dit en dat

Tech check

Wat weet ik nu van sokken breien? Inderdaad, niet zoveel. Wil ik daarom al mijn prachtige wol gebruiken voor iets dat misschien niet zal lukken? Hmmm, dacht het niet. Daarom kreeg ik het idee om eerst een testsok te breien. Ik vond het wel een behoorlijk slim idee, al zie jij er misschien het nut niet van in. En ja, het lijkt op niet veel. Maar nu weet ik tenminste wat ik al kan en waar ik wil op letten.

Een testsok

In een van de vorige posts kon je al lezen dat ik de Curio Socks van Andrea Mowry wil maken. Maar er zijn dus een paar technieken die ik nog niet zo goed onder de knie heb. Zoals de kitchener stitch, of liever de Finchley Graft. Maar ook de gaatjes waar de hiel splitst.

En omdat ik perfectionistisch ben, wil ik natuurlijk dat het paar van mijn mooie handgesponnen wol wel goed is. Ik wil ze graag zo mooi hebben dat ik ze nooit meer wil af doen. Maar daarvoor moet ik dus eerst nog wat oefenen.

Daarom koos ik wat garen dat ik anders toch nooit zou gebruiken en maakte ik een kleinere versie van de sok. Zo kon ik alle stappen doorlopen en zien of het wel zou lukken. Sommige gingen prima vanaf de eerste keer. Er zijn dan ook nog technieken waar ik maar het beste van kan maken. En voor andere doe ik het toch liever anders. Zo krijg ik dan hopelijk dat fantastisch paar sokken.

Prima vanaf de eerste keer

Het is een sok die gebreid wordt vanaf de top. Nog nooit gedaan. Maar dankzij de handige video’s die vermeld worden in het patroon is het opzetten van de top heel goed gegaan. Ik heb juist zo’n heel klein lusje aan een van de hoekjes, waar ik wel weg mee zal kunnen.

Het patroon volgen was zo gemakkelijk. Alles staat heel goed uitgelegd. Daarom kon ik netjes alle steken averechts afhalen en het mooie kolommeneffect bekomen. Maar laat je niet misleiden door de kleur van de wol hier. Het maakt de strepen uit zichzelf. Voor de echte sokken zal ik twee kleuren gebruiken. De rode en gele sokkenwol die ik zelf spon. Met een beetje geluk heb ik nog genoeg geel over om een tweede paar te maken samen met het paars.

Het middengedeelte van de voet en het been gingen zo makkelijk dat ik hier wat minder rijen deed. Net genoeg om makkelijk de hiel te kunnen breien. Het engste deel van de sok (voor mij toch). De rij met restwol voor de hiel om dan later los te maken ging daarom ook goed. Op dit moment had ik het gevoel dat het wel goed ging komen. Maar ik had de hiel natuurlijk nog niet gebreid.

Het beste ervan maken

Verrassend genoeg heb ik aan de ene kant van mijn hiel geen gaatjes en aan de andere wel. Misschien spande ik mijn draad niet genoeg aan of nam ik op de verkeerde plek extra steken op. Geen idee. Ik hoop gewoon dat ik het zal kunnen minimaliseren voor de echte sokken. Maar stel nu dat dat niet het geval zou zijn. Dan kan ik gelukkig nog altijd de gaatjes dicht naaien.

De kitchener stitch heb ik eigenlijk al afgeschreven. Ik kan toch nooit onthouden in welke volgorde ik moet naaien en welke steken ik dan mag laten vallen. En als ik het zo hoor, ben ik niet de enige. Daarom had ik al een tijdje geleden besloten om die te vervangen door de Finchley Graft. En dat ben ik nog steeds van plan. Al was ik halverwege even afgeleid, omdat mijn draad per ongeluk over de naald kwam in plaats van eronder. Daardoor staan de steken precies wat scheef. Maar als ik weet hoe ik het kan voorkomen, is dat ook al een hele geruststelling.

Toch liever anders

En natuurlijk zou ik mezelf niet zijn, als ik het toch niet liever net iets anders wil doen. Ik wil de band van de hiel (die schuine lijn) smaller maken. Ik weet het niet, maar ik vind ze net iets te aanwezig. In plaats van vier steken wil ik er 2 gebruiken. En dat komt dan vanzelf overeen met de stekenkolommen aan beide zijden van de sok.

Maar dan. Mijn steekverhouding komt natuurlijk helemaal niet overeen, omdat ik mijn eigen wol gebruik. Dat wil zeggen dat ik een heleboel rekenwerk heb om de juiste cijfers te verkrijgen. Het is natuurlijk de bedoeling dat de sok past, hé. Als ik mijn hoofd er even bij kan houden, komt dat wel goed. Al kan ik pas zeker weten dat de sok past als ze af is en ik ze kan aandoen. Oh, ik hoop zo dat ze zullen passen. Ik wil geen tweede paar die ik niet kan dragen.

Ik ga ook de sok binnenste buiten breien via de techniek van het Portugees breien, dat wil zeggen dat ik alle steken omgekeerd brei. Nee, ik maak het niet moeilijker dan het is. Een rechtse wordt een averechtse. Twee steken rechts samen breien wordt twee steken averechts samen breien. Ik ben dat ondertussen al gewoon. Ik heb het liever zelfs. Ik brei sneller op die manier en heb minder last van mijn handgewrichten en nek.

Door deze testsok heb ik goeie moed gekregen. Ik weet wat het resultaat zal zijn en dat ik het kan. Het enige wat ik nu nog hoef te doen is starten.

Hoe sta jij tegenover sokken breien? Easy peasy of een ware nachtmerrie? En wat is je favoriete hiel? Ik ben nieuwsgierig. Laat gerust een bericht achter hieronder of deel een foto op facebook https://www.facebook.com/groups/hetsjettekastje. En als je dit bericht leuk vond, vergeet dan ook het duimpje niet. Tot volgende week.

Bronnen

Nieuwe werken

Azteca trui

Wat ben ik blij. Weer een project afgewerkt. Ja, ik weet het. Het is niet het aantal dat telt, maar het plezier van het maken. Dus ben ik blij. Het voelt als even geleden dat ik nog een trui gemaakt heb. Maar eigenlijk lijkt dat alleen maar zo. Het komt door The Shift van Andrea Mowry en de cowl (verrassing!) die ik tussendoor nog breide. De laatste trui was voor mijn broer en is zo’n twee maand geleden afgeraakt.

Details

Wat werkte

De Azteca wol had ik nog liggen tussen mijn voorraad. Ik had ze in 2021 besteld voor Black Friday en besloot ze nu eindelijk te gebruiken. Het werkte stimulerend om de bollen uit te halen en mijn voorraad wat te zien slinken. Want, waarschijnlijk net als jij, ben ik iemand die veel te veel wol heeft en altijd graag wat bijkoopt als er iets moois beschikbaar is.

Het patroon is wel geschreven voor de dunnere versie van Azteca, namelijk Azteca Fine Lux. Maar omdat ik dus nog de Azteca wol had, koos ik uiteraard daarvoor. Het was wel wat rekenwerk, omdat mijn steekverhouding dus helemaal niet overeen kwam met die van het patroon. Maar dat hield me niet tegen. Aan de hand van de teltekening en mijn steekverhouding kon ik al gaandeweg het juiste aantal steken en rijen bepalen.

Ik heb wel een aanpassing op het patroon gedaan. Het hele stuk wordt in ribbelsteek gebreid, maar persoonlijk vind ik de randen dan niet zo mooi. Daarom heb ik een kantsteek toegepast. Elke eerste steek heb ik averechts afgehaald zonder te breien. Het toont niet alleen mooier, ik verwachte ook dat het makkelijker zou zijn om de naden dicht te naaien.

Daarnaast ben ik wel heel tevreden met het resultaat, want ze zit als gegoten. Even vreesden we (de creadames van Femma Sjiek en ik) dat de mouwen wel wat nauw waren, maar de ribbelsteek sluit mooi aan. En het lijf zit ook goed. Toen ik het paste had ik er wel een lichte trui onder aan, dus misschien zit die zelfs nog beter dan gedacht. (Al ben ik wel van plan om wat af te vallen.)

Wat heb ik geleerd

Nu de trui af is en ik hem gepast heb, heb ik beseft dat ik een voorkeur heb voor een bepaalde lengte van trui. Ik had hier nog niet bij stil gestaan. Ja, er bestaan cropped truien en langere, maar ik heb het hier over de gewone lengte van een trui. Mijn voorkeur gaat uit naar 54cm, gewoon omdat dat voor mij dan juist lijkt te vallen. Deze trui is net iets korter. Wat ik een heel klein beetje jammer vind, maar waar ik toch mee kan leven. Ik ga er de trui niet voor aan de kant laten liggen.

Tot nu toe was ik altijd op mijn weerhouden geweest voor wol met kleurschakeringen. In het verleden heeft het me niet echt kunnen bekoren en daarom bleef ik er tot nu toe ver vanaf. Maar toen ik de wol kocht, durfde ik het te wagen. En ik ben nu blij dat ik uit mijn comfortzone gestapt ben. Ik heb de kleurwissels gewoon op me af laten komen, zonder manipulaties om de kleuren juist te laten uitkomen wanneer er een nieuwe bol gestart werd. Inderdaad, ik ben flink uit mijn comfortzone gestapt. En het resultaat mag er echt wel zijn, vind ik. In de toekomst zal ik waarschijnlijk nog met de flow meegaan.

Dankzij de app Click up heb ik een mooi overzicht gekregen over de tijd die ik aan deze trui gewerkt heb. Er is een handige time tracker die alles netjes bijhoudt (al haperde die af en toe, ik heb het toch goed kunnen bijhouden). Zo weet ik dat ik 1 dag, 5 uur, 4 minuten en 24 seconden aan de trui gewerkt heb over 38 dagen. Niet slecht, hé. Toen ik het laatst bijhield deed ik er ongeveer 12 weken over.

Evaluatie

Je mag dus gerust zeggen dat ik tevreden ben met het eindresultaat. Al zal ik de trui nog even aan de kant moeten leggen tot de herfst. Tja, dat krijg je als je niet met de seizoenen mee breit. Maar ik dacht eigenlijk dat ik er veel langer zou over doen. Dus ben ik extra tevreden dat de trui zo snel klaar is geraakt. Misschien heeft de dikte van de wol er ook wel iets mee te maken.

En de eenvoudigheid van het stuk en de steken, want alles wordt aan elkaar gebreid in een rechtse steek. Heel geschikt dus voor beginnende breiers. Maar ook leuk om eens iets minder moeilijk te maken voor ervaren breiers. Soms kan dat een welgekomen afwisseling zijn.

Welk project ben jij op dit moment aan het maken? Zijn je hoofd en handen al bij de winter of heb je iets lichters voor de zomer op je naalden? Ik ben nieuwsgierig. Laat gerust een bericht achter hieronder of deel een foto op facebook. En als je dit bericht leuk vond, vergeet dan ook het duimpje niet. Tot volgende week.

Bronnen

dit en dat

Sokkenonderzoek

Het is tijd om moedig te zijn. Sokken zijn altijd nogal riskant geweest voor mij. Een beetje een haat/liefde relatie om het zo te zeggen. Ik heb ze altijd graag willen/kunnen breien. Maar in het verleden was dat niet altijd succesvol.

De wonderlijke wereld van zelfgebreide sokken

Ca va met het eerste paar voor mijn broer. Naar het schijnt heeft hij ze nog altijd en draagt hij ze ook. Maar dat tweede paar voor mezelf was een totale mislukking. Er zaten gaatjes in de hiel en die kitchener stitch was nu ook niet bepaald gelukt. Maar het ergste was nog dat ze helemaal niet pasten. Toen had ik me voorgenomen om geen sokken meer te breien. Ik was geen sokkenbreier.

Maar telkens als het over sokken ging in gesprekken met andere breiers, kriebelde het toch stilletjes van binnen. Hoe zalig zou het zijn om mijn eigen paar sokken te kunnen breien. Sokken die passen uiteraard. Als ik dan toch mag dromen. En ook mooie unieke sokken. Want ik heb zou ze zelf gemaakt hebben en daar trots op zijn.

Maar van die droom ben ik nog veraf. Even terug naar de realiteit. Ik snap de constructie van de hiel helemaal niet. Die verkorte toeren zijn een nachtmerrie en dan die tweede helft van de hiel lukt gewoon niet. Ik zie het en begrijp het niet. Zelfs de jojo-hiel of boemeranghiel gingen moeizaam. Maar als je mij een beetje kent, weet je ook dat ik me daardoor niet laat afschrikken. Het was wat voorzichtig en af en toe twijfelend dat ik op zoek ging naar wat ik wou weten in de wonderlijke wereld van zelfgebreide sokken.

De zoektocht

Dankzij School of Sweet Georgia kwam ik al wat dichterbij. Nu wist ik al hoe je praktisch een sok breit. Maar ik wil graag een hiel zoals je ziet op commerciële sokken en die wordt niet getoond in de lessenreeks. Dus was nog wat bijkomend onderzoek nodig.

En dan heb je ook nog het feit dat je na een tijdje gaatjes krijgt in je sokken. Als we dan toch even realistisch kunnen zijn. Vooral aan de hiel waar je de meeste wrijving hebt. En wat zou het zonde zijn om een gaatje te krijgen in sokken waar je zoveel tijd en energie in gestoken hebt om ze te breien. Nee, dat is niet oké. Ja, je kan die gaatjes stoppen, maar ik merk dat ik daar enorm tegenop zie en ik weet dat het er waarschijnlijk niet van zal komen.

Vandaar mijn keuze voor de aftertought heel. Je maakt een gat in het rechte stuk en breit daar de hiel aan. Omdat je die breit in de andere richting, kan je ze ook makkelijk uittrekken en opnieuw breien zonder dat je sok voor de vuilbak is. Dat leek me wel iets. Maar toen had ik een bijkomende vraag. Hoe weet je nu waar je dat gat maakt? Want de hiel moet ook goed zitten, anders weg comfort.

Uiteindelijk kwam ik via referenties uit bij het Fish Lips Kiss Heel patroon van Sox Therapist. Een goeie om eens uit te proberen als het zover was. Wat later kwam ik de Curio Socks van Andrea Mowry tegen. En ik wist op slag dat ik deze wou breien. Wonder boven wonder, wordt in dit patroon de aftertought heel gebruikt. Ik had mijn eindbestemming bereikt.

Zelfgesponnen sokkenwol

Tijd dan om de wol te spinnen. Tijdens een workshop met Annick had ik wat vezels geverfd met wede, meekrap en blauwhout. En die wou ik heel graag als sokkenwol spinnen. De vezels waren een mengeling van Swifter, Blauwe Texelaar en lokale schapenwol. Ik heb ze per kleur samen gekamd. Alle wede, alle meekrap en alle blauwhout samen.

Zoals ik al aangaf wil ik echt stevige wol voor mijn sokken. Dus waren er keuzes te maken. Worsted spinnen geeft de sterkste draad. Check. En driedraads is wat steviger dan tweedraads. Maar dan nog zijn er veel verschillende keuzes. Een traditonele driedraads, waarbij je alle enkele draden samen in 1 richting twijnt, is het meest bekend. Maar in dit geval niet de beste optie.

De beste optie vond ik in het boek The Spinner’s Book of Yarn Designs van Sarah Anderson. Namelijk Crepe yarn. Check. Voor de spinners: je spint eerst twee enkele draden met een S-twist. Die twijn je dan met een Z-twist. Daarna spin je een derde draad met een Z-twist. Beide Z-twist draden twijn je opnieuw met een S-twist. Het eind resultaat is een gekabeld garen. Sarah legt het heel goed uit in haar boek. Supersterk en ideaal voor sokken.

Basic Crepe Yarn uit het boek The Spinner’s Book of Yarn Design van Sarah Anderson

Recent heb ik de laatste van de kleuren (blauwhout) kunnen afwerken. Al denk ik dat er misschien iets fout gelopen is. Het eindresultaat krult helemaal op… maar toen ik één van de vlechten op een bol winde, leek dat plots verdwenen. Hmmm, vreemd. Ik weet niet goed wat er hiermee aan de hand is. Dus legde ik mijn sokkendroom nog even aan de kant.

Maar nu ik een nieuw project kan starten, wil ik werk maken van die sokkendroom. Ik kocht het patroon en … ik was even overweldigd. Zou dit lukken? Wordt vervolgd …

Hoe is jouw ervaring met sokken breien? Leerde je het vroeger toen je klein was op school of pas later? Wat is je favoriete sokkenwol? Ik ben benieuwd. Laat gerust een bericht na hieronder of deel je foto’s in de facebookgroep. En vergeet ook het duimpje niet als je dit bericht leuk vond.

Bronnen

Nieuwe werken

The Shift Cowl

Wauw, vandaag kan ik je alweer een nieuw item tonen. Ik ben superblij dat het zo snel afgeraakt is. Want ik heb het er al vaak over gehad en ik wou deze al zo lang maken. En nu is het dus gelukt. De Shift Cowl is af.

Het is een patroon van Andrea Mowry die het in 2018 uitbracht en het is redelijk populair. Je zal het waarschijnlijk al zien passeren hebben. Het motief is zo in de smaak gevallen dat er ook shawl, muts, trui en cardigan van deze reeks bestaat. En het is zo leuk hoe er met kleur gewerkt wordt.

Details

  • Patroon: The Shift Cowl door Andrea Mowry
  • Wol: Hue Loco Backyard Chickens
  • Kleuren: Gold Comet (oranje), Pear (groen), Sage (blauw)
  • Gebruikte naalden: metalen rondbreinaald 3.5
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10cm = 27st x 35r (wijkt af van het patroon)
  • Maat: 1 maat

Wat werkte

Het patroon is heel duidelijk en grafisch. Het was dus zalig om deze cowl te breien. Na een tijdje heb je het ritme van de steken te pakken en ben je vertrokken. Je breit in mozaïek. Dat wil zeggen dat je in sommige rijen zelfs steken gewoon kan afhalen zonder breien en dat maakt het nog leuker, vind ik. Ik heb er echt van genoten. Ook van de kleurverlopen. Al heb ik zelf wel wat kleuren gewisseld op bepaalde plaatsen. Maar gewoon omdat ik het mooier vond.

Het is ook een heel leuke vorm om te breien. Je breit de cowl heen en weer onder een schuine hoek. Op het eerste zicht kan dat misschien intimiderend lijken, maar alles wordt echt heel goed uitgelegd. Het is leuk, gewoon omdat het eens iets anders mag zijn.

Dit is de eerste keer dat ik een i-cord zelfkant heb gebruikt. Vroeger vond ik het zo’n raar concept hoe die steken dan dichtdraaien, foe. Maar nu ben ik wel helemaal verkocht hoor. Het was even mijn gedachten op nul zetten en het patroon volgen. Ondertussen snap ik hoe het in zijn werk gaat en wil ik het zeker nog gebruiken.

Wat heb ik geleerd

In het starten was ik misschien iets te enthousiast en dacht ik niet na over de volgorde van de kleuren. Ik wou Golden Comet als hoofdkleur, dus koos ik dat als kleur A. Later bedacht ik me dat ik dat beter als kleur B genomen had. Er wordt meest van dat kleur in de achtergrond gebreit. Maar ik had zo iets van, het komt zoals het komt en het is oké zoals het is.

De wol was misschien niet de beste keuze voor dit project. Begrijp me niet verkeerd, ze is zalig om te breien en ik heb genoeg over om nog een prachtig project mee te breien. Maar de steekverhouding was toch niet helemaal oké ten opzichte van de opgegeven wol. Zowel voor het aantal steken en rijen zat ik er een beetje (al dacht ik doenbaar) naast. Daardoor heb ik het gevoel dat ze kleiner uitvalt (hoewel ik ze toch op de opgegeven maat heb kunnen blocken). Dat vind ik enorm jammer, want ik wou deze keer een royale sjaal zoals op de foto’s van het patroon getoond wordt. Daarom zou ik de cowl nog een keer willen breien met wol die meer gepast is.

Er is helaas iets fout gegaan bij het blocken. Bij het opspannen heb ik de hoeken niet helemaal gevonden door de i-cord zelfkant. Het is moeilijk te zien waar de ene zijde stopt en een andere start, omdat het nogal vlot in elkaar overloopt. Daarom heb ik aan de naad achteraan een raar zicht. Het lijkt alsof de sjaal niet juist aan elkaar genaaid is. Boven en onder steekt er zo’n hoekje uit. Bij het opnieuw blocken is dat natuurlijk zo opgelost. Maar zou ik dat wel doen? Het zit toch in de nek en mijn haar valt er over.

Tijdens het breien had ik ook een paar keer een steek laten vallen. Tja, het kan met de beste gebeuren. Ik merkte dat in de rijen met afgehaalde steken het gemakkelijk is om per ongeluk een steek mee te schuiven terwijl dat niet nodig is. Het is waarschijnlijk zo gebeurd. Maar ik heb het telkens op tijd gemerkt en de steek kunnen redden zonder al te veel uit te trekken. Het was toch wel een beetje opletten.

Evaluatie

Eigenlijk vind ik het jammer dat dit project al afgelopen is. Het leek zo snel te gaan. Ik denk dat ik er een kleine maand over gedaan heb. Het mocht ook wel eens snel gaan. Na al die langere projecten, snakte ik naar iets dat wat sneller kon. Het is zeker een aanrader (maar gebruik dan wel wol die meer gepast is, zou ik zeggen).

Ik weet al welk project het volgende zal zijn. Maar ik denk toch nog eens na over die andere wol. Wat denk jij?

Bronnen

Nieuwe werken

Combinatiespinnen

Vandaag wil ik iets moois met je delen. Een klein gelukje om het zo te zeggen. Ik ben een hele tijd bezig geweest met de drie vlechten dat ik van Annick gekocht heb op de hobbybeurs in Middelkerke. Ondertussen ben ik een heel eind opgeschoten en heb ik getwijnde wol klaar.

Details

  • Techniek: combinatiespin van 3 verschillende enkele draden
  • Vezels: 3x lontwol geverfd met proteïneverven door Annick Keters van Atelier Wulle&Papier
    • 100g Zuid-Amerikaanse Merino in fel en kaki groen (bovenaan)
    • 100g grijze Merino in kakigroen en appelblauwzeegroen (midden)
    • 100g gemeleerde grijze Merino in blauw en paars (onderaan)
  • Inspiratie: Resultaten van combinatiegesponnen wol van Andrea Mowry. Ze praat er soms over tijdens haar YouTube video’s.
  • Enkele draad: woolen gesponnen, zo dun mogelijk
  • Twijnen: klassieke driedraads
  • Grist: ongeveer 236 meter = 100 gram

Wat werkte

Voor dit project heb ik me echt geëngageerd om woolen te spinnen. Nadat de wol voor de Seeds and Stems Cowl wat ruwer uitgevallen was dan ik gehoopt had, wou ik leren om zachtere wol te spinnen. Tja, zachter dan Merino kan bijna niet. Dus daar zat ik wel al goed. Tijdens het twijnen gleden de draden soms door mijn vingers. En het is zalig om te voelen.

Maar ik wou ook zien of je meer lengte krijgt als je woolen spint. Wat blijkbaar zo zou zijn, omdat er meer lucht gevangen wordt tussen de vezels. En waar lucht zit, kan geen vezel zitten, waardoor de draad dus langer wordt. Ik geloof de theorie, maar ik heb eigenlijk geen vergelijk. De Seeds and Stems wol is ook woolen gesponnen. En ze is qua dikte en grist eigenlijk gelijkaardig. Verschil is wel dat dit een driedraads is en de andere een tweedraads.

Wat heb ik geleerd

Toen ik begon twijnen viel me onmiddellijk op dat het resultaat niet was wat ik er van verwacht had. Al weet ik eigenlijk niet meer zo goed wat ik er dan wel precies van verwachtte. Ik denk dat ik hoopte op meer kleurschakeringen. Er zijn bepaalde plekken waar beide groenen en blauw samenkomen waarop ik verliefd ben, maar er zijn andere plekken waar felgroen en paars samenkomen waar ik wat over twijfel.

Maar dat zou zeker kunnen, omdat ik er met mijn neus direct op zit te kijken. Ik heb er nog niet mee gebreid. Dat zou ook weer een heel ander effect kunnen hebben. Misschien komt het visueel nog redelijk blauwgroen in het geheel. Dat had ik wel zeker voor ogen. Ah ja, het is toch een leerproces. Door te doen, zie je wat het resultaat is en kan je het herhalen of bijsturen en later bewustere keuzes maken.

Evaluatie

Over het algemeen ben ik best tevreden met het resultaat. Zachte wol, check. Mooie kleuren, check (dank je wel, Annick) en regelmatig van dikte. Tja, hier en daar is het wel een stukje dikker dan op andere plaatsen, maar dat zijn details en het is trouwens altijd zo met handgesponnen wol. Ik vind wel dat het vrij regelmatig is. En het is de dikte die ik wou.

Ik heb wel nog geen idee wat ik met deze wol zou willen maken. In totaal zal ik 300 gram hebben, dus misschien wat weinig voor een trui (al tellen de meters natuurlijk). Maar misschien heel geschikt voor een shawl. Ik kijk al uit naar wat de MKAL van Sweet Georgia dit jaar zal zijn. Ik weet nog niet wat deze wol zal worden, maar ik zie wel.

Ik heb van elke vlecht nog een klein beetje over en wil daarmee graag nog een beetje experimenteren. De cursus “spinning intentional colour” heeft me meer inspiratie gegeven. Ik wil graag fractal spinnen en chain plying eens proberen. Twee technieken die ik nog niet eerder geprobeerd heb. Helaas ben ik vergeten wat ik wou doen met dat derde restje. Maar gelukkig kan ik dat later nog altijd beslissen.

Ik ga alvast labels maken voor deze wol. Want het is zo moeilijk om later nog te weten welke vezels en techniek ik toegepast heb. Zou ik een langere draad krijgen als ik maar twee draden twijn?

Bronnen

dit en dat

Over druk en emotie – meer tijd voor je projecten

Ik weet niet wat er is, maar de afgelopen week werd ik wat overspoeld door druk en emotie. Ik zag plots door de bomen het bos niet meer. Wat wou ik eerst afwerken? Maar ik heb nog dat en dat project ook en daarna wil ik al starten aan dat. Aaaaah, help! Het was zo erg dat ik even niets meer kon maken. Ik had even rust nodig in mijn veel te onrustige hoofd.

Te veel projecten

Even voor Kerst en net na Nieuwjaar had ik het al even over de projecten die ik dit jaar zou willen maken. Maar van zodra de lijst af was, bedacht ik me plots dat er nog een heleboel niet opstonden. En ongetwijfeld zal ik er nog een paar andere willen bijnemen. En alhoewel ik voor mezelf gezegd had dat ik het niet te strikt zou nemen en meer relaxed er mee zou omgaan, is dat tot nu toe nog niet echt gelukt.

Want op dit moment ben ik nog steeds bezig met de trui van mijn broer. En ik heb echt het gevoel dat ik er niet mee verder geraak. En dat komt omdat ik een pak minder tijd had om er aan te werken. Stilletjes aan is het weer tijd voor mij om werk te maken van, wel, werk. Dus dat zorgt voor minder tijd voor het breien van die trui. Want wat ik vroeger vrij kon doen op een dag, moet ik nu in de helft van de tijd proberen te doen. Geen wonder dus dat ik wat overspoeld werd.

Naast die trui wil ik ook nog de drie vlechten die ik bij Annick kocht op de hobbybeurs in Middelkerke spinnen. En dat heb ik eigenlijk tussen het spinnen van mijn sokkenwol genomen. Maar wat doe ik eerst? Breien of spinnen. Waar heb ik zin in? Ik weet het niet.

Time management

Dit is dus een goed leermoment om mijn tijd wat beter in te plannen. Op welke momenten kan ik wat doen? Time management, hoe ging dat ook alweer? De meest handige tips vond ik op tijdswinst.com. En ik wil ze graag even met je delen.

Eén daarvan is je vrije tijd inplannen. Niet werken, werken, werken tot je ‘s avonds geen zin meer hebt om ook nog maar iets te doen, waaronder hetgeen dat je eigenlijk de hele dag het liefst van al had willen doen. Maar eerst je vrije tijd en daarrond de werkblokken plannen. En dan ook best een vrije tijd die niets met je werk te maken heeft. Wat voor mij misschien wat moeilijk wordt, aangezien ik mijn hobby vanaf nu als werk kan beschouwen. Hmmm. Maar geen paniek, dan maak ik van mijn andere hobby’s vrije tijd. Straks ga ik even naar buiten…

Maar ook goed zorgen voor mezelf is belangrijk. Er zijn bepaalde zaken die ik liever wegduw, emotioneel gezien dan. En het is belangrijk om tijd vrij te maken om net dat niet te doen en ze wel te verwerken. Daar ben ik nu mee bezig. Het is niet altijd even gemakkelijk, maar toch een schouderklopje voor mezelf.

Maar met die twee tips red ik het natuurlijk nog niet. Het zal plannen worden. En dat zal me dan ook weer wat meer rust in mijn hoofd geven. Een agenda lijkt me logisch. Maar welke? Ga ik digitaal of gebruik ik mijn bullet journal. Ik ben eerder geneigd naar het laatste. Maar op dit moment heb ik een systeem nodig die meer energie opbrengt dan het vraagt. Met andere woorden, eentje die ik niet steeds opnieuw moet tekenen of kopiëren. Maar ik wil natuurlijk wel het overzicht bewaren en niet met 2 of 3 agenda’s werken. Owkay, bullet journal dus. Ik denk nog wel even na over de template. En dan kan ik beginnen met taken, gesprekken en to do’s te plannen.

En dat kan al een heel pak helpen voor dat overvolle hoofd, maar er zullen nog een heleboel ideeën en creatieve gedachten door mijn hoofd blijven spoken. En ook dat zal een plaats nodig hebben op papier. Het is niet echt de bedoeling om met alles iets te doen, maar om ze gewoon uit mijn hoofd te krijgen en er niet constant aan hoeven te denken. Als ik ze nodig heb, kan ik ze gewoon later bekijken, want ik ben ze niet vergeten. Alles staat netjes op mijn braindumplijst.

En dan wordt het tijd om prioriteiten te stellen. Gelukkig bestaat het Eisenhower model. Je gaat na wat belangrijk is en wat niet en of het dringend is of niet. Zo pas je je taken in 4 hokjes. Wat dringend en belangrijk is, wil je doen. Wat niet dringend is, waar wel belangrijk, wil je plannen. Wat niet belangrijk is, maar wel dringend, kan je delegeren. En wat niet belangrijk en niet dringend is, doe je lekker niet, ha. Dit zal me zoveel meer rust geven. Ik kan alweer niet wachten om er mee aan de slag te gaan.

Nu op dit moment zie ik alweer een klein stukje bos. Het komt goed. Ik ga met deze tips aan de slag en zal in snel wel weer rust in mijn hoofd hebben. Geen stress dus. Word jij ook soms overspoeld?

Bronnen

Voor de tijd van het jaar

Goede voornemens en beste wensen

Een nieuw jaar en we zijn weer terug klaar voor een hele nieuwe start. Daarom eerst en vooral: Beste wensen! Ik wens je een wollig jaar toe. Eentje waarin je veel plezier mag beleven aan de projecten die je maakt. Bij een nieuw jaar horen ook goede voornemens. En alhoewel ik niet de persoon ben die ze maak, wil ik dit jaar graag een uitzondering maken voor deze goede voornemens.

Nieuwe techniek

Je zal me ondertussen misschien al kennen. Stilstaan is achteruit gaan en er valt altijd wel iets nieuws te leren. Bij elk project leer je bij. Al is het maar een klein geluk zoals oefenen en beter worden. Maar je kan het natuurlijk ook groter zien en gaan voor een nieuwe techniek, zoals ik van plan ben.

Misschien wordt het fair isle, brioche of een nieuwe steek. Of misschien wordt het een patroon dat ik nog nooit op die manier gebreid heb. Ik heb er nog niet echt over nagedacht, maar heb er dit jaar nog genoeg tijd voor. Oh, ik denk net aan iets. Misschien meer breien met zelfgesponnen wol, dat echt onder de knie te krijgen en zelfs betere wol kunnen maken (de wol voor mijn cowl is misschien toch wat hard voor mijn gewrichten).

Ik denk dat dit goed voornemen wel eenvoudig zal zijn. Meestal gaat bijleren vanzelf.

Eigen patroon

Hoe mooi zou het zijn om een volledig origineel, zelfuitgezocht en geschreven patroon te maken. Vorig jaar had ik al een prachtig idee: de Maple shawl. Het was raar. Plots kreeg ik een beeld voor ogen van een esdoornblad. En ik dacht toen: hoe mooi zou dat zijn voor een shawl. Ik heb nu enkel nog maar een ruwe schets, maar het is de bedoeling om het dit jaar verder uit te werken. Hopelijk heb ik tegen het einde van het jaar een afgewerkte sjaal en patroon.

Dit goed voornemen is misschien wel ambitieus, maar ik zie het helemaal zitten. En ik leer onmiddellijk ook iets bij over patronen maken. Check-check.

Het Sjettekastje

Dit voornemen is voor mij misschien nog wel het belangrijkst! Sinds kort weet ik welke richting ik uit wil met mijn carrière, na heel veel zoeken en twijfelen. Het is niet makkelijk geweest. Maar ik heb het licht gezien en hoe kan het anders dan de creatieve richting uit gaan.

Ik zou heel graag het Sjettekastje verder uitwerken tot een winkel. En ik zou er naast de tweedehands wol, zelf geverfde en gesponnen wol willen verkopen. Maar het Sjettekastje zou het Sjettekastje niet zijn als dat niet met respect voor de planeet kan.

Heel veel vachten van schapen worden na het scheren gewoon weggegooid. Wat een schande en verlies. Ik zou die vachten willen gebruiken om wol te spinnen, zodat ze gered kunnen worden van de afvalberg. En het verven zal zo veel mogelijk op zonne-energie gebeuren en met natuurlijke verfmiddelen (zoals avocadoschillen, schillen van ui, koffieresten en planten die in overvloed te vinden zijn). Het is een filosofie die me zo nauw aan het hart ligt en die het hart van de winkel zal worden.

Nu ben ik nog even bezig met een stage. Daarna is het de bedoeling om er echt werk van te maken. Ik heb al mensen die me daarmee gaan helpen. En hopelijk jij ook door het project te steunen.

To-do lijstje

Een paar weken geleden heb ik al eens een lijstje gemaakt van wat ik dit jaar allemaal zou willen maken:

  1. back to basics uitdaging
  2. the shift cowl Andrea Mowry
  3. maple shawl
  4. Azteca fine lux seamless sweater knitting pattern Katia
  5. MKAL sweet georgia
  6. Foldlines Norah Caughan of Kokebi Sweater Lucia Ruiz de Aguirre
  7. Curio Socks Andrea Mowry
  8. Chimney sweater Strikkelisa
  9. Striped Top Tatsiana Kupyianchyk

Maar ondertussen is er nog zoveel bijgekomen. Verdorie toch. Waarom zijn er zoveel mooie patronen en waarom heb ik zoveel inspiratie? Het is waarschijnlijk wel iets dat je kent. Ondertussen hebben Anne en Sonja me gecontacteerd om een trui te breien van 100% alpaca, geschoren van het dier dat bij Anne in de wei staat. Tuurlijk zie ik dat zitten.

En misschien wil ik dit jaar een nieuwe boodschappentas maken. Eerst breien en daarna laten vervilten in de wasmachine (Check, nieuwe techniek). Er was nog een adventbox over en de wol zou ik willen gebruiken voor een restjes trui in kleurverloop. En in de loop van het jaar zullen er waarschijnlijk nog projecten bijkomen.

Ik hoop gewoon dat de lijst hierboven zal lukken. Ik wil er een jaar tijd vrij voor maken en ik denk wel dat dat zal lukken, aangezien ik hetzelfde aantal projecten ongeveer in een half jaar heb gedaan. Maar geen stress, wel genieten van het maken.

Niet te hard zijn

En dat brengt me bij mijn laatste goede voornemen. Het is ook de reden waarom ik de back-to-basics uitdaging vorig jaar aangegaan ben. Ik wil nog steeds bewuster gaan breien en meer genieten van het product en het maken.

Ik wil de race tot de eindstreep vertragen en meer procesgericht te werk gaan. Later zal ik nog genoeg tijd hebben om te genieten. Maar het maken is net zo plezant en zou niet verwaarloosd mogen worden. Daarom wil ik de tijd nemen en niet te hard zijn voor mezelf als het toch wat langer zou duren. Want daarna komt er nog een jaar, toch? En het belangrijkste is nog altijd plezier hebben.

Al denk ik misschien dat dit goed voornemen gemakkelijk zal zijn, soms zal ik er mezelf toch eens aan moeten herinneren. Ik heb nogal de neiging om zoiets te vergeten. Misschien een goed idee om een spreuk af te drukken en in te kaderen. Ik kan ze dan in mijn (toekomstige) hobbyruimte hangen, zodat ik er aan herinnerd wordt.

Ik weet wat me te doen staat dit nieuwe jaar. Wat zijn jouw goede voornemens?

Nieuwe werken

Naranja trui

Zo, ik kan er nog eentje van mijn to do-lijst schrappen. De Naranja trui is eindelijk af. En dat mocht wel na ongeveer 9 maanden. Ik dacht dat ik blij was, tot ik een berichtje stuurde naar de toekomstige eigenares. Ze was helemaal in de wolken.

Vorig jaar vroeg ze me om een trui die ze had na te maken. Ze vond het zo jammer dat de trui versleten was, dat ze graag hetzelfde model wou. Ze wist dat ik kon breien en maakte een grapje toen ze vroeg of ik ze niet voor haar wou maken. Ik was heel serieus toen ik ja zei. Het heeft even geduurd, maar het resultaat mag er zeker zijn.

Details

  • Patroon: eigen patroon
  • Inspiratie voor V-nek: Oats and Honey door Drops Design
  • Wol: Katia Basic Merino kleur 20
  • Gebruikte naalden: verwisselbare rondbreinaalden nr. 4 in bamboe
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10 cm = 19,5 st x 25 r (in Portugees averechts)
  • Maat: XL

Wat werkte

Het heeft even geduurd voor ik er echt mee aan de slag kon gaan. Ik had mijn proeflapje gebreid met bamboe naalden in Portugees averechtse steek (omdat dat het snelst zou gaan, ha). Maar op het moment dat ik wou starten, had ik die naalden niet vrij. Dus startte ik met metalen naalden. Ik had al zo’n 2,5 bollen gebreid wanneer ik vaststelde dat de afmetingen helemaal niet klopten. Ik heb het dus opnieuw mogen doen met die bamboe naalden. Gelukkig klopte het toen wel.

Het resultaat van de stof is ideaal en het beste is nog dat ze in de wasmachtine (wel op het wolprogramma) kan gewassen worden. De Basic Merino wol van Katia is zo zacht en ze valt fantastisch. Ik ben heel blij met deze keuze. En er zijn ook zoveel mooie kleuren beschikbaar. Strepen zouden ook mooi zijn voor deze trui. Al koos mijn vriendin voor fel oranje, haar lievelingskleur.

Toen ik bezig was met de eerste schoudernaad dicht te naaien, was ik omver geblazen door de netheid van mijn naden. Nee, ik overdrijf niet. Ik denk dat ik nog nooit zo’n mooie naad heb afgewerkt. Ik kan het me toch niet herinneren. Beide zijkanten liggen zo netjes naast elkaar. Precies gelijk een professionele trui. Wauw.

Wat heb ik geleerd

Door de cursus Fundamentals to Finishing Knits van Holli Yeoh voor School of Sweet Georgia te volgen, heb ik een heleboel bij geleerd. En tijdens dit project heb ik voor de eerste keer mijn minderingen gewisseld. Normaal gezien brei je twee steken samen als je naar links wil minderen en brei je twee steken gedraaid rechts samen als je naar rechts wil minderen. Maar Holli toont dat op professionele truien de minderingen gewisseld zitten. Dus door dit nu toe te passen, lijkt de trui net uit de winkel te komen.

Daarnaast was het ook de eerste keer dat ik een kolom afgehaalde steken heb toegepast vooraan op de trui. Eigenlijk hield dat niet zo veel in. De ene rij breide ik de steek door de achterste lus en de andere rij haalde ik ze af zonder te breien op de rechter naald. Zo ontstaat er een mooie lijn van langere steken die ook wat meer textuur aan de trui geven.

Ik heb de averechtse naad aan de zijkanten en onderkanten van de mouwen ook weer toegepast. Dit deed ik voor het eerst bij Yume. Ik vond het zo’n vrouwelijk accent geven dat ik besliste om het bij deze trui ook te doen. Ze is in feite makkelijk toe te passen (maar ja, dat is bij alles als je eenmaal weet hoe het gaat). Het pand breide ik averechts. Dus elke eerste steek op mijn naald was een rechtse. Voor de Engelse en Continentale breiers onder jullie: als je alle steken rechts breit, brei je de eerste averechts.

Deze trui heeft me er ook aan herinnert dat blocken echt wel het verschil maakt. Mijn vriendin kwam even passen voor ik aan de mouwen begon en we waren het er beiden over eens dat de trui te kort was. Bij het blocken is dat helemaal goed gekomen. Het was net alsof alle steken op zijn plaats vielen. En het resultaat is daarnaast gewoonweg veel effener, waardoor het opnieuw wat professioneler toont.

Evaluatie

Ik ben dus heel tevreden van dit project. Zeker over het feit hoe ze precies uit de winkel zou kunnen komen. Maar het mocht wel wat sneller gaan. Ik had het gevoel dat ik er eeuwen mee bezig geweest ben. Gelukkig kan ik deze alweer afvinken en aan iets nieuws beginnen. Hmm welke zou ik kiezen?

Bronnen

Nieuwe werken

Proteïneverven en kleur

Weet je nog dat ik pas kon beginnen met spinnen van mijn sokkenwol wanneer het huidige spinproject klaar zou zijn? Wel, die dag is aangekomen. En het resultaat wil ik graag met je delen vandaag. Het is de allereerste keer dat ik met proteïneverven gewerkt heb en het is nogal een experiment geworden.

Proteïneverven

Naast natuurlijke verfmiddelen heb je ook proteïneverven om wol en andere dierlijke vezels te kleuren. In plaats van planten zijn dit eerder chemische kleurstoffen. Ze geven dan ook veel fellere kleuren en dus een heel ander resultaat. In het Engels worden ze Acid Dyes genoemd, omdat je een zuur (in mijn geval azijn) nodig hebt om de kleur te laten binden aan de wol.

Het was Annick die me kon overtuigen om deze techniek te leren. Omdat ik heel bewust ben van de manier waarop ik omga met mijn omgeving, stond ik wat weigerachtig ten opzichte van chemische verfstoffen. Want je weet maar nooit. Iets dat niet natuurlijk in de wereld aanwezig is, kan eventueel schade toebrengen. Maar tijdens een workshop heeft ze me getoond dat je veel minder energie en water nodig hebt. En zo wordt komt alles weer in balans.

Proteïneverven geven ook zo’n mooie kleuren. Het resultaat is echt volledig anders en je kan het dus helemaal niet vergelijken met natuurlijke verfmiddelen. Al vind ik nu dat beide hun charme hebben. Misschien blijf ik ze in de toekomst wel beide toepassen. Wie weet.

Wol

We kleurden een mengeling van wolsoorten (waaronder Rouge de l’ouest, Swifter, Blue de maine, Masham, Merino, Wensleydale, Texelaar en English Leister). Door de wol niet te kammen en de lokken op zijn geheel in de verfpot te doen, bekom je mooie kleurschakeringen. Wat dan weer een interessant resultaat geeft tijdens het spinnen.

Na wat theorie, hebben we twee verfpotten gemaakt. Mijn eerste pot bestond uit geel, groen en blauw in strepen. Links in de pot deed ik groen. In het midden geel en rechts blauw. De volgorde heeft te maken met het bekomen van bruin wanneer bepaalde kleuren gemengd worden (in dit geval groen en blauw). Tussen het geel en blauw kreeg ik een frisser groen, die voor een hele mooie combinatie zorgde.

In de tweede verfpot heb ik geel, rood en paars gecombineerd. Maar hier wou ik eens iets anders proberen en werkte ik in cirkels. Aan de rand paars, in het midden geel en rood ertussen in. Op de een of andere manier ontwikkelde ik een kuiltje en kon het paars in contact komen met het geel. Samen geeft dat bruin. Maar ik ben eigenlijk aangenaam verrast, want het komt olijfgroen uit en ik vind het een prachtig kleur.

Spinnen

Bij het zien van die prachtige kleuren kon ik niet wachten om er mee te spinnen. Maar ik wou wel een plan hebben. Origineel was het de bedoeling om een enkele draad uit de eerste verfpot te combineren met een enkele draad uit de tweede verfpot. Maar toen was ik ook wat bang dat er te veel kleur zou zijn. Want dan krijg ik zo goed of het hele kleurenwiel in één streng. Zou dat op iets trekken?

Daarom heb ik een kleine aanpassing gedaan in het plan. Ik wou een streng met twee draden uit dezelfde verfpot elk. En met de overschot zou ik dan de mengeling maken. En het resultaat mag er zeker zijn. Van alle strengen. Ik ben even tevreden met alle drie de kleuren.

Nu heb ik drie kleuren die bij elkaar passen en die in elkaar overlopen. Ideaal om een fade-project mee te maken. Zo waar je van het ene kleur overgaat naar het andere, je weet wel. Al denk ik dat ik niet genoeg heb voor een groot project. Maar dan nog kan ik combineren met een neutrale kleur, hé.

Uiteindelijk heb ik meer wol van de ene verfpot dan van de andere. Maar voor dit project stoort me dat eigenlijk niet echt. Van streng(en) A (geel, groen en blauw) heb ik nu 77g. Van streng B (geel, groen, blauw, rood en paars) heb ik nu 55g en van streng(en) C (geel, rood en paars) heb ik nu 126g.

Ervaring

Dit was heel leuk om te doen en het heeft zeker mijn blik op wol verven verruimt. Met deze techniek is zoveel mogelijk. Al geef ik eerlijk toe dat de kleuren voor mij heel gedurfd zijn. Ook al passen de kleuren goed bij elkaar, ik heb het gevoel dat ik de volgende keer toch misschien wat meer op veilig zal spelen.

En ook het spinnen zelf was bijzonder. De verschillende soorten rassen hebben verschillende eigenschappen en vezellengte. De Wensleydale krult enorm, terwijl er andere wat ruwer zijn en de Merino dan weer zachter. Omdat ik de lokken niet kon kammen (want dan zouden al die mooie kleuren verdwijnen) vroeg het toch wat aanpassen tussen het spinnen van de verschillende lokken.

Deze wol leg ik even aan de kant tot ik weet wat ik er mee wil maken. Maar nu kan ik wel aan de slag met mijn sokkenwol. Al heb ik wel nog wat kamwerk voor de boeg voor ik zover ben. Wat zou jij met deze wol willen maken?

Bronnen

Inspiratie

Socktober

Stilletjes krijgen mijn voeten het wat kouder met de herfst die er aan komt. Gelukkig is het deze maand socktober! Het is al een tijdje aan het kriebelen om opnieuw sokken te proberen breien. Al zal dat wel een groot werk zijn, want ik ben een echte leek als het op sokken aan komt (op een paar experimenten na). Maar ik ben klaar voor een nieuwe poging.

Goesting

Een paar jaar geleden kreeg ik het Soxx book van Kerstin Balke cadeau voor Kerst van mijn broer. Sindsdien heb ik één paar voor hem gebreid en heb ik een tweede paar opgegeven. Maar sinds kort had ik het er een paar keer over met een vriendin en de kriebel is er opnieuw.

Want hoe fantastisch zou het niet zijn om mijn eigen paar zelfgebreide (van misschien wel zelfgesponnen wol) paar sokken te hebben. Ja, dat wordt mijn volgende spinproject. Vanaf dat de wol klaar is die nu op mijn spinnewiel zit, wil ik hiermee starten. En zoals altijd: ik kan niet wachten.

Plan van aanpak

Maar voor het zover is, heb ik eerst een plan nodig. Ik heb nog een beetje hulp nodig voor ik een paar afgewerkte sokken kan hebben. Welke wol ga ik gebruiken? Hoeveel heb ik nodig? Welke spin- en twijntechniek zijn voor sokken het best? Hoe maak ik nu zo’n mooie hiel? En vooral, hoe laat ik mijn sokken passen? Tijd dus om een beetje onderzoek te doen.

Er zijn een paar boeken, lessen en patronen die ik zou willen bekijken voor ik start. Kwestie van me goed voor te bereiden en de technieken al wat onder de knie te hebben voor ik aan het echte werk start. Want ik denk dat ik al weet welke wol ik ga gebruiken. En ik vermoed dat ik de volledige hoeveelheid zal nodig hebben. Veel foutmarge heb ik dus niet.

Spin to knit socks

Uit deze cursus wil ik vooral de spin- en twijntechniek even in detail bekijken. Want als ik een fantastisch paar sokken kan breien, wil ik natuurlijk ook dat ze een hele periode mee gaan. En ik heb al opgevangen dat de ene techniek beter is dan de andere. De juiste kiezen is dus belangrijk.

Op het eerste zicht lijkt me de short forward– of short backwards worsted spinmethode het best, omdat dit een heel sterk resultaat geeft. Een 3-ply zou ook beter geschikt zijn, omdat het de wol sterker zou maken. Maar binnen die keuzes van spinnen zijn er nog een aantal varianten die ik wil onderzoeken.

How to knit socks

Dit zou dan de volgende cursus zijn die ik wil volgen. Gewoon om van nul te starten en te begrijpen hoe alles nu precies in een zit. Misschien dat ik de hiel niet echt zal volgen, maar het aspect dat je leert passende sokken breien met iedere wol en steekverhouding spreekt me enorm aan.

Hieruit hoop ik vooral op de juiste maat te kunnen werken. Ik wil wat er met mijn vorig paar sokken (die dat ik uiteindelijk opgegeven heb) vermijden. Als ik een paar brei, wil ik heel graag dat ze passen. En dan wil ik niet op het einde vast stellen dat ze te smal zijn. Wat meer planning vooraf is dus misschien niet slecht.

Soxx Book

Oké, toegegeven. Ik ben nogal kritisch over de hiel. Liefst van al wil ik zo’n hiel dat je ziet op commerciële sokken, want dan lijken ze net echt. Ik weet het niet. Het zit waarschijnlijk tussen mijn oren. Maar ik wil dus kost wat kost die hiel kunnen breien en dan liefst ook zonder gaatjes. Daarom ga ik de techniek van de boemeranghiel die in dit boek uitgelegd wordt nog eens grondig bekijken, ontleden en oefenen.

Al weet ik niet of ik me onmiddellijk aan een van de patronen zal wagen. Misschien is die jacquard techniek nog iets te vroeg, al zijn ze zoooo mooi. Misschien wordt het eerder de Curio Socks van Andrea Mowry of de Fish Lips Kiss Heel sokken van Sox Therapist. Veel zal afhangen van de hoeveelheid wol die ik uiteindelijk zal hebben.

Wol

Tijdens de zomer volgde ik een cursus natuurlijke verfmiddelen gebruiken op wol bij Annick Keters en daarbij heb ik rode, paarse en gele wol geverfd. Ik was er nog niet helemaal uit, maar nu weet ik zeker dat ik er sokkenwol van wil maken. Maar de hoeveelheid is wel beperkt. Ik weet dus niet of ik voldoende zal hebben.

Voor me zie ik 3 paar sokken. Paar 1 is bijvoorbeeld rood, met gele teen, hiel en boord. Paar 2 is dan paars met rode teen, hiel en boord en paar 3 is dan geel met paarse teen, hiel en boord. Dat zou ideaal zijn. Maar als ik niet voldoende heb (wat wel het geval zal zijn), wil ik de sokken van Andrea Mowry wel proberen. Of ik zou ook nog kunnen combineren met een neutraal kleur.

Hopelijk heb ik je kunnen warm maken om ook aan sokken te beginnen. Maar wees gerust. Ik ben mijn huidige projecten niet uit het oog aan het verliezen. Stilletjes aan krijgen ze meer en meer vorm en kan ik al eens aan iets nieuws denken. Heb jij een favoriet sokkenpatroon?

Bronnen