Over Sjette

Mijn eerste breiwerk

Tijdens het sorteren van mijn wol, heb ik iets gevonden: mijn eerste breiwerk. En raar maar waar, ik vroeg me eigenlijk al een tijdje af wat er mee gebeurd was. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets heb weggegooid. Ah, behalve een draagtas die dan ook wel helemaal versleten was.

Uit een oude doos

Het is vreemd om het terug te zien, maar het toont ook de weg die ik afgelegd heb. Want beginnen doe je nu eenmaal bij het begin en dan heel veel oefenen om het onder de knie te krijgen. Ervaring krijg je niet overnacht.

Die stukjes waren echt om de basis onder de knie te krijgen. Ik herinner me nog dat ik ze uit een breiboek overgenomen heb. En dat boek heb ik ook nog altijd. Al denk ik dat het even bij mama ligt, omdat ze ook interesse had. Ik kan de naam niet helemaal herinneren, maar het had iets van basisbreitechnieken in de naam. Als ik het terug heb, laat ik het je nog weten.

En kijk nu, twintig jaar later. De stukken zijn veel regelmatiger gebreid en met nettere randen. Mijn tricot (waar ik vroeger zo tegenop zag) is nu zoveel beter. Ik kan het bijna niet geloven dat ik zo’n lange weg achter de rug heb. Misschien geniet ik toch beter van het proces ipv van enkel het resultaat.

Losse stukjes

Mijn eerste breiwerk is eigenlijk geen afgewerkt project. Het waren allemaal losse stukjes om de verschillende technieken uit te proberen. Dat boek was het enige die ik had, dus was ik creatief om het te leren.

Rechts

Dit was de allereerste werkje. Heel eenvoudig, gewoon een paar steken opzetten en altijd maar rechts blijven breien tot ik een ongeveer vierkant uitkwam. Net zoals ik het vroeger geleerd had.

Tricot

Je kan zien aan de grootte van het stukje dat ik het echt niet graag deed. Deze stukjes zijn gemaakt in Engelse methode, waarin averechts een hele lastige is. Ondertussen brei ik Portugese methode en kijk ik er naar uit om averechts te breien, omdat het zo veel makkelijker is.

Boordsteek

Goh, wat was dat nog moeilijk. Om de steek wisselen tussen rechts en averechts. Toen was dit blijkbaar nog geen makkelijke. De steken zijn zo oneffen, Bah.

Minderen

Als je deze bekijkt, valt het al bij al nog mee, hé. Mijn tricot is toch precies al wat beter dan eerst. En de steken lopen mooi langs beide kanten gelijk. Zou ik eentje gemaakt hebben met meerderingen? Ik weet het niet meer.

Zakje

Op deze ben ik misschien nog altijd wel het meest trots. Kijk eens hoe mooi dat gelukt is. Gewoon prachtig. Nu nog wil ik er nog steeds mijn hand in steken. Het was ook de eerste keer dat ik een andere steek uitprobeerde. Ik denk dat dit de rijstpapsteek is.

Afwisselen

Deze vind ik het meest bizar. Ik weet niet waarom ik deze precies wou maken. Het is een onderscheid tussen rechts en tricot. Maar het regelmatige zit er al weer iets meer in.

Knoopsgaten

Waarschijnlijk dacht ik op dat moment dat ik klaar was voor iets meer uitdagender. Dit is mijn eerste poging om knoopsgaten te breien. Hmmm, precies toch niet helemaal gelukt. Maar misschien had ik het systeem wel door, want ik heb het niet opnieuw gemaakt.

Kabels

De eerste keer dat ik kabels breide. Ik ben toen speciaal zo’n naald voor kabels geweest gaan kopen. Maar tot op de dag van vandaag snap ik ze nog steeds niet. Wanneer gaan ze naar links, wanneer naar rechts? En hoe laat je ze in het midden uitkomen? Als ik ooit eens zin en tijd heb, ga ik er wel eens mee aan de slag.

Ajour

Ik herinner me nog dat ik de ajoursteken aan het bewonderen was, maar dat ik er niet zo goed aan durfde beginnen. Dus heb ik er een makkelijke uitgekozen. Ondertussen heb ik de smaak helemaal te pakken.

Rondbreinaalden

En dit was mijn eerste poging met rondbreinaalden. Ik had toen twee naalden met een vast koord en was blijkbaar nog niet helemaal mee dat je er ook kleinere toeren mee kon breien. Ik herinner me bij dit stuk nog dat ik het absoluut niet leuk vond. Nu ik verwisselbare rondbreinaalden heb, is dat volledig anders.

Ik kan het iedereen aanraden om eens uit te proberen. Hou het even vol en misschien heb jij ook een nieuwe manier voor rondbreien gevonden. Of voor heen en weer breien, want rondbreien is voor iedereen.

Besef

Tijdens het breien van deze stukjes, had ik waarschijnlijk nog nooit van proeflapjes gehoord. Of ik wou ze niet maken omdat ik dacht dat ze tijdsverlies waren. Want zie hoe klein de stukken waren. Nu weet ik wel beter en maak ik ze toch iets groter.

Al besef ik nu plots, dat dit eigenlijk niet mijn allereerste project was, maar wel het eerste sinds een heel lange periode. Oorspronkelijk heeft moetje (mijn oma aan papa’s kant) me leren breien. Maar dat waren toen enkel rijen, heen en terug. Deze werkjes zijn gemaakt toen dat ik, na een heel lange periode zonder breien, het weer wilde oppikken.

Ik vond deze stukjes net iets te waardevol om weg te gooien. Ik heb ze mooi opgevouwen en terug in de doos gestopt. Maar ik ben wel blij dat ik ze gevonden heb en mijn leerproces gezien heb. Weet jij nog wat je eerste project was?

Steek van de maand

Boordsteek

Deze week was ik bezig met de opzet voor mijn zomerse T-shirt, toen ik plots begon na te denken over de boordsteek. Het is zoiets eenvoudigs, maar er zit zoveel techniek achter.

Wat me opviel

Omdat het niet de bedoeling is dat het onderaan te aansluitend zou worden, had ik besloten om met dezelfde dikte van naald en het normale aantal steken op te zetten. Wat volledig anders is van wat ik normaal zou doen. In elk patroon dat je tegenkomt zie je dat de boordsteek in een kleinere naald gebreid wordt en dat je in de eerste rij na de boordsteek een aantal steken meerdert. Maar waarom juist?

En nu weet ik het uit ervaring. Door het afwisselen van rechtse en averechtse steken, krijg je een soort franje. En als je te veel steken hebt ten opzichte van je tricotsteek (of andere steek dat je op dat moment breit), dan wordt die heel uitgesproken.

Ik dacht altijd dat de boordsteek van nature in elkaar trekt. En dat is wel zo voor een deel. Maar nu heb ik dus geleerd dat het ook te maken heeft met de verhouding tot het gewone deel van je project.

Niveau

De boordsteek is een heel belangrijke steek. Maar ondertussen is hij zo evident geworden dat ik er eigenlijk niet meer bij stil sta. Het is een steek die je vanaf je start als brei(st)er onder de knie wil krijgen. En gelukkig is ze echt niet zo moeilijk.

Ze zorgt er voor dat je rand niet opkrult en dat je trui/muts/… mooi aansluit. Maar het is dus belangrijk om hem goed toe te passen. Om ervoor te zorgen dat je boord elastisch wordt, wil je verticale lijnen creëren. En dat doe je door alle v-tjes aan dezelfde kant en alle lusjes aan de andere kant te hebben. En dat effect bekom je met rechte naalden anders dan met rondbreinaalden.

Soorten

Er zijn verschillende soorten boordsteek. De meest gekende zijn 1×1 en 2×2, maar voor mijn droomtrui gebruikte ik de gedraaide rechtse steek in de boord. Maar ook een siersteek kan.

Maar welke boordsteek is nu de juiste voor jouw project. Je kijkt hiervoor naar een aantal factoren: het effect dat je wil bekomen, het soort wol dat je gebruikt en de steekverhouding.

Als je enkel wilt dat je rand niet opkrult, kan je kiezen voor de siersteek. Kies gewoon een motief dat effen ligt. Of met andere woorden waar er evenwicht is tussen voor- en achterkant van je werk. Zoals bijvoorbeeld een gerstekorrelsteek of rijstpapsteek. Goh, je hebt zoveel keuze. Of je kan een sier in je boordsteek verwerken.

De dikte van de wol geeft een bepaalde steekverhouding die na berekening eerder aanleunt bij deelbaar door 2 of deelbaar door 4. Maar over het algemeen gebruik je bij dikkere wol de 1×1 boordsteek en bij dunne wol de 2×2 boordsteek. Wil je een elastischere boord, kies dan voor 1×1.

Op zich wordt de boordsteek onderaan de trui hetzelfde gebreid als bovenaan de trui. Al pak je het anders aan. Onderaan brei je hem onmiddellijk mee, want je start er mee. Als je aan de hals een boordsteek maakt, zet je eerst de verschillende delen aan elkaar en neem je dan het gewenste aantal steken op.

Patroon

1×1 boordsteek

Boord van mijn raglantrui

R = rechts
AV = averechts

Met rechte naalden doe je het zo:

  • Zet een even aantal steken op (deelbaar door 2)
  • Rij 1: *1R, 1AV*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Rij 2: *1AV, 1R*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Herhaal rijen 1 en 2 tot je de gewenste hoogte van je boord hebt.

Met rondbreinaalden zo:

  • Zet een even aantal steken op (deelbaar door 2)
  • Rij 1: *1R, 1AV*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Rij 2: *1R, 1AV*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Herhaal rijen 1 en 2 tot je de gewenste hoogte van je boord hebt.

2×2 boordsteek

Boord van mijn zomers T-shirt

Met rechte naalden doe je het zo:

  • Zet een even aantal steken op (deelbaar door 4)
  • Rij 1: *2R, 2AV*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Rij 2: *2AV, 2R*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Herhaal rijen 1 en 2 tot je de gewenste hoogte van je boord hebt.

Met rondbreinaalden zo:

  • Zet een even aantal steken op (deelbaar door 4)
  • Rij 1: *2R, 2AV*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Rij 2: *2R, 2AV*. Herhaal tot het einde van de rij.
  • Herhaal rijen 1 en 2 tot je de gewenste hoogte van je boord hebt.

Gedraaide boordsteek

Boord van mijn droomtrui

Het enige dat je nu veranderd is dat je de rechtse steek door de achterste lus breit. Zo draai je eigenlijk de steek om tijdens het breien. De averechtse steek brei je gewoon. Je kan dit zowel toepassen in de 1×1 als in de 2×2 boordsteek. Het geeft een speciaal effect aan je boord. Zeker het proberen waard.

Strak, strakker, strakst

Een goeie boordsteek zorgt er dus voor dat je project mooi aansluit. Maar zoals ik al aangaf, zijn er bijkomende opties die er voor zorgen dat ze nog meer aansluit.

Gebruik een dunnere naald. Die zorgt dat je steken dichter opeen zitten en wat meer spanning geven. Je kan gaan tot een of twee nummers dunner dan de naalden waarmee je het project zou gaan breien.

Zet minder steken op. Deze tip vind je in alle truipatronen terug. In de eerste rij na de boordsteek maak je dan meerderingen, zodat je de gewenste breedte van je project bekomt. Omdat je minder steken in de boord hebt, is die smaller en sluit ze beter aan.

Pas de gedraaide boordsteek toe. Omdat je de rechtse steek omgekeerd breit, is de lengte van de draad tussen je rechtse en averechtse steek korter. Zo krijg je opnieuw wat meer spanning.

Nooit zal ik nog hetzelfde denken over die ouwe saaie boordsteek. Had jij kunnen denken dat er zoveel achter schuil ging?

Bronnen

Inspiratie

Gezwicht voor een tussendoortje

Oké, ik geef het toe. Ik ben gezwicht. Het is eventjes tijd voor een klein project tussendoor. Die raglantrui zal wel afraken, maar ik heb even een boost nodig van een project dat beter en sneller zal gaan.

Daarom ben ik gisteren op speurtocht geweest naar nieuwe wol. Ik had een petrolblauwe kleur in mijn hoofd. Maar ik ben met iets volledig anders naar huis gegaan en ik ben heel blij met mijn vondst.

De speurtocht

En eigenlijk was die kleur niet het enige dat ik in mijn hoofd heb. Ik wil al langer eens een T-shirt breien. Gewoon rechtdoor, met bovenaan een boothals en een ajourmotief. Iets luchtigs voor de zomer eigenlijk. Dus kwam ik uit bij katoen.

Ik vond die petrolkleur bij Catania Originals van Schachenmayr, maar ik vond de zachtheid niet ideaal voor dit project. Deze wol is wel heel geschikt om amigurumi te maken, omdat ze iets steviger is. Maar voor een T-shirt, mag het iets zachter aanvoelen, dacht ik.

Het gaat er om de beste wol voor het project dat je in gedachten hebt te vinden. Dus ging mijn ogen over de andere rekken met katoenwol. En ze vielen op Missouri van Katia in een rode kleur. Het klikte meteen. Dit is de ideale wol, dacht ik. Ze bestaat uit 60% katoen en 40% acryl (ja, ik weet het, ik ben gezwicht voor acryl), waardoor ze lekker zacht is.

Het patroon

Iets zomers, gemakkelijk en snel te maken maar ook gemakkelijk en zacht om te dragen. Dat had ik in mijn hoofd. Maar omdat sommige dingen in je hoofd iets anders kunnen uitkomen in realiteit, zet je het dus best eerst op papier. Zeker wanneer je zelf het patroon maakt.

Mijn patroon bestaat uit tricotsteek die bovenaan overgaat in ajour. Er komen geen meer of minderingen aan te pas. Gewoon rechtdoor. Zo komt er een kleine mouw aan, zonder te veel gedoe of naaiwerk. Ideaal voor een beginner, maar ook voor een gevorderde die eventjes iets tussendoor wil maken.

Omdat tricotsteek krult (nee, nu zal ik het niet snel meer vergeten) wil ik onderaan en aan de mouwen toch nog een stukje in boordsteek breien. Maar ik wil het wel fijn houden.

En om zo weinig mogelijk naaiwerk te hebben, wil ik zoveel mogelijk rondbreien. Enkel het stuk tussen de armen zal heen en weer gebreid worden. Want ja, dat kan natuurlijk niet anders. En omdat alles rechtdoor is, wil ik ook niet sukkelen voor de hals. Dus wordt het een boothals.

Voor het ajourstuk heb ik al een tijdje zitten zoeken naar geschikt patroon. Dat was niet zo eenvoudig, omdat je ook rekening dient te houden met de richting waarin je werkt. Wil je van links naar rechts werken of van onder naar boven? En hoe komen de herhalingen dan uit?

Daarom wou ik voor een ajourmotief gaan die niet specifiek een zichtbare overgang tussen de herhalingen heeft. En ik ben terecht gekomen bij de beginners ajoursteek (Dag 3 van de 21-dagen ajourmotiefsteken) van Brome Fields. Opnieuw eenvoudig en snel.

Inspiratie

Meestal is een beeld al genoeg om je fantasie de vrije loop te laten. Voor mij was dat dit beeld:

Dit is de Mirin Tee (patroon door Tabetha Hedrick) die gebruikt wordt in de les over perfect fit. Al zie ik liever een ajourmotief bovenaan en wil ik het hier en daar toch nog iets anders aanpakken. Deze foto is dus eigenlijk enkel mijn inspiratiebron.

Volgende stappen

Nu ik de wol en het patroon heb, kan ik mijn patroon verder plannen aan de hand van mijn voorbereidingschecklist.

Daarna wil ik mijn proeflapje breien. Er staat aangegeven om met naald 3-3,5 te breien. Maar ik ben een beetje vergeetachtig geweest en heb te laat beseft dat ik die diktes nog niet heb in rondbreinaalden. Dus wil ik het eerst proberen met de nummer 4 rondbreinaalden, die ik wel heb liggen.

Pas daarna kan ik verder met effectief maken van het stuk. Ik weet dus alweer wat me te doen staat. Ik kijk er zo naar uit! Maar ik beloof je dat ik het raglanproject niet opgeef. Dit is gewoon een tussendoortje. Heb jij daar soms ook gewoon eens nood aan?

Bronnen

Basis

Tricotsteek krult!

Nee, ik ben het niet vergeten hoor. Ik was er gewoon eventjes tussenuit dit weekend. Nog steeds aan het luisteren, naar mijn eigen goeie raad. Het was welkom, want ik heb een frustrerende week achter de rug.

Ik vraag mezelf af hoe stom ik kon zijn om te vergeten dat tricotsteek omkrult. Ik was bezig aan het proeflapje voor het geheim project. En ook met een speciale zelfkant blijft het maar steeds omkrullen. Ik was zo kwaad op mezelf.

Dus in plaats van nu te kunnen starten, mag ik het hele concept herbedenken. Ik wil nog niet te veel verklappen, maar een groot deel kan ik anders gaan aanpakken. Omdat ik nog niet wou opgeven, ging ik op zoek naar manieren om tricotsteek niet te laten krullen. Gelukkig had breistudio Kim oplossingen.

Waarom krult het om?

Het is helemaal eigen aan tricotsteek. Want alle V-tjes zitten aan de voorkant en alle bultjes aan de achterkant. Ik dacht altijd dat de bobbeltjes meer ruimte nodig hadden en dat ze aan een kant te compact opeen zaten. Maar eigenlijk zijn de V-tjes iets kleiner. Die trekken dus de rand naar hun toe, waardoor het krult.

Als je breiwerk wil hebben die volledig plat blijft liggen, heb je dus een evenwicht nodig. Aan elke kant wil je evenveel bultjes als V-tjes. Dit zou je kunnen doen, door een andere steek te kiezen (vb: ribbelsteek, boordsteek of andere siersteken), maar als je echt voor een tricotsteek wil gaan is dit niet de oplossing.

Wat kan je er aan doen?

In het rond

Om de zijkanten al niet te laten krullen, kan je in het rond breien. Opgelost, want je hebt helemaal geen zijkanten meer. De onderste en bovenste rand kan je via de kitchener stitch aan elkaar naaien of afwerken met franjes.

Bij deze oplossing brei je dus het werk dubbel. Dat wil zeggen, dubbel zoveel breigenot en dubbel zoveel garen. Hou hier rekening mee, wanneer je je project plant.

Rand in andere steek

Je kan rond de tricotsteek bijvoorbeeld een ribbelsteek breien. Je doet dit al tijdens het breien van de tricotsteek. Zo maak je een soort van kader rondom je werk. Kan heel mooi zijn bij een babydekentje of vaatdoek.

Maar ik vind het moeilijk inschatten hoeveel steken ik dan in ribbelsteek nodig heb, om het werk niet te laten krullen. Zijn 2 steken genoeg? Of zijn het er beter 5 of 10? Je kan dit natuurlijk uitproberen op je proeflapje. Maar verandert dit als je werk breder wordt?

Boordsteek

Dit doe je eigenlijk bij truien. Om de onderkant niet te laten omkrullen, maak je onderaan een boord. Omdat je telkens afwisselt tussen 1R en 1AV, heb je opnieuw dat evenwicht tussen de steken, waardoor het werk plat ligt.

Deze techniek werkt dus heel goed voor de onderkant en bovenkant. Om de zijkanten niet te laten krullen, wil je de boordsteek haaks maken op de tricotsteek. Dat wil zeggen dat je na dat je klaar bent met het werk, steken opneemt en in boordsteek breit. Hou hiermee rekening bij het bepalen van de breedte van je werk.

Achterkant afwerken

Je kan ook een stuk stof op de achterkant naaien. Die kan het werk dan weer effen trekken. Als je een beetje handig bent met naald en draad kun je het dus ook zo oplossen. Maar voor mijn geheim project is dit niet echt de beste oplossing.

Vouw dubbel

Als je een col aan een trui wil breien en je wil dat ook in tricotsteek doen, kan je die langer maken en dubbel vouwen. Eigenlijk doe je zo hetzelfde als het werk in het rond breien, maar dan langs te bovenzijde.

Het voordeel hier is dat je col heel mooi recht blijft staan, want hij is dubbel zo dik. Maar hier zal je ook extra werk hebben en extra wol nodig hebben. Dus opnieuw, hou er rekening mee wanneer je je project plant.

De juiste oplossing

Maar wat is nu de goeie oplossing voor mijn sjaal? Sowieso heb ik tricotsteek steek nodig (opgelet: spoiler alert!), want een jacquard- en ajourmotief kan je niet anders dan in die steek breien. Oké, ik geef toe. Jacquard zou je nog in ribbelsteek kunnen doen, maar ik vind het minder mooi en dan bekom ik het gewenste resultaat niet.

Dus waarvoor wil ik kiezen? De achterkant afwerken zie ik al niet zitten, want ook al kan ik weg met naald en draad, ik zie echt op tegen naaien. En ik brei al liever een boordsteek er rond dan een soort kader maken. Misschien zit dat tussen mijn oren, maar ik vind het natuurlijker overkomen. Misschien kan ik nog iets speciaals doen met die boordsteek.

Maar het meest efficiënte (al lijkt het misschien niet zo), lijkt volgens mij het werk in het rond te breien. Dan heb ik aan de zijkanten geen boord nodig en onder- en bovenaan kan ik afwerken met de kitchener stitch.

Klein probleempje. Omdat ik vergeten ben dat tricotsteek omkrult, heb ik er dus geen rekening mee gehouden tijdens het plannen van mijn project. Dus hoop ik stiekem dat er nog een magische oplossing uit de lucht komt vallen.

Misschien moet ik toch het concept herdenken. Misschien toch andere steken gebruiken of misschien eerder haken. Voorlopig leg ik het nog even aan de kant, om het goed te bedenken. Ik wil achteraf niet teleurgesteld zijn van het resultaat.

Wat vind jij de beste oplossing om tricotsteek niet te laten krullen?

Bronnen

Droomproject

Van start

Pff, ik had geen zin meer om te wachten tot mijn pakketje met wol geleverd wordt. Met de drukte zou dat nog goed een maand kunnen duren. Dus ben ik toch maar al begonnen aan mijn droomtrui. Ik kon het echt niet meer uitstellen.

Mijn lopende projecten waren afgerond, dus zat ik deze week met mijn vingers te draaien en echt waar… ik kwam er zot van. Dus kan ik vandaag al mijn vooruitgang met je delen. Ik ben wel nog maar gisteren gestart, dus ik ben nog niet zo ver. Maar de boord onderaan is wel al klaar. En ik ben al gestart met het motief.

Boordsteek

Als je in tricotsteek breit, krullen de randen op. Dat is een van de zekerheden in het leven. En om dat te vermijden, brei je eerst een boord. Maar eigenlijk doet het veel meer dan dat. Het geeft ook mee vorm aan je kledingstuk. En het is daarom ook cruciaal bij een goed aansluitende trui.

Je hebt verschillende manieren om een boord te maken. De meest voorkomende is een afwisseling van rechts en averechts. Afhankelijk van de grootte van je project kan dat 1 steek rechts, 1 steek averechts zijn of 2 steken rechts, 2 steken averechts. En eigenlijk heb ik het zo ook steeds toegepast.

Maar voor deze droomtrui staat er omschreven om een gedraaide rechtse steek te gebruiken. Het is iets dat ik ook tegen kwam tijdens het breien van mijn sokken (waar ik volledig de mist in ging). Maar nu is het eigenlijk goed gelukt en het resultaat mag er zijn. Dit doe je anders. Je steekt je naald door de achterste lus van de steek. Voor de rest brei je zoals je een normale rechtse steek zou breien, dus met de draad aan de achterkant van je werk.

Een boordsteek brei je altijd met een kleinere naald. Voor de trui gebruik ik nr 6, dus heb ik voor de boord nr 5 gebruikt. En in de eerste rij na de boord volgt er ook meestal (maar dat is afhankelijk van het patroon) een meerderingsrij. Beide zorgen er voor dat je boord mooier zal aansluiten en vaster is van structuur. Want herken je sokken die helemaal afgedragen zijn en waarvan de rek er uit is? Wel, dan is het meestal de boord die uitgerokken is.

Maar eigenlijk hoef je je niet te beperken tot rechts-averechts. Bij mijn Oats and honey trui was het niet nodig om een boord te maken, omdat de steek op zich niet omkrult. Als je een mooie siersteek vindt, kan je deze ook gebruiken als boord.

Rondbreinaalden

Deze trui wordt rondgebreid, dus werk ik met rondbreinaalden. Maar dat doe ik eigenlijk altijd. Want het zorgt er voor dat ik een relaxere houding heb. Ik hoef geen naald onder mijn oksel vast te houden en daarbij automatisch mijn schouder mee op te spannen.

Maar dan denk je: “Wat als je dan aan het einde van je rij komt?” Wel, eigenlijk keer je ook gewoon je werk om. En dan brei je de terugkerende naald. Voila, plat breien met rondbreinaalden. Ik weet het, het is even een klik maken, want in het begin lijkt het zo raar. Maar ik ben alvast overtuigd.

Bij de Engelse methode heb ik wel ondervonden dat het lastig is, omdat je steeds de naald los laat en dan valt hij alle kanten op. Maar met de Continentale manier, hendelbreien en Portugees breien is het heel haalbaar.

Omdat ik na de boord wissel van naalddikte 5 naar 6, heb ik gekozen voor rondbreinaalden waarvan je de kop kan losmaken. Dan kan je het werk op de naalden houden en dat scheelt een hele hoop. En ook iets om in gedachten te houden als je hiervoor kiest: als je nieuwe naalden nodig hebt, hoef je maar enkel de punten te vragen.

Voor- en achterpand kan je zo in één stuk maken. Het lijkt dat je er langer mee bezig bent, omdat je de 2 stukken dan tegelijkertijd maakt. Maar eigenlijk is dat niet zo, want je rekent anders ook de tijd om de 2 stukken te maken. Het voordeel is gewoon dat jee ze later niet aan elkaar hoeft te naaien. En dat wil zeggen dat die naden ook niet kunnen los komen. Persoonlijk vind ik dit een heel groot pluspunt. Lang leve de topdown-trui, want dan heb je zelfs de naden van de mouwen en schouders niet.

Kleurverloop

Om de 12 rijen schakel ik over op een andere kleur. Ik heb 5 tinten, maar ik werk met dubbele draad, dus kan ik volgende combinaties maken: AA, AB, BB, BC, CC, CD, DD, DE, EE. Dus eigenlijk 9 kleuren.

Je kan het nu nog niet zo goed zien, maar ik ben nu al bezig aan mijn tweede kleur (AB). De boord was 10 rijen, daarna een meerderingsrij en dan had ik nog een rij over. Dus heb ik die nog in kleur AA gebreid en dan voor de tekening begonnen met kleur AB. Waarom zou ik het moeilijker maken dan nodig is?

Ajourmotief

En ondertussen heb ik al 6 rijen van het motief gebreid. Omdat ik rondbrei zijn de rustrijen ook rechts. En dit zorgt voor een heel mooi effen resultaat. Want soms kan je hebben dat er een heel klein verschil zit tussen de draadspanning van rechts en averechts.

Het motief telt 18 steken. Om visueel te kunnen werken en als hulpmiddel heb ik steekmarkeerders gebruikt. Zo zie je waar elk stukje begint en stopt. Je kan ze zo in de winkel kopen, maar ook zelf maken met een restje wol. Je maakt gewoon een knoopje, zodat er een lusje ontstaat. Dit maakt echt een wereld van verschil. Ik heb het zonder geprobeerd, maar het is gewoon zoveel moeilijker. En opnieuw: waarom zou ik het moeilijker maken dan nodig is?

Nu ik gestart ben, zit er eigenlijk niets anders op om gewoon verder te doen. Wat vinden jullie er van tot nu toe?

2021-02-19T11:41:00

  dagen

  uren  minuten  seconden

tot

Mijn afgewerkte droomtrui

Bronnen: