Want dat heeft zo’n negatieve bijklank. Alsof je nog niet snel genoeg kan breien. Bah! Laten we het hebben over bewust breien. Want snel is niet altijd beter. Misschien wil je net breien om uit die dagelijkse drukte te geraken en tot rust te komen. Breien mag geen opdracht worden.

Het begint al bij de omgeving. Handwerk wordt zoveel leuker als je het kan doen op je favoriete plekje. En dat hoeft niet perse binnen te zijn. Nu met de eerste zonnestralen worden we naar buiten geroepen. Als het toch binnen is, is dat natuurlijk ook prima. Want jouw favoriete plekje alleen al geeft je rust in je hoofd.

Als je wil genieten van het proces van dingen maken, wil je het bewust doen. In zekere zin kan mindfulness er bij helpen. Het hoeft in onze moderne wereld niets meer te maken te hebben met een spirituele of religieuze kant (al mag dat natuurlijk wel). Je kan het zien als een wetenschappelijk onderbouwde aandachtstraining waarbij we leren focussen op het hier en nu. Met andere woorden, bewuster zijn van het project en de steken die je maakt.

En net zoals met de seizoenen heeft breien ook zijn fases. Het is niet enkel maken, maken, maken. Maar een goede voorbereiding en afwerking zijn ook cruciaal. Want stel dat je je niet zo goed voorbereid. De kans is groot dat je minstens één keer opnieuw begint. En stel dat je in je haast niet mooi afwerkt. Zal je dan tevreden zijn met het resultaat?

Conclusie

Ik wil zo graag sneller breien. Want mijn to do-lijstje is toch echt veel te lang voor de momenten vrije tijd die ik heb. Maar bewust breien zou me veel meer voldoening geven. En het hoeft elkaar niet noodzakelijk tegen te spreken. Wat als je bewust sneller zou kunnen breien? Maar dat is alweer een heel andere denkpiste…

Dus hoe ga ik nu verder? Ik denk dat ik begin bij het begin: de snelheidstest. En dan misschien het boek Seasonal Slow Knitting eens lezen. En jij? Wil jij sneller of bewuster breien?

Bronnen

Over Sjette

Mijn eerste breiwerk

Tijdens het sorteren van mijn wol, heb ik iets gevonden: mijn eerste breiwerk. En raar maar waar, ik vroeg me eigenlijk al een tijdje af wat er mee gebeurd was. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets heb weggegooid. Ah, behalve een draagtas die dan ook wel helemaal versleten was.

Uit een oude doos

Het is vreemd om het terug te zien, maar het toont ook de weg die ik afgelegd heb. Want beginnen doe je nu eenmaal bij het begin en dan heel veel oefenen om het onder de knie te krijgen. Ervaring krijg je niet overnacht.

Die stukjes waren echt om de basis onder de knie te krijgen. Ik herinner me nog dat ik ze uit een breiboek overgenomen heb. En dat boek heb ik ook nog altijd. Al denk ik dat het even bij mama ligt, omdat ze ook interesse had. Ik kan de naam niet helemaal herinneren, maar het had iets van basisbreitechnieken in de naam. Als ik het terug heb, laat ik het je nog weten.

En kijk nu, twintig jaar later. De stukken zijn veel regelmatiger gebreid en met nettere randen. Mijn tricot (waar ik vroeger zo tegenop zag) is nu zoveel beter. Ik kan het bijna niet geloven dat ik zo’n lange weg achter de rug heb. Misschien geniet ik toch beter van het proces ipv van enkel het resultaat.

Losse stukjes

Mijn eerste breiwerk is eigenlijk geen afgewerkt project. Het waren allemaal losse stukjes om de verschillende technieken uit te proberen. Dat boek was het enige die ik had, dus was ik creatief om het te leren.

Rechts

Dit was de allereerste werkje. Heel eenvoudig, gewoon een paar steken opzetten en altijd maar rechts blijven breien tot ik een ongeveer vierkant uitkwam. Net zoals ik het vroeger geleerd had.

Tricot

Je kan zien aan de grootte van het stukje dat ik het echt niet graag deed. Deze stukjes zijn gemaakt in Engelse methode, waarin averechts een hele lastige is. Ondertussen brei ik Portugese methode en kijk ik er naar uit om averechts te breien, omdat het zo veel makkelijker is.

Boordsteek

Goh, wat was dat nog moeilijk. Om de steek wisselen tussen rechts en averechts. Toen was dit blijkbaar nog geen makkelijke. De steken zijn zo oneffen, Bah.

Minderen

Als je deze bekijkt, valt het al bij al nog mee, hé. Mijn tricot is toch precies al wat beter dan eerst. En de steken lopen mooi langs beide kanten gelijk. Zou ik eentje gemaakt hebben met meerderingen? Ik weet het niet meer.

Zakje

Op deze ben ik misschien nog altijd wel het meest trots. Kijk eens hoe mooi dat gelukt is. Gewoon prachtig. Nu nog wil ik er nog steeds mijn hand in steken. Het was ook de eerste keer dat ik een andere steek uitprobeerde. Ik denk dat dit de rijstpapsteek is.

Afwisselen

Deze vind ik het meest bizar. Ik weet niet waarom ik deze precies wou maken. Het is een onderscheid tussen rechts en tricot. Maar het regelmatige zit er al weer iets meer in.

Knoopsgaten

Waarschijnlijk dacht ik op dat moment dat ik klaar was voor iets meer uitdagender. Dit is mijn eerste poging om knoopsgaten te breien. Hmmm, precies toch niet helemaal gelukt. Maar misschien had ik het systeem wel door, want ik heb het niet opnieuw gemaakt.

Kabels

De eerste keer dat ik kabels breide. Ik ben toen speciaal zo’n naald voor kabels geweest gaan kopen. Maar tot op de dag van vandaag snap ik ze nog steeds niet. Wanneer gaan ze naar links, wanneer naar rechts? En hoe laat je ze in het midden uitkomen? Als ik ooit eens zin en tijd heb, ga ik er wel eens mee aan de slag.

Ajour

Ik herinner me nog dat ik de ajoursteken aan het bewonderen was, maar dat ik er niet zo goed aan durfde beginnen. Dus heb ik er een makkelijke uitgekozen. Ondertussen heb ik de smaak helemaal te pakken.

Rondbreinaalden

En dit was mijn eerste poging met rondbreinaalden. Ik had toen twee naalden met een vast koord en was blijkbaar nog niet helemaal mee dat je er ook kleinere toeren mee kon breien. Ik herinner me bij dit stuk nog dat ik het absoluut niet leuk vond. Nu ik verwisselbare rondbreinaalden heb, is dat volledig anders.

Ik kan het iedereen aanraden om eens uit te proberen. Hou het even vol en misschien heb jij ook een nieuwe manier voor rondbreien gevonden. Of voor heen en weer breien, want rondbreien is voor iedereen.

Besef

Tijdens het breien van deze stukjes, had ik waarschijnlijk nog nooit van proeflapjes gehoord. Of ik wou ze niet maken omdat ik dacht dat ze tijdsverlies waren. Want zie hoe klein de stukken waren. Nu weet ik wel beter en maak ik ze toch iets groter.

Al besef ik nu plots, dat dit eigenlijk niet mijn allereerste project was, maar wel het eerste sinds een heel lange periode. Oorspronkelijk heeft moetje (mijn oma aan papa’s kant) me leren breien. Maar dat waren toen enkel rijen, heen en terug. Deze werkjes zijn gemaakt toen dat ik, na een heel lange periode zonder breien, het weer wilde oppikken.

Ik vond deze stukjes net iets te waardevol om weg te gooien. Ik heb ze mooi opgevouwen en terug in de doos gestopt. Maar ik ben wel blij dat ik ze gevonden heb en mijn leerproces gezien heb. Weet jij nog wat je eerste project was?

Basis

Rondbreien voor iedereen

Voor mij is het nogal evident. Ik brei altijd met rondbreinaalden. Vele jaren geleden heb ik de overschakeling gemaakt, omdat er zoveel voordelen aan zijn. Maar dat is misschien niet zo voor iedereen. Dus wil ik het vandaag er toch nog eventjes over hebben.

Soorten

Er bestaan verschillende soorten rondbreinaalden. Welke je voorkeur zal hebben, hangt een beetje af van het project en je persoonlijke voorkeur. Voor sokken kunnen de sets van 4 of 5 handig zijn, voor grotere stukken ben je misschien makkelijker met de kabel. Maar misschien ligt één soort voor jou net iets beter in de hand. Aan jou de keuze.

Set van 4 of 5

Deze rondbreinaalden zijn dubbelpuntig en kan je krijgen per 4 of per 5 stuks. Je schuift dan telkens je steken op naar de punten dat je gaat breien. Ze bestaan in verschillende lengtes, zodat je wat kan aanpassen naar je project. Als je bang bent dat er steken af zouden vallen, kan je een stopje op de achterkant steken. Een stukje papier of tape is al voldoende.

Vaste rondbreinaalden met kabel

Dit zijn rondbreinaalden die vast hangen aan een kabel. Je hebt 2 enkelzijdige puntige naalden, net zoals je rechte naalden zou hebben. Je schuift de steken ook telkens door naar de andere punt. Ook deze bestaan in verschillende lengtes. Zowel van punten als van kabel.

Als je niet zo goed weg kan met het wisselen van de dubbelpuntige naalden, zou ik het niet onmiddellijk opgeven. Dit is een goed alternatief om te proberen.

Verwisselbare rondbreinaalden met kabel

Dit is eigenlijk mijn persoonlijke favoriet. Het principe is hetzelfde als de vaste soort, maar je kan de punten wisselen. Heel handig voor de boordsteek van een trui die je in een kleinere naald breit. Je kan dan de steken op de kabel houden en gewoon de punten wisselen.

Als je deze soort koopt, zit er een kleine pin mee in de verpakking. Je kan het gebruiken om de naalden aan te spannen of los te maken. Er zitten ook twee naaldstoppen bij. Als je net die naalden ook voor een ander project nodig hebt, kan je die op je kabel steken zodat je zeker bent dat de steken er niet zullen afvallen.

Voordelen

Zoals ik al zei, zijn er een heleboel voordelen. En hiervoor alleen zou ik je al aanraden om je rechte naalden aan de kant te leggen.

Minder belastend

Als je net als ik last heb van gespannen schouders en nekspieren, zijn rondbreinaalden voor jou echt ideaal. Omdat je de rechtse naald niet onder je oksel hoeft te steken, trek je je schouder minder omhoog. Je kan dus veel ontspannender breien met je naalden voor je.

Het gewicht van je breiwerk is meer verdeeld over de naalden (of de kabel) en ligt meer in je schoot. Ook dat doet veel voor je polsen. En omdat ze korter zijn, kan je ze ook makkelijker bewegen. Gedaan met dat strakke, stijve gedoe.

Minder naden

O, van dit voordeel hou ik zo. Als je ook niet graag naden dichtnaait achteraf, zijn rondbreinaalden voor jou echt ideaal. Omdat je steeds rechtdoor kan breien, kan je bij een trui bijvoorbeeld het voor- en achterpand in één stuk breien. Dat is je dan onmiddellijk al twee naden uitgespaard.

Je hoeft ook niet telkens de zelfkantsteek te doen. Dus elke rij brei je twee steken minder. Bijkomend voordeel is dus ook tijdswinst. Oké, ik geef toe dat je wel langer bezig bent aan dat ene stuk van je trui. Maar als het af is, heb je wel al het dubbel van je werk gedaan. Het is maar hoe je het bekijkt.

En omdat je gewoon door kan breien, heb je ook minder draadjes dat je achteraf hoeft in te naaien. Je spaart dus ook een beetje wol. Al is dat natuurlijk relatief. Je hoeft niet enkel aan het einde van je rij van bol te veranderen. Je kan dat ook in het midden van een rij doen. Persoonlijk doe ik het zelfs liever zo, omdat je de draadjes net nog iets beter kan wegwerken.

Plaatsbesparend

Als je liever meer plaats overhoudt voor je wol dan voor je naalden, zijn rondbreinaalden voor jou echt ideaal. Zeker als je de soort verwisselbare met kabel neemt. Dan kan je investeren in een paar kabels en telkens de naalden wisselen.

Ze zijn ook kleiner dan rondbreinaalden dus nemen automatisch minder plaats in. Hier vind je meer ideetjes om ze op te bergen. Een bokaal is handig. Hou dan juist de paartjes wel goed bij elkaar. En als je ze wil meenemen naar je breiclub, kan je ze in een handige etui stoppen.

Tricot is altijd rechts

Als je niet zo van die averechtse steek houdt, zijn rondbreinaalden voor jou echt ideaal. Als je een trui of sokken breit, hoef je niet telkens te keren. Dat wil zeggen dat je voorkant steeds vooraan blijft en je kan blijven rechts breien.

Als je een verschillende spanning maakt op de draad tussen de rechtse en averechtse steek kan dit een hele mooi bonus zijn. Want je werk zal er veel effener uitzien. Zo word je in geen tijd een pro.

Tips

Stekenmarkeerder

Deze zou ik toch zeker aanraden. Als je steeds rechtdoor breit en niet meer keert, kan je het begin van je rij kwijtraken. Een stekenmarkerder kan je helpen telkens dat begin terug te vinden. Je kan er makkelijk zelf maken met een draad in een ander kleur. Je maakt in een klein stukje een knoop, zodat je een lusje krijgt.

Opletten bij siersteken

Omdat het voorkant van je werk steeds vooraan is, maak je siersteken (combinaties tussen rechtse en averechtse steken) anders. Over het algemeen verander je een averechtse steek in een rechtse, maar ik zou je toch aanraden om te kijken naar hoe de lusjes op je naald zitten. Als je lusje aan de achterkant hoort, brei je een rechtse. Het hangt een beetje af van steek tot steek. Meestal wordt dat wel goed uitgelegd in je patroon.

Ook voor rechte stukken

En dan wil ik nog een mythe de wereld uithelpen. Je kan perfect rechte stukken maken met rondbreinaalden. Het enige wat je dan wel doet, is keren. Een rechte sjaal is dus perfect te breien met rondbreinaalden. En misschien ook een goed project om het gevoel onder de knie te krijgen.

Ik hoop dat ik je toch kon overhalen om er eens over na te denken. Wanneer maak jij de overschakeling?

Bronnen