Inspiratie

Kiezen, maar niet verliezen

De laatste tijd hoorde ik dit spreekwoord opnieuw een paar keer toen ik bezig was met breien. En ik ben er geen favoriet van. Ten eerste omdat niemand houdt van verliezen. En ten tweede omdat het zo negatief klinkt. Vandaag wil ik je van het tegendeel bewijzen.

Favoriet

We hebben allemaal een voorkeur. Zeker als het op wol aankomt. Je hebt misschien graag acryl, of liever katoen en anderen zweren bij wol. Dat is allemaal oké. Ieder zijn ding. Er is geen foute keuze, zou ik zeggen.

Maar dan kan je nog wat verder gaan. Want je hebt zachte, maar ook ruwere katoen. Idem voor de andere soorten. En misschien vraagt je project net om die ene soort. Als je veel amigurimi haakt, zal je waarschijnlijk veel werken met de stevigere soort die zorgt voor de vastheid dat je nodig hebt.

Als je voor baby’s een rompertje wil breien is het natuurlijk net andersom. Je wil dan misschien kiezen voor de zachtheid van alpacawol. Zoals ik al zei: er is geen foute keuze. Maar los van de keuze van onze projecten, hebben we over het algemeen toch elk ons favorietje. Geef maar toe.

Kleur

En dan zeker qua kleur. Je ziet misschien graag geel. Je vriendin ziet dan weer graag paars en je mama groen. Maar ook van elke kleur zijn er zoveel mooie tinten. En van dat geel zie je misschien liefst fluogeel. Of misschien toch liever oker. Och ja, die vijftig tinten …

En je kan dan misschien wel graag geel zien, maar veel beter met een ander kleur staan die past bij je teint. Als je een wintertype bent, sta je beter met blauw, groen en rood. En dan vooral de heldere tinten van die kleuren. Want je hebt ook nog pastels en donkere tinten.

Soms is het heel moeilijk om kleur te kiezen. Past die nu echt zo goed bij me? Of past het voor het project dat ik voor ogen heb? Wat geeft het als jij maar vindt dat het past. Soms kan het gebeuren dat je wat twijfelt door wat je omgeving aangeeft. En al mag je zeker luisteren, uiteindelijk maak jij het en wil jij er tevreden mee zijn. Zoals Marie Kondo het zegt: Spark joy!

Garen

Er is ook nog zoveel te vertellen over het type garen. Er is gladde, effen wol. Er bestaat ook bouclé, draad met bling bling, pluizig garen en ga zo maar door. En ook hier zal je project meestal een impact hebben op je keuze. Maar ook hiermee doe je eigenlijk wat je zelf graag wil. Als je het graag pluizig hebt, go for it!

En dan heb je kleuren in één tint. Die zijn helemaal in dat geel dat je zo graag ziet. Maar er zijn ook bollen met bijvoorbeeld twee of drie tinten geel. En dat wisselt dan wat op de bol. Er bestaan ook kleurverlopen: van geel over groen naar blauw bijvoorbeeld. En zo kan je als herfsttype misschien toch voor je lievelingskleur kiezen. Als je nog verder kijkt, zie je ook gespikkelde, tweed en gevarieerde garens. (Ik ben ervan overtuigd dat ik er nog een paar over het hoofd zie.) Dat zijn ook allemaal perfecte keuzes als je ze maar graag ziet.

Keuzes maken

Maar als we keuzes maken, staan we hier niet echt bij stil. Het voelt natuurlijk aan om voor het ene te kiezen in plaats van het ander. Oké toegegeven, soms sta je uren in de wolwinkel om de juiste wol uit te kiezen. Maar ik durf wedden dat je ook wel een keer direct aangetrokken werd door die kleine schat die daar in het rek lag. Dan heb je niet veel meer nodig. Je wil dan enkel nog weten hoeveel je er van nodig hebt.

Maar laten we eerlijk zijn. Soms is keuzes maken echt niet gemakkelijk. Want je kent waarschijnlijk ook het gezegde: “kiezen is verliezen”. En al kan ik begrijpen dat dat waar is, ik geloof oprecht dat je ook heel veel wint. Want als je niet kiest, heb je geen van beide. Als je kiest heb je wel iets. Het is maar hoe je het bekijkt, hé. Is je glas halfvol of half… ?

De dag van vandaag is er ook weer zoveel keuze voor één bepaald artikel. Dat kan ons ook wel keuzestress geven. En dat kan enorm lastig zijn. Want je project kan heel mooi zijn in dat ene kleur, maar het kan even mooi zijn in dat ander kleur. Tja, voor welke kleur ga je dan. Een muntje gooien? Of met de bollen gooien en die die je vangt, wordt het? Opnieuw: kies vanuit je hart. Je kan geen verkeerde keuze maken. Je kan je project later nog eens opnieuw maken in dat ander kleur, toch?

Mijn favoriet

Op dit moment is de Golden Comet van Hue Loco mijn favoriet. Ik ben verliefd op de spikkel en de verschillende kleuren. Normaal gezien heb ik het niet voor oranje. Echt niet. Dat is niet mijn kleur. Maar op de een of andere manier werkt dit voor mij en ben ik er stiekem een beetje verliefd op. Ik heb nog wat over na The Shift cowl en ik ben al aan het denken waarvoor ik de rest zou kunnen gebruiken.

Een nipte tweede is de rode sokkenwol die ik gesponnen heb. Opnieuw is het de kleur die me aanspreekt. Het is zo’n prachtige tint rood, wauw. Kon ik maar meer meekrap vinden, ik zou er zoveel wol mee verven. Op dit moment ben ik ze aan het gebruiken voor de Curio sokken.

Welke wol is op dit moment jou favoriet? Kies je voor kleur of voor structuur? En kan je makkelijk kiezen? Ik hoor het graag. Laat gerust een bericht achter hieronder of deel een foto op facebook. En als je dit bericht leuk vond, vergeet dan ook het duimpje niet. Tot volgende week.

Bronnen

dit en dat

Tech check

Wat weet ik nu van sokken breien? Inderdaad, niet zoveel. Wil ik daarom al mijn prachtige wol gebruiken voor iets dat misschien niet zal lukken? Hmmm, dacht het niet. Daarom kreeg ik het idee om eerst een testsok te breien. Ik vond het wel een behoorlijk slim idee, al zie jij er misschien het nut niet van in. En ja, het lijkt op niet veel. Maar nu weet ik tenminste wat ik al kan en waar ik wil op letten.

Een testsok

In een van de vorige posts kon je al lezen dat ik de Curio Socks van Andrea Mowry wil maken. Maar er zijn dus een paar technieken die ik nog niet zo goed onder de knie heb. Zoals de kitchener stitch, of liever de Finchley Graft. Maar ook de gaatjes waar de hiel splitst.

En omdat ik perfectionistisch ben, wil ik natuurlijk dat het paar van mijn mooie handgesponnen wol wel goed is. Ik wil ze graag zo mooi hebben dat ik ze nooit meer wil af doen. Maar daarvoor moet ik dus eerst nog wat oefenen.

Daarom koos ik wat garen dat ik anders toch nooit zou gebruiken en maakte ik een kleinere versie van de sok. Zo kon ik alle stappen doorlopen en zien of het wel zou lukken. Sommige gingen prima vanaf de eerste keer. Er zijn dan ook nog technieken waar ik maar het beste van kan maken. En voor andere doe ik het toch liever anders. Zo krijg ik dan hopelijk dat fantastisch paar sokken.

Prima vanaf de eerste keer

Het is een sok die gebreid wordt vanaf de top. Nog nooit gedaan. Maar dankzij de handige video’s die vermeld worden in het patroon is het opzetten van de top heel goed gegaan. Ik heb juist zo’n heel klein lusje aan een van de hoekjes, waar ik wel weg mee zal kunnen.

Het patroon volgen was zo gemakkelijk. Alles staat heel goed uitgelegd. Daarom kon ik netjes alle steken averechts afhalen en het mooie kolommeneffect bekomen. Maar laat je niet misleiden door de kleur van de wol hier. Het maakt de strepen uit zichzelf. Voor de echte sokken zal ik twee kleuren gebruiken. De rode en gele sokkenwol die ik zelf spon. Met een beetje geluk heb ik nog genoeg geel over om een tweede paar te maken samen met het paars.

Het middengedeelte van de voet en het been gingen zo makkelijk dat ik hier wat minder rijen deed. Net genoeg om makkelijk de hiel te kunnen breien. Het engste deel van de sok (voor mij toch). De rij met restwol voor de hiel om dan later los te maken ging daarom ook goed. Op dit moment had ik het gevoel dat het wel goed ging komen. Maar ik had de hiel natuurlijk nog niet gebreid.

Het beste ervan maken

Verrassend genoeg heb ik aan de ene kant van mijn hiel geen gaatjes en aan de andere wel. Misschien spande ik mijn draad niet genoeg aan of nam ik op de verkeerde plek extra steken op. Geen idee. Ik hoop gewoon dat ik het zal kunnen minimaliseren voor de echte sokken. Maar stel nu dat dat niet het geval zou zijn. Dan kan ik gelukkig nog altijd de gaatjes dicht naaien.

De kitchener stitch heb ik eigenlijk al afgeschreven. Ik kan toch nooit onthouden in welke volgorde ik moet naaien en welke steken ik dan mag laten vallen. En als ik het zo hoor, ben ik niet de enige. Daarom had ik al een tijdje geleden besloten om die te vervangen door de Finchley Graft. En dat ben ik nog steeds van plan. Al was ik halverwege even afgeleid, omdat mijn draad per ongeluk over de naald kwam in plaats van eronder. Daardoor staan de steken precies wat scheef. Maar als ik weet hoe ik het kan voorkomen, is dat ook al een hele geruststelling.

Toch liever anders

En natuurlijk zou ik mezelf niet zijn, als ik het toch niet liever net iets anders wil doen. Ik wil de band van de hiel (die schuine lijn) smaller maken. Ik weet het niet, maar ik vind ze net iets te aanwezig. In plaats van vier steken wil ik er 2 gebruiken. En dat komt dan vanzelf overeen met de stekenkolommen aan beide zijden van de sok.

Maar dan. Mijn steekverhouding komt natuurlijk helemaal niet overeen, omdat ik mijn eigen wol gebruik. Dat wil zeggen dat ik een heleboel rekenwerk heb om de juiste cijfers te verkrijgen. Het is natuurlijk de bedoeling dat de sok past, hé. Als ik mijn hoofd er even bij kan houden, komt dat wel goed. Al kan ik pas zeker weten dat de sok past als ze af is en ik ze kan aandoen. Oh, ik hoop zo dat ze zullen passen. Ik wil geen tweede paar die ik niet kan dragen.

Ik ga ook de sok binnenste buiten breien via de techniek van het Portugees breien, dat wil zeggen dat ik alle steken omgekeerd brei. Nee, ik maak het niet moeilijker dan het is. Een rechtse wordt een averechtse. Twee steken rechts samen breien wordt twee steken averechts samen breien. Ik ben dat ondertussen al gewoon. Ik heb het liever zelfs. Ik brei sneller op die manier en heb minder last van mijn handgewrichten en nek.

Door deze testsok heb ik goeie moed gekregen. Ik weet wat het resultaat zal zijn en dat ik het kan. Het enige wat ik nu nog hoef te doen is starten.

Hoe sta jij tegenover sokken breien? Easy peasy of een ware nachtmerrie? En wat is je favoriete hiel? Ik ben nieuwsgierig. Laat gerust een bericht achter hieronder of deel een foto op facebook https://www.facebook.com/groups/hetsjettekastje. En als je dit bericht leuk vond, vergeet dan ook het duimpje niet. Tot volgende week.

Bronnen

Nieuwe werken

Azteca trui

Wat ben ik blij. Weer een project afgewerkt. Ja, ik weet het. Het is niet het aantal dat telt, maar het plezier van het maken. Dus ben ik blij. Het voelt als even geleden dat ik nog een trui gemaakt heb. Maar eigenlijk lijkt dat alleen maar zo. Het komt door The Shift van Andrea Mowry en de cowl (verrassing!) die ik tussendoor nog breide. De laatste trui was voor mijn broer en is zo’n twee maand geleden afgeraakt.

Details

Wat werkte

De Azteca wol had ik nog liggen tussen mijn voorraad. Ik had ze in 2021 besteld voor Black Friday en besloot ze nu eindelijk te gebruiken. Het werkte stimulerend om de bollen uit te halen en mijn voorraad wat te zien slinken. Want, waarschijnlijk net als jij, ben ik iemand die veel te veel wol heeft en altijd graag wat bijkoopt als er iets moois beschikbaar is.

Het patroon is wel geschreven voor de dunnere versie van Azteca, namelijk Azteca Fine Lux. Maar omdat ik dus nog de Azteca wol had, koos ik uiteraard daarvoor. Het was wel wat rekenwerk, omdat mijn steekverhouding dus helemaal niet overeen kwam met die van het patroon. Maar dat hield me niet tegen. Aan de hand van de teltekening en mijn steekverhouding kon ik al gaandeweg het juiste aantal steken en rijen bepalen.

Ik heb wel een aanpassing op het patroon gedaan. Het hele stuk wordt in ribbelsteek gebreid, maar persoonlijk vind ik de randen dan niet zo mooi. Daarom heb ik een kantsteek toegepast. Elke eerste steek heb ik averechts afgehaald zonder te breien. Het toont niet alleen mooier, ik verwachte ook dat het makkelijker zou zijn om de naden dicht te naaien.

Daarnaast ben ik wel heel tevreden met het resultaat, want ze zit als gegoten. Even vreesden we (de creadames van Femma Sjiek en ik) dat de mouwen wel wat nauw waren, maar de ribbelsteek sluit mooi aan. En het lijf zit ook goed. Toen ik het paste had ik er wel een lichte trui onder aan, dus misschien zit die zelfs nog beter dan gedacht. (Al ben ik wel van plan om wat af te vallen.)

Wat heb ik geleerd

Nu de trui af is en ik hem gepast heb, heb ik beseft dat ik een voorkeur heb voor een bepaalde lengte van trui. Ik had hier nog niet bij stil gestaan. Ja, er bestaan cropped truien en langere, maar ik heb het hier over de gewone lengte van een trui. Mijn voorkeur gaat uit naar 54cm, gewoon omdat dat voor mij dan juist lijkt te vallen. Deze trui is net iets korter. Wat ik een heel klein beetje jammer vind, maar waar ik toch mee kan leven. Ik ga er de trui niet voor aan de kant laten liggen.

Tot nu toe was ik altijd op mijn weerhouden geweest voor wol met kleurschakeringen. In het verleden heeft het me niet echt kunnen bekoren en daarom bleef ik er tot nu toe ver vanaf. Maar toen ik de wol kocht, durfde ik het te wagen. En ik ben nu blij dat ik uit mijn comfortzone gestapt ben. Ik heb de kleurwissels gewoon op me af laten komen, zonder manipulaties om de kleuren juist te laten uitkomen wanneer er een nieuwe bol gestart werd. Inderdaad, ik ben flink uit mijn comfortzone gestapt. En het resultaat mag er echt wel zijn, vind ik. In de toekomst zal ik waarschijnlijk nog met de flow meegaan.

Dankzij de app Click up heb ik een mooi overzicht gekregen over de tijd die ik aan deze trui gewerkt heb. Er is een handige time tracker die alles netjes bijhoudt (al haperde die af en toe, ik heb het toch goed kunnen bijhouden). Zo weet ik dat ik 1 dag, 5 uur, 4 minuten en 24 seconden aan de trui gewerkt heb over 38 dagen. Niet slecht, hé. Toen ik het laatst bijhield deed ik er ongeveer 12 weken over.

Evaluatie

Je mag dus gerust zeggen dat ik tevreden ben met het eindresultaat. Al zal ik de trui nog even aan de kant moeten leggen tot de herfst. Tja, dat krijg je als je niet met de seizoenen mee breit. Maar ik dacht eigenlijk dat ik er veel langer zou over doen. Dus ben ik extra tevreden dat de trui zo snel klaar is geraakt. Misschien heeft de dikte van de wol er ook wel iets mee te maken.

En de eenvoudigheid van het stuk en de steken, want alles wordt aan elkaar gebreid in een rechtse steek. Heel geschikt dus voor beginnende breiers. Maar ook leuk om eens iets minder moeilijk te maken voor ervaren breiers. Soms kan dat een welgekomen afwisseling zijn.

Welk project ben jij op dit moment aan het maken? Zijn je hoofd en handen al bij de winter of heb je iets lichters voor de zomer op je naalden? Ik ben nieuwsgierig. Laat gerust een bericht achter hieronder of deel een foto op facebook. En als je dit bericht leuk vond, vergeet dan ook het duimpje niet. Tot volgende week.

Bronnen

dit en dat

Sokkenonderzoek

Het is tijd om moedig te zijn. Sokken zijn altijd nogal riskant geweest voor mij. Een beetje een haat/liefde relatie om het zo te zeggen. Ik heb ze altijd graag willen/kunnen breien. Maar in het verleden was dat niet altijd succesvol.

De wonderlijke wereld van zelfgebreide sokken

Ca va met het eerste paar voor mijn broer. Naar het schijnt heeft hij ze nog altijd en draagt hij ze ook. Maar dat tweede paar voor mezelf was een totale mislukking. Er zaten gaatjes in de hiel en die kitchener stitch was nu ook niet bepaald gelukt. Maar het ergste was nog dat ze helemaal niet pasten. Toen had ik me voorgenomen om geen sokken meer te breien. Ik was geen sokkenbreier.

Maar telkens als het over sokken ging in gesprekken met andere breiers, kriebelde het toch stilletjes van binnen. Hoe zalig zou het zijn om mijn eigen paar sokken te kunnen breien. Sokken die passen uiteraard. Als ik dan toch mag dromen. En ook mooie unieke sokken. Want ik heb zou ze zelf gemaakt hebben en daar trots op zijn.

Maar van die droom ben ik nog veraf. Even terug naar de realiteit. Ik snap de constructie van de hiel helemaal niet. Die verkorte toeren zijn een nachtmerrie en dan die tweede helft van de hiel lukt gewoon niet. Ik zie het en begrijp het niet. Zelfs de jojo-hiel of boemeranghiel gingen moeizaam. Maar als je mij een beetje kent, weet je ook dat ik me daardoor niet laat afschrikken. Het was wat voorzichtig en af en toe twijfelend dat ik op zoek ging naar wat ik wou weten in de wonderlijke wereld van zelfgebreide sokken.

De zoektocht

Dankzij School of Sweet Georgia kwam ik al wat dichterbij. Nu wist ik al hoe je praktisch een sok breit. Maar ik wil graag een hiel zoals je ziet op commerciële sokken en die wordt niet getoond in de lessenreeks. Dus was nog wat bijkomend onderzoek nodig.

En dan heb je ook nog het feit dat je na een tijdje gaatjes krijgt in je sokken. Als we dan toch even realistisch kunnen zijn. Vooral aan de hiel waar je de meeste wrijving hebt. En wat zou het zonde zijn om een gaatje te krijgen in sokken waar je zoveel tijd en energie in gestoken hebt om ze te breien. Nee, dat is niet oké. Ja, je kan die gaatjes stoppen, maar ik merk dat ik daar enorm tegenop zie en ik weet dat het er waarschijnlijk niet van zal komen.

Vandaar mijn keuze voor de aftertought heel. Je maakt een gat in het rechte stuk en breit daar de hiel aan. Omdat je die breit in de andere richting, kan je ze ook makkelijk uittrekken en opnieuw breien zonder dat je sok voor de vuilbak is. Dat leek me wel iets. Maar toen had ik een bijkomende vraag. Hoe weet je nu waar je dat gat maakt? Want de hiel moet ook goed zitten, anders weg comfort.

Uiteindelijk kwam ik via referenties uit bij het Fish Lips Kiss Heel patroon van Sox Therapist. Een goeie om eens uit te proberen als het zover was. Wat later kwam ik de Curio Socks van Andrea Mowry tegen. En ik wist op slag dat ik deze wou breien. Wonder boven wonder, wordt in dit patroon de aftertought heel gebruikt. Ik had mijn eindbestemming bereikt.

Zelfgesponnen sokkenwol

Tijd dan om de wol te spinnen. Tijdens een workshop met Annick had ik wat vezels geverfd met wede, meekrap en blauwhout. En die wou ik heel graag als sokkenwol spinnen. De vezels waren een mengeling van Swifter, Blauwe Texelaar en lokale schapenwol. Ik heb ze per kleur samen gekamd. Alle wede, alle meekrap en alle blauwhout samen.

Zoals ik al aangaf wil ik echt stevige wol voor mijn sokken. Dus waren er keuzes te maken. Worsted spinnen geeft de sterkste draad. Check. En driedraads is wat steviger dan tweedraads. Maar dan nog zijn er veel verschillende keuzes. Een traditonele driedraads, waarbij je alle enkele draden samen in 1 richting twijnt, is het meest bekend. Maar in dit geval niet de beste optie.

De beste optie vond ik in het boek The Spinner’s Book of Yarn Designs van Sarah Anderson. Namelijk Crepe yarn. Check. Voor de spinners: je spint eerst twee enkele draden met een S-twist. Die twijn je dan met een Z-twist. Daarna spin je een derde draad met een Z-twist. Beide Z-twist draden twijn je opnieuw met een S-twist. Het eind resultaat is een gekabeld garen. Sarah legt het heel goed uit in haar boek. Supersterk en ideaal voor sokken.

Basic Crepe Yarn uit het boek The Spinner’s Book of Yarn Design van Sarah Anderson

Recent heb ik de laatste van de kleuren (blauwhout) kunnen afwerken. Al denk ik dat er misschien iets fout gelopen is. Het eindresultaat krult helemaal op… maar toen ik één van de vlechten op een bol winde, leek dat plots verdwenen. Hmmm, vreemd. Ik weet niet goed wat er hiermee aan de hand is. Dus legde ik mijn sokkendroom nog even aan de kant.

Maar nu ik een nieuw project kan starten, wil ik werk maken van die sokkendroom. Ik kocht het patroon en … ik was even overweldigd. Zou dit lukken? Wordt vervolgd …

Hoe is jouw ervaring met sokken breien? Leerde je het vroeger toen je klein was op school of pas later? Wat is je favoriete sokkenwol? Ik ben benieuwd. Laat gerust een bericht na hieronder of deel je foto’s in de facebookgroep. En vergeet ook het duimpje niet als je dit bericht leuk vond.

Bronnen

dit en dat

Bezig blijven

Heb jij soms ook het gevoel dat, ook al ben je met van alles bezig, je niet echt opschiet? Ja, dat kan soms gebeuren. Ik heb er ook even last van. En dan is het goed om alles even te overlopen en te kijken hoever je projecten staan. Daarvan krijg je gegarandeerd een goed gevoel. En je zal beseffen dat je goed bezig bent.

Breien

Op dit moment ben ik bezig met het breien van de Azteca fine lux trui van Katia. Zoals je weet stond die op mijn to do-lijstje. En het is goed dat ik er nu alvast werk van heb kunnen maken. Het is een trui die in één stuk van zij tot zij gebreid wordt. Het enige wat je dan achteraf nog moet doen is dichtnaaien. Ik had nog gewone Azteca wol liggen en heb die gebruikt in plaats van de fine lux variant.

Dat scheelt wel een hele hoop tijd en pak naaiwerk. Met het dikker garen gaat het wat sneller vooruit en minder naaien vind ik persoonlijk aantrekkelijker. Ik ben niet zo’n naaister. Al begint het stuk behoorlijk groot te worden. Op dit moment zit ik net aan het begin van de tweede mouw. Dus nog wat verder doen en dan … hopelijk binnen een paar weken … heb ik een afgewerkt project om te tonen.

Ik heb ook nog de Seeds and Stems Cowl op mijn breinaalden staan, al ben ik nog niet verder. En dat vind ik toch wel jammer, want ik heb een voornemen gemaakt en daar ben je getuige van. Het zou zonde zijn om dat voornemen in de wind te slaan en je teleur te stellen. Dus was ik van plan om na de Azteca fine lux trui hiermee verder te doen.

Daarnaast heb ik ook nog een breiopdracht waar ik binnenkort zal kunnen aan beginnen. Ann vroeg om de Rain Chain trui van Drops Design voor haar te breien van een van haar eigen alpacavachten die door een vriendin Sonja zal gesponnen worden. Die wol is bijna klaar en moet enkel nog gewassen worden. Dan kan ik starten.

Spinnen

Vorige week had ik het over de enige echte Sjettewol van gedoneerde vachten die ik wil verkopen in het Sjettekastje. Daar ben ik ook nog mee bezig. Ik heb de hele week gekamd en gesponnen en heb op dit moment al drie bollen van 50g. De vierde ben ik nu aan het spinnen. Ik ben heel tevreden van het resultaat en ik hoop jij ook als het straks beschikbaar zal zijn.

Ook voor het spinnen heb ik al een volgend project om te starten. Gisteren had ik afgesproken met Griet die graag haar alpacavachten gesponnen zou hebben. Het gaat om drie bananendozen met witte, zwarte en bruine vacht. Het is een hele hoop, maar ik zie het wel zitten. Ik ga de alpaca ook weer mengen met wat schapenwol om een 75-25% garen te bekomen. Zo zal de alpaca minder gaan doorhangen.

Verven

Hmmm, hier sta ik niet zo ver als ik zou willen. Ik heb zon nodig voor het zonneverven, maar die laat het nog wat afweten. Ik klaag niet hoor. We hebben de regen echt wel nodig als we weer zo’n droge zomer krijgen. Maar dat wil wel zeggen dat het wachten is tot de bokalen klaar zijn. Op dit moment heb ik nog geen nieuwe bokalen gemaakt. De paardebloem is nog aan het rijpen.

Het fluitenkruid staat nu ook al mooi in bloei. Maar het heeft geen zin om nu al te gaan plukken, want ik wil het vers gebruiken. Idem voor de brandnetel. Koffie heb ik ondertussen wel genoeg. Maar dan nog heb ik eerst zon nodig. Er zit dus niets anders op dan wachten en hopen op zonnigere dagen. En ondertussen genieten van wat zwarte thee … die ik dan kan sparen om te verven.

Hobbymarkt

Volgende week zijn er Lukkefeesten in Lo. En ik heb het geluk dat ik een standje bij Pélerins du Westhoek kan opstellen. De bolletjes zijn klaar en alles is verzameld. Ik ben er dus helemaal klaar voor en kijk er naar uit om je daar te zien.

De volgende hobbymarkt zal nog eens een Markt van de Makers in Leffinge volgende maand zijn, maar ik weet nog niet welke dag. Dat is een markt waar ecologische, streekeigen en ambachtelijke producten aangeboden worden elke eerste en derde zondag van de maand. Via de facebookgroep kan je zien welke datum het wordt.

Oké, inderdaad. Ik zit niet stil en alles loopt zoals het hoort. Wat zei ik? Gegarandeerd een goed gevoel en beseffen dat je goed bezig bent. Check. Maar ik lees ook graag waar jij mee bezig bent. Laat gerust een bericht onderaan na of volg de facebookgroep. Ben je met meerdere projecten bezig of werk je liever eerst iets af voor je het volgende start? Wat wordt je volgende project? Of zit je nu ook even vast?

Bronnen

Het Sjettekastje

De enige echte Sjette wol

Eindelijk is het zover. Ik ben begonnen met de wol te kammen en spinnen voor de allereerste Sjette. En dan heb ik het over breiwol van een gedoneerde vacht die te koop zal zijn in het Sjettekastje. Dat maakt deel uit van één van de komende uitbreidingen.

Gedoneerde vacht

Toen ik begon met spinnen een paar jaar geleden, had ik moeite om spinvachten te vinden. Zowel online als in de winkel. Toen ik op zoek ging naar vachten bij een schapenboer, leerde ik dat er heel veel vachten gewoon weggegooid worden, omdat het te duur is om te verwerken. Dat vond ik zo’n zonde. Ik besefte toen dat dit eigenlijk volledig past binnen de filosofie van het Sjettekastje. En ben het concept stilletjes aan verder gaan uitdenken.

Schaapscheerders en eigenaars van schapen mogen dus hun vacht komen binnenbrengen in plaats van weg te gooien. Het is dan de bedoeling om daar wol van te maken voor breiers en hakers. Maar ik wil ook voor de spinners een aanbod hebben. Dat zal dan gekamde en gekaarde wol zijn. Zowel geverfd als natuurlijke kleuren.

Zachtheid is een absolute must als het gaat om breiwol. Niemand wil een trui die kriebelt, toch? Dus heb ik wel wat voorkeuren voor de gedoneerde vachten. Zo heb ik bij voorkeur wol met een micron lager dan 25 en wol van een eerste of tweede schering. Maar ook alpacavachten zijn welkom. Die zijn al zacht op zich, dus echte voorkeuren heb ik daar niet voor.

Qua kleuren is alles welkom. Zowel witte als bruine, grijze, zwarte en gemeleerde vachten zijn welkom. De witte vachten zullen geverfd worden met natuurlijke kleurmiddelen, al hou ik wel een paar witte aan de kant. De andere kleuren zullen er dus zeker bij passen.

Kammen of kaarden?

Daar heb ik even over moeten nadenken. Want wat is nu de beste manier om de vezels zo zacht mogelijk te krijgen, zonder al te veel verlies? Het is natuurlijk niet de bedoeling om toch de helft van de vacht te gaan weggooien als het ook anders kan. Dat zou te gek zijn.

En toen herinnerde ik me de opmerking die Annick maakte over de groene wol die ik maakte van haar vlechten. Ze zei dat het heel zacht gesponnen was. Ik gaf aan dat het merinowol is, die sowieso al zacht is. Maar toch zei ze dan, het was heel zacht gesponnen.

En ik heb het zo zacht gekregen door eerst rolags (gekaarde rolletjes) te maken van de gekamde vezels. De lontwol (gekamde slierten) is eigenlijk al gekamd. En door dan telkens een beetje op mijn handkaarder te doen en op te rollen, zorgde dat er voor dat er meer lucht in de wol kon komen, waardoor ik een zachter resultaat bekwam. Dit wordt dus mijn aanpak. Eerst kammen en dan kaarden.

Ik weet het. Een paar weken geleden had ik daar nog een dilemma over. Kammen of kaarden? Want waarom zou je nog kaarden als je toch al je vezels bewerkt hebt? Nu weet ik het antwoord: zachtheid. Mensen gaan me misschien zot verklaren, maar ik denk echt dat ik zo het beste resultaat kan bekomen. Zoals ik al zei, zachtheid is belangrijk en ik heb er geen extra verlies van.

Spinnen

Ondertussen heb ik al genoeg gekamd om te kunnen starten met spinnen. En dat wil ik op een woolen manier doen. Door de twist in de vezels te laten komen, wordt er lucht opgevangen. Deze manier zal ook weer zorgen voor zachtere, maar ook voor warmere wol.

Om te starten wil ik een traditionele 2-draads wol maken met een gemiddelde dikte. Ik denk dat ik rond naald 4 zal uitkomen. Al is dat nog even afwachten, want ik ben zo ver nog niet. Zo’n wol is makkelijk te breien en kan je gebruiken voor gewoon breiwerk en ajour. Ze is ook ideaal voor warme breisels dus.

Later zou ik misschien willen uitbreiden naar een dikkere variant en een sokkenwol. De dikkere variant zal dan nog altijd een traditionele 2-draads zijn, maar dan dikker gesponnen. Misschien voor naald 7-8. De sokkenwol zou ik als crepe-garen spinnen. Dat is een 3-draads waarvan 2 draden een Z-twist hebben die dan met S-twist getwijnd worden. Daarna wordt de derde draad, die een S-twist heeft, daarmee samen getwijnd met een Z-twist. Klinkt waarschijnlijk heel technisch, maar onthou vooral dat het een sterker garen is, ideaal voor sokken. Maar waarom dan daar stoppen. Misschien wil ik ook wel eens iets speciaals maken. Een art yarn of tweed garen bijvoorbeeld. Daar wil ik ook wel nog wat ruimte voor experimenteren laten.

Die laatste opties zullen nog niet onmiddellijk in aanbieding zijn, maar zijn voor later. Nu wil ik mij eerst concentreren op de traditionele 2-draads breiwol en lontwol, rolags en bats (gekaarde mat) als spinwol.

Ik hoop dat ik zo breiers en spinners gelukkig kan maken met fantastische breiwol die lokaal en duurzaam is. En de wol zal Sjette heten. Dit wordt mijn eigen breiwol die ik te koop wil aanbieden en je mag het binnenkort verwachten in het Sjettekastje. Wat vind jij van het idee?

Bronnen

  • The Spinner’s Book of Yarn Designs, Sarah Anderson. (2012). Storey Publishing. Engels. Techniques for Creating 80 Yarns. In dit boek kan je verschillende spintechnieken terug vinden.
Het Sjettekastje

Hattrick sjaal

Toen ik laatst op de Lentemarkt in De Panne stond, maakte iemand een terechte opmerking. Ze wist niet goed hoe ze met haar restjes iets nieuws kon maken. En daarom had ik al de allereerste wedstrijd voor een Sjette restjespatroon uitgedacht. Helaas kwam er nog niet zoveel reactie (zou ik dat toch niet beter annuleren?), dus nam ik even de tijd om de werkomschrijving van mijn laatste sjaal uit te werken.

Hattrick

Ik was al een hele tijd bezig aan deze sjaal en op een gegeven moment heb ik hem ook aan de kant gelegd. Ik wou hem toch graag afmaken en heb daar nu de tijd voor genomen. Toen ik bezig was met breien dacht ik aan de vergelijking met driekleurige pasta (je weet wel wit, groen en oranje) en kwam ik uit bij de naam Tricolore.

Maar toen de sjaal af was, klonk Hattrick gewoon beter. Ruwweg wist ik dat het een reeks van drie wilde zeggen, maar als ik er een patroon naar wou vernoemen, wou ik het toch even in detail bekijken. En het wil eigenlijk het volgende zeggen: Een voetballer maakt een hattrick als hij in één wedstrijd drie doelpunten maakt. Drie draden, drie winners. Een betere naam kon ik dus niet vinden.

Maar technisch gezien komt het woord uit het cricket. Als een bowler drie wickets met drie opeenvolgende ballen nam, was dat een hele prestatie. En voor die truc (trick) kreeg hij een nieuwe hoed (hat).

Het patroon

Techniek:
Categorie:
Niveau:
Datum:
Wol:
Naalddikte:
Steekverhouding:
Maat:
Prijs kit:
Prijs patroon:

breien
accessoires
beginner
april 2023
125g van drie kleuren naalddikte 3.5-4
10 mm
aanpasbaar
1 maat – 20x260cm
€8.50
€2.50

Als je net als ik wat langer over je projecten doet, wil je nu misschien al beginnen aan die warme wintersjaal. Door drie draden samen te breien, kan je met een dikkere naald werken en gaat het nog zo snel vooruit. Tegen de winter kan je lekker genieten van een superlange warme sjaal rond je hals.

Dit is een beginner patroon. Het enige dat je moet weten om te starten is hoe je opzet, rechts breit, een steek averechts afhaalt en hoe je afkant. Je breit heen en weer van beneden naar boven en kan makkelijk zelf te lengte aanpassen door meer of minder rijen te breien. Er worden ook tips gegeven om draadjes in te naaien, kleuren te combineren en de sjaal te blocken.

Er is 1 groot verschil ten opzichte van andere patronen. Normaal gezien krijg je een steekverhouding opgegeven en pas je je wol of naalden aan om die steekverhouding te halen. Maar dat wil soms zeggen dat je niet kan werken met de wol die je zo graag wil gebruiken voor dat project. En als je voet bij stuk houdt, komt er een heleboel rekenwerk bij. Daarnaast breit ook iedereen anders. En dat is helemaal oké. Jij hoeft je niet moeten aan te passen aan het patroon, maar het patroon past zich aan aan jou.

Je rekent zelf uit hoeveel steken en rijen je nodig hebt voor de opgegeven afmeting. Je telt hoeveel steken en rijen je op 10cm hebt, rekent dat om naar 1cm en vermenigvuldigt dan de lengte met dat getal. Voilà, zoveel steken en rijen heb je nodig. Zo eenvoudig kan het patroon voor jou werken.

Kits

Ondertussen heb ik ook al wat grotere hoeveelheden wol binnen gekregen (waarvoor dank) en heb ik wat combinaties kunnen maken voor deze sjaal. Er is wel redelijk wat wol nodig in elk kleur, want het is een lange schaal. Ik wil natuurlijk ook niet dat je te weinig wol zou hebben, dus heb ik ook wat reserve mee gerekend.

Naast de wol zit het patroon ook in de kit. En ik vond het leuk om een minipompon als kleurindicator te voorzien. De kleuren die in de minipompon zitten geven je ook al een idee van hoe de kleuren zullen samenwerken in de sjaal. Je hebt het niet nodig voor de sjaal, maar je kan het later nog voor iets anders gebruiken.

De naalden zitten er niet bij, maar kunnen wel apart bijgekocht worden natuurlijk. Ten eerste had ik niet genoeg naalden van de dikte die nodig is en ten tweede zou het jammer zijn als je al naalden hebt. Dat idee leek me een beetje achterhaald.

Uiteraard is het patroon ook afzonderlijk verkrijgbaar. Want waarschijnlijk heb je wel nog wol dat je niet binnen bracht die je zou willen gebruiken. Er staat vermeld hoeveel je nodig hebt en er worden tips gegeven voor kleurencombinaties. Zo kan je ook makkelijk aan de slag.

Heb je interesse in een kit of het patroon. Dan kan je via onderstaand formulier contact opnemen. De kits hebben een beperkt oplage (op=op) en zijn telkens uniek. Later kunnen er wel nieuwe bijkomen. Het patroon blijft beschikbaar. Kom je naar de Lukke-markt op 21/5/2023? Daar zullen ze ook beschikbaar zijn.

Hopelijk heb je plezier bij het maken van deze sjaal. Je mag je vooruitgang en foto’s altijd delen in de facebookgroep. Doe je mee?

Bronnen

Nieuwe werken

The Shift Cowl

Wauw, vandaag kan ik je alweer een nieuw item tonen. Ik ben superblij dat het zo snel afgeraakt is. Want ik heb het er al vaak over gehad en ik wou deze al zo lang maken. En nu is het dus gelukt. De Shift Cowl is af.

Het is een patroon van Andrea Mowry die het in 2018 uitbracht en het is redelijk populair. Je zal het waarschijnlijk al zien passeren hebben. Het motief is zo in de smaak gevallen dat er ook shawl, muts, trui en cardigan van deze reeks bestaat. En het is zo leuk hoe er met kleur gewerkt wordt.

Details

  • Patroon: The Shift Cowl door Andrea Mowry
  • Wol: Hue Loco Backyard Chickens
  • Kleuren: Gold Comet (oranje), Pear (groen), Sage (blauw)
  • Gebruikte naalden: metalen rondbreinaald 3.5
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10cm = 27st x 35r (wijkt af van het patroon)
  • Maat: 1 maat

Wat werkte

Het patroon is heel duidelijk en grafisch. Het was dus zalig om deze cowl te breien. Na een tijdje heb je het ritme van de steken te pakken en ben je vertrokken. Je breit in mozaïek. Dat wil zeggen dat je in sommige rijen zelfs steken gewoon kan afhalen zonder breien en dat maakt het nog leuker, vind ik. Ik heb er echt van genoten. Ook van de kleurverlopen. Al heb ik zelf wel wat kleuren gewisseld op bepaalde plaatsen. Maar gewoon omdat ik het mooier vond.

Het is ook een heel leuke vorm om te breien. Je breit de cowl heen en weer onder een schuine hoek. Op het eerste zicht kan dat misschien intimiderend lijken, maar alles wordt echt heel goed uitgelegd. Het is leuk, gewoon omdat het eens iets anders mag zijn.

Dit is de eerste keer dat ik een i-cord zelfkant heb gebruikt. Vroeger vond ik het zo’n raar concept hoe die steken dan dichtdraaien, foe. Maar nu ben ik wel helemaal verkocht hoor. Het was even mijn gedachten op nul zetten en het patroon volgen. Ondertussen snap ik hoe het in zijn werk gaat en wil ik het zeker nog gebruiken.

Wat heb ik geleerd

In het starten was ik misschien iets te enthousiast en dacht ik niet na over de volgorde van de kleuren. Ik wou Golden Comet als hoofdkleur, dus koos ik dat als kleur A. Later bedacht ik me dat ik dat beter als kleur B genomen had. Er wordt meest van dat kleur in de achtergrond gebreit. Maar ik had zo iets van, het komt zoals het komt en het is oké zoals het is.

De wol was misschien niet de beste keuze voor dit project. Begrijp me niet verkeerd, ze is zalig om te breien en ik heb genoeg over om nog een prachtig project mee te breien. Maar de steekverhouding was toch niet helemaal oké ten opzichte van de opgegeven wol. Zowel voor het aantal steken en rijen zat ik er een beetje (al dacht ik doenbaar) naast. Daardoor heb ik het gevoel dat ze kleiner uitvalt (hoewel ik ze toch op de opgegeven maat heb kunnen blocken). Dat vind ik enorm jammer, want ik wou deze keer een royale sjaal zoals op de foto’s van het patroon getoond wordt. Daarom zou ik de cowl nog een keer willen breien met wol die meer gepast is.

Er is helaas iets fout gegaan bij het blocken. Bij het opspannen heb ik de hoeken niet helemaal gevonden door de i-cord zelfkant. Het is moeilijk te zien waar de ene zijde stopt en een andere start, omdat het nogal vlot in elkaar overloopt. Daarom heb ik aan de naad achteraan een raar zicht. Het lijkt alsof de sjaal niet juist aan elkaar genaaid is. Boven en onder steekt er zo’n hoekje uit. Bij het opnieuw blocken is dat natuurlijk zo opgelost. Maar zou ik dat wel doen? Het zit toch in de nek en mijn haar valt er over.

Tijdens het breien had ik ook een paar keer een steek laten vallen. Tja, het kan met de beste gebeuren. Ik merkte dat in de rijen met afgehaalde steken het gemakkelijk is om per ongeluk een steek mee te schuiven terwijl dat niet nodig is. Het is waarschijnlijk zo gebeurd. Maar ik heb het telkens op tijd gemerkt en de steek kunnen redden zonder al te veel uit te trekken. Het was toch wel een beetje opletten.

Evaluatie

Eigenlijk vind ik het jammer dat dit project al afgelopen is. Het leek zo snel te gaan. Ik denk dat ik er een kleine maand over gedaan heb. Het mocht ook wel eens snel gaan. Na al die langere projecten, snakte ik naar iets dat wat sneller kon. Het is zeker een aanrader (maar gebruik dan wel wol die meer gepast is, zou ik zeggen).

Ik weet al welk project het volgende zal zijn. Maar ik denk toch nog eens na over die andere wol. Wat denk jij?

Bronnen

dit en dat

Zonneverven

Nu het weer wat mooier weer is, begint het hier te kriebelen. En niet enkel in mijn verftuin, ook om wol te verven. Dit jaar wil ik het iets anders aanpakken met zonneverven. Minder elektriciteit en minder water, maar wel iets meer geduld en prachtige resultaten (alé, dat hoop ik toch).

Vorig jaar

Herinner je je nog vorig jaar toen ik de wol voor mijn back to basics uitdaging verfde? Een van de opmerkingen die ik toen had, was dat de kleuren steeds zo bruin en licht waren. Ik had er zoveel tijd en energie in gestoken en het resultaat was teleurstellend. Ik geraakte gefrustreerd en twijfelde aan mezelf.

Op het einde van de zomer had ik het even gehad en stopte ik zomaar wat wol samen met hoppeblad, aluin en water in een bokaal en zette die in de zon. Foert. Ik had gehoord van een paar collegaspinners dat dit kon. Na een paar weken was ik helemaal verkocht voor deze techniek. Wat een mooie gele kleur. En dat allemaal door de kracht en de warmte van de zon. Zelf had ik niet zo veel hoeven doen. Wat een wereld van verschil was bij het verven van vorig jaar. Enkel alles toevoegen en de bokaal af en toe eens schudden. Meer niet.

Materiaal

Na een kleine investering in bokalen en wachten op de lente (want de zon moet genoeg warmte kunnen geven) kon ik beginnen. Ik ging langs bij Action voor grote bokalen van 5l. Als ik genoeg wol wil verven van een bepaalde kleur, wil ik dat er natuurlijk genoeg wol in kan. En 5l zijn de grootste bokalen die ze beschikbaar hebben. Ik nam er ineens 5 mee. Want er zijn zoveel kleuren die ik dit jaar wil uitproberen.

En dan is het natuurlijk ook tijd om de planten te gaan verzamelen. Vorig jaar heb ik een kleine analyse gemaakt van welke planten wanneer beschikbaar zijn. Daaruit heb ik geleerd dat paardebloem de eerste is. Die geeft zowat de start van het seizoen aan. Dus trok ik mijn (stoute) schoenen aan en ging op plantenwandeling.

Nu hoor ik je zo denken: je mag toch zomaar niet wildplukken. Na mij geïnformeerd te hebben bij mijn contactpersoon van Natuurpunt kan ik je meegeven dat er een nuance is. Er mag enkel op openbaar terrein, in je eigen tuin of privé waar je toestemming hebt worden geplukt. In natuurreservaten en domeinen beheerd door ANB mag dat niet. En natuurlijk wil ik plukken met respect voor de natuur. Dus pluk ik enkel 1 op 20 en geen zeldzame planten.

Ik wil ook geen spoor nalaten. Elke plant heeft zijn eigen steentje bij te dragen in de natuur. Ook paardebloem die velen liever kwijt zijn dan rijk. Bijen en insecten hebben deze nodig om hun start te maken in de lente. Daarom wil ik ook niet te vroeg plukken, al vrees ik dat ik dat wel gedaan heb. Volgend jaar niet meer! En ik wil je ook aanraden om enkel te plukken wat je nodig hebt en niet meer. Heb je het niet nodig, laat het dan staan. Ik wil dit niet promoten.

Zonneverven

De eerste stap was de bloemen afwegen. Ik had ongeveer 245g bloemen (Je kan je wel inbeelden hoeveel bloemen er stonden dan en geloof me, er staan er nog voldoende.). Dus heb ik evenveel wol gewassen. Omdat ik nog niet wist hoeveel wol ik in 1 bokaal van 5l kan doen, besliste ik om het op te delen in 3. Ik stopte de bloemen in de bokalen. Loste dan de aluin op in warm water en voegde die toe. Dan kon de wol er bij en kon ik de bokalen verder opvullen. Nu is alles klaar om in de zon te zetten. De ideale plaats is een zonnige warme plek.

Ik was aangenaam verrast door de kleur die paardebloem geeft. Je kan het vergelijken met fluo geel. Zo ziet het er nu nochtans uit in de bokaal. Misschien dat dit nog wat donkerder wordt bij het drogen. Dat is meestal wel zo. Maar wat leuk hé. Zo’n felle kleur uit een natuurlijke kleurstof halen, maakt me blij. Hiervoor doe ik het.

Beginnersfouten

Na een paar dagen merkte ik wel dat ik een paar beginnersfouten gemaakt heb. Wat normaal is, aangezien deze techniek voor mij nieuw is. Je wil het plantenmateriaal wat meer verdelen in de bokaal. Nu zit alles onderaan, maar de kleurstof zakt. Er kan dus bijna geen kleur bij de wol. Ik kon dit simpel oplossen door de bokalen om te draaien. Maar het is nog beter om een beetje onderaan, halverwege en bovenaan te plaatsen. Zo is er nog meer contact tussen wol en plant, waardoor het proces efficiënter is.

En ik denk dat ik toch wat te vroeg begonnen ben. Ook al is het lente, we zijn ook nog april. Dat wil zeggen dat we nog veel aprilse grillen hebben. We hebben toch ook al zon gehad, maar echt warm is het nog niet geweest. Volgende week zou het beter worden, dus laten we hopen. Op zich is dat niet zo’n groot probleem. Het wil alleen zeggen dat de wol langer in de bokalen zal zitten. Geduld is dan wel een schone deugd.

En als de wol wat langer in de bokaal zit, wil je opletten voor schimmel. Daarom is het belangrijk om elke dag de bokaal toch eens te schudden. Zo was ik vorig weekend met mijn familie op reis en kon ik niet schudden. Je kon heel lichtjes zien dat er schimmel begon te vormen. Nu schud ik weer elke dag en hoop ik dat het geen al te groot probleem zal zijn.

Ik heb al een heleboel ideeën voor volgende kleuren. Ik ben volop bezig met koffiegruis en ajuinenschillen te sparen. En binnenkort komen de brandnetels boven. Al moet ik mezelf wel even inhouden tot het echt warm genoeg is. Welke kleur vind je dat mijn volgende mag zijn?

Bronnen

Nieuwe werken

Mountain Mist Sweater

Het heeft iets geduurd, maar de laatste Mountain Mist Sweater, die voor mijn broer, is ook af geraakt. Oef. Ik heb er wel wat planning voor nodig gehad, maar uiteindelijk is het toch goed gekomen. En ik ben blij dat ik je vandaag een afgewerkt project kan tonen.

Het was de bedoeling om voor Kerst 3 truien te breien voor mijn broer en 2 neefjes van 2 en 4 jaar oud. En ik dacht dat het mooi zou zijn als ze allemaal dezelfde bij elkaar passende trui zouden hebben. Wel met elk hun eigen kleur, zodat er (voor mijn neefjes toch) geen ruzie zou zijn voor wie nu welke trui is.

Details

  • Patroon: Mountain Mist Sweater door Tin Can Knits
  • Wol: Novita 7 Veljestä
  • Kleuren:
    • Jongste neefje: sunflower 268, off-white 010, straw 039, spruce forest 391
    • Oudste neefje: sunflower 268, off-white 010, scilla 102, navy 170
    • Broer: sunflower 268, off-white 010, stone 043, graphite 044
  • Gebruikte naalden: rondbreinaalden 3.5 en 4 metaal
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10cm = 18st x 22r
  • Maat:
    • Jongste neefje: 2-4 jaar
    • Oudste neefje: 4-6 jaar
    • Broer: M (met L mouwen)

Wat werkte

Toen ik net beslist had om de truien voor mijn broer en neefjes te breien, wist ik natuurlijk niet welke kleuren ze graag zouden hebben. En al was het de bedoeling dat het een cadeau zou worden, ik wil natuurlijk ook dat ze de trui gaan dragen en de kleuren graag zien. Dus heb ik wel even gebeld. Het grappige was dat het niet zo heel veel heeft uitgehaald. Toen ik vroeg welke kleuren de jongste graag ziet, kreeg ik het antwoord dat hij nog maar 2 jaar is en dat ze dat dan nog niet hebben. De oudste zei vol overtuiging blauw, dus dat was oké. En ik had al eens een trui in grijs gebreid voor mijn broer, dus dat vond ik ook wel een veilige keuze. Toen ik wat kleurencombinaties aan het maken was in de winkel, leek dan groen het beste voor de jongste. En zo was het beslist.

Dit was niet de eerste keer dat ik een top-down trui breide en net als de vorige keer had ik hier ook weer geluk met de steekverhouding. In het patroon staat dat er 24 rijen nodig zijn voor 10cm en dat heb ik heel goed kunnen benaderen. Gelukkig werd er telkens gesproken over het aantal centimeter dat nodig was en kon ik zo vrij vlot omrekenen. Dit wil zeggen dat alle 3 de truien perfect passen. Joepie! Daar zat ik toch wel wat mee in, want ze konden die natuurlijk niet passen tijdens het maken.

Ik volg Melissa van Knitting the stash nu al even en ze heeft een heel hulpvaardige video over het opnemen van steken voor de mouwen. Al heb ik de techniek wel wat aangepast voor dit project. Ze toont de werkwijze voor een trui die van onder naar boven gebreid is, maar ik brei van boven naar onder. De steken die ik dan wil maken zijn die die je anders opneemt van de zoom van de oksel en niet de steken voor de bovenkant van de arm. Ik ben heel blij met het resultaat. Al denk ik wel dat ik nog wat werk heb voor het sluiten van de gaatjes die ontstaan.

Wat heb ik geleerd

Als er één ding is dat ik geleerd heb, is het dat kinderen razendsnel groeien. Als je zelf kinderen hebt, zal je dat wel kunnen beamen. De oudste is nu 4 jaar oud en de trui past net. Dat wil zeggen dat hij hem waarschijnlijk niet zo lang zal kunnen dragen. Maar tijdens het maken dacht ik dat deze maat veel te groot zou zijn en de maat 6-8 jaar nog veel meer te groot zou zijn. Dit is eigenlijk een van de redenen waarom ik niet zo vaak brei voor kinderen. Ze groeien veel te snel voor het werk die in de trui gaat. Maar omdat ik het dit keer wel wou proberen, heb ik een uitzondering gemaakt. Het is met liefde gedaan.

Sinds kort heb ik een nieuwe zwiermachine die het water uit mijn projecten kan halen waardoor de items sneller drogen. Maar de trui van mijn broer was te zwaar voor de machine, dus heb ik het tussen een handdoek gestoken. Omdat het al laat op de avond was, zou ik het de volgende morgen dan opspannen op mijn droogmat. Maar door het contact van het ene kleur met de andere zijn ze een beetje uitgelopen. Het wit is het ergst getroffen. Ook een beetje op het donkergrijs zelfs, al valt dat minder op. Ik vind het zo jammer en dacht dat ik de trui niet meer kan geven aan mijn broer. Maar als ik vraag aan mensen of ze er iets aan zien, valt het hen niet echt op. Misschien is het dan toch oké als ik het zo geef. Misschien wordt het nog lichter bij het wassen.

Bij de versie van mijn jongste neef heb ik wat miserie gehad met de verkorte toeren. Toen ik de steken voor de tweede mouw wou opnemen dacht ik dat ik een fout gemaakt had en wilde ik dat herstellen. Bleek dat het de keerpunten van de verkorte toeren waren. Het heeft me veel zweet gekost, maar uiteindelijk lukte het wel om het te herstellen en de trui af te breien. Soms laat je fouten dus beter gewoon zoals ze zijn. Als het niet opvalt en je kan er mee leven, laat het dan gewoon. Als je er niet mee kan leven, dan raad ik je echt wel aan om het te veranderen. Het is gewoon de afweging die je voor jezelf wilt maken.

Breien met meerdere kleuren waarbij je ze meeneemt aan de achterkant zijn niet echt mijn sterkste kant. Ik maak die draadjes altijd te strak, waardoor het stuk altijd wat bobbelig is. En ik brei dat stuk van de trui al in een dikkere naald zodat de steken meer ruimte krijgen en minder bobbelig worden. Er is nog wel wat ruimte voor verbetering hier.

Evaluatie

Ik ben echt heel tevreden met deze 3 truien. Ik wil er misschien zelfs nog één voor mij maken. Al denk ik dat ik daar nog even mee wacht. 4 keer dezelfde trui breien gaat op den duur vervelen (ook al is het een patroon dat je graag breide) en ik weet ook nog niet welke kleur ik zou gebruiken. Er staat trouwens nog genoeg op mijn to-do lijstje.

Met welk project ben jij bezig?

Bronnen

Nieuwe werken

Kammen of kaarden?

Wat kreeg ik deze week een mooie kans van Sonja. Ik mocht haar kaardmolen gebruiken om wat spinnerswol voor te bereiden. Maandag hadden Sonja en Anne afgesproken om een woldag te houden en ik mocht mee gaan helpen. Het was een leuk verwendagje voor onszelf. Werken met wol, een lekker taartje er bij en een goeie babbel. En voor het eerst mocht ik een kaardmolen proberen, wauw.

Kammen, handkaarders en kaardmolen

Tot nu toe heb ik altijd mijn wol gekamd. Ik had voor mijn verjaardag twee jaar geleden handkaarders gekocht, maar ik vond het zo’n gedoe. Het vuil en de korte stukjes kwamen er niet uit en ik kreeg het niet goed. Zoals je misschien al door hebt, heb ik de dingen graag netjes en geordend. Bij kaarden liggen de vezels allemaal door elkaar en misschien kon ik er daarom niet mee over weg. Ik voel me veel beter als ik wol kam. Alles is netjes, het vuil is er mooi uit en alle vezels liggen in dezelfde richting.

Al besef ik wel dat het veel tijd en energie vraagt. En je hebt ook een heleboel afval die niet geschikt is om mee te spinnen (wat je wel nog voor iets anders kan gebruiken). Maar het eindresultaat zorgt er voor dat je veel egaler kan spinnen. Dat is wat ik eigenlijk wil. Zo gelijkmatig mogelijk spinnen. Dus was kammen de beste oplossing voor mij.

Maar in mijn zoektocht naar zachtere handgesponnen wol, ontdekte ik dat wollig spinnen de beste optie is. Door de lucht die tussen de vezels zit, krijg je een veel zachter resultaat. Maar wat blijkt nu? Je kaard beter als voorbereiding als je wil wollig spinnen. Net omdat je dan ook weer meer lucht tussen de vezels krijgt. Dus was ik beslist om het eens te proberen. Wel met een kaardmolen, want die handkaarders zijn nog steeds mijn beste vrienden niet. De kaardmolen leek me wel haalbaar.

Helaas zijn die machines nogal duur om te kopen als je ze gewoon even wil proberen. Want voor hetzelfde geld kon ik er ook niet mee overweg en had ik dan geïnvesteerd. Gelukkig mocht ik de molen van Sonja gebruiken. Nadat we alle wol voor Annes trui gekaard hadden maandag, mocht ik er zelf mee aan de slag.

Allereerste gekaarde vacht

Ik had wat alpaca en wol gewassen. Ongeveer een 250g ruwe alpaca en 83g ruw Vlaams schaap. Met het opzicht om een garen te maken die 75% alpaca en 25% schapenwol zou zijn. Stap 1 was de kleine scheerstukjes uit de alpaca halen. En dan beslisten we om eerst de alpaca te kaarden en dan de wol. Hiervoor leg je telkens wat vezels vooraan en draai je aan de molen. Het kleinere wiel neemt de vezels mee en verdeelt ze gelijkmatig over het grotere wiel. Als het grote wiel vol is kan je de alpaca of wol afhalen en bekom je een soort van mat die je kan verdelen om te spinnen.

Om dan te mengen, deelde ik beide segmenten op in 75% alpaca en 25% wol. Dit is de tweede kaarding en je ziet al goed dat de kleuren meer beginnen te mengen. Voor dit project wil ik liefst zo weinig mogelijk kleuren mengen. De schakeringen van bruin en grijs in de alpacavacht zouden een heel mooi resultaat geven als ze zo weinig mogelijk gemengd worden, denk ik. Dus hierna was ik klaar.

Ik heb alles netjes gewogen en wat notities bij gehouden. Uiteindelijk kwam ik aan 3 matten van 36, 36 en 37g. Dat is in totaal 109g. En dan zag ik plots dat ik veel meer afval had dan bij het kammen. Hier hou ik maar 1/3 over en dan heb ik het verlies op het kleine wiel van de tweede kaarding toch gebruikt. Iets wat gezegd wordt dat je best niet doet voor de kleine deeltjes die je niet in je wol wil. Ik kon er mee wel leven, omdat de alpaca en wol al eens gekaard was. Het verlies van de eerste kaarding heb ik niet gebruikt, hoor.

Kammen of kaarden?

Bij het kammen heb ik ongeveer 3/4 van de ruwe wol die ik wel kan gebruiken. Dus dat is wel een heel groot verschil. Pff, ik was op slag weer wat septischer. Als ik voor een duurzame werkwijze wil kiezen, is dit misschien toch niet de beste oplossing. Al moet ik misschien wel een paar kanttekeningen maken.

Ik heb beide vachten zonder kammen, onmiddellijk gekaard. Als ik filmpjes op internet bekijk van School of Sweet Georgia (vb: Colour & Fibre Play) dan zie ik dat ze toch nog iets anders te werk gingen dan ik. Tja, het is nu wel de eerste keer dat ik het probeer. Uiteraard is het dan nog een beetje zoeken. De wol die gebruikt wordt tijdens die lessen is reeds gekamde en geverfde lontwol en dat is op zich alweer iets helemaal anders dan de ruwe vacht die ik gebruik. Daarom heb ik beslist om de volgende keer eerst mijn wol te kammen. Misschien helpt dat wel. Misschien ook niet, want ik denk dat het nog altijd op het kleine wiel zal blijven hangen, aangezien dat net het werk is van dat wiel.

Daarnaast zie je ook dat er voorstanders zijn om de vacht direct op het grote wiel bovenaan aan te brengen. Dat zou het probleem wel kunnen oplossen, denk ik. Al kan ik dat dan weer niet doen met de ruwe vacht, omdat die kleine stukjes er dan niet uitgehaald worden. Dus eerst kammen is dan wel noodzakelijk. Maar waarom wil je dan nog de tijd steken in het kaarden als je dan toch al mooi voorbereide wol hebt?

Een terechte vraag van Sonja en ik kan haar geen ongelijk geven. Verkies jij kammen of zweer je bij kaarden?

Bronnen

dit en dat

Mijn natuurlijke verftuin

Ergens eind vorig jaar vroeg ik aan Claire of ik een moestuinbak mocht gebruiken bij de molen waar ik de tweede zondag van de maand ga spinnen. Ik wou altijd al een klein stukje grond waarop ik groentjes kan kweken. Nu heb ik geen tuin, dus die moestuinbak is een droom. Geen enkel probleem als ik het maar zou onderhouden. Toen Claire een tiental dagen geleden belde om te vragen of ik niet een groter stuk grond wou, kon ik me bijna niet bedwingen om direct ja te antwoorden.

Alleen ben ik er nog niet uit wat ik allemaal zou planten. Enkel groenten en fruit of ook verfplanten. Maar waarom kiezen? Zowel groenten, fruit en bloemen zijn beide nodig om een stukje natuur in evenwicht te hebben. Je voelt me al aankomen zeker. Ik ga volledig bio en zelfs nog een stapje verder: permacultuur.

Een goeie planning

Het begin van een goeie moestuin is natuurlijk een goed plan. En dit is blijkbaar het ideale moment om dat te doen, al heb ik het gevoel dat ik wat aan de late kant ben. Eerst wou ik het stukje grond opdelen in gelijke delen voor de groentezones. Ik was nogal aan het sukkelen met mijn rechte lijnen. Dus was ik nog even “De moestuin van Mme Zsazsa” aan het herlezen. En plots leken de cirkels die beschreven werden heel romantisch.

En toen was ik alweer aan het verder denken. Want tussen de cirkels zou ik mijn verfplanten kunnen zetten. Dan is alles in de cirkel eetbaar en erbuiten niet. Lekker duidelijk en veilig. Omdat ik elke cirkel even groot wil hebben en ik niet meer dan 4m x 2,5m beschikbaar heb, zijn de zones een diameter van 80cm en heb ik er 10 in totaal. Dat wil zeggen dat ik 4 hoeken vrij heb om wat grotere planten te zetten en 5 plaatsen vrij heb voor middelgrote planten.

En toen was ik nog verder aan het denken. Wat als ik de zones afbaken met kleinere bloemen, zoals stinkertjes en cosmos. Dan kan ik nog zoveel meer verven en mijn groenten en fruit hebben daar ook baat bij. Ik zie het nu al als een klein stukje paradijs. Dus waarom geen tuinboog aan de ingang. Daarop zou ik nog iets kunnen laten groeien. Perfect, nog meer plaats.

Keuzes maken

De volgende stap is dan om te gaan kiezen welke bloemen ik zou gaan planten. Omdat de grond niet van mij is, zit ik natuurlijk met een paar beperkingen, maar daar kan ik mee leven. Er zijn al zoveel mogelijkheden zonder het planten van bomen of gieten van beton voor een kruidenspiraal.

Ik nam er even mijn lijst met verfplanten bij. Deze lijst is een verzameling van planten die ik gaandeweg ben tegen gekomen in een heleboel boeken en op internet, maar ook door het overleggen met andere ververs en natuurliefhebbers. Ik heb nog niet alle planten geprobeerd, maar ben dat wel van plan.

Bij het overlopen van mijn lijst koos ik er eerst de 4 planten voor de hoeken uit. Die mogen iets groter groeien, omdat ze wat meer plaats hebben. Dus koos ik voor: vlier, guldenroede, kaasjeskruid en liguster. Deze planten gaan ook wat bescherming geven tegen de wind en er voor zorgen dat de er schaduw is.

Dan begon ik met de 5 tussenruimtes. Deze bloemen, kunnen niet zo groot worden, omdat ze anders te veel plaats van de zones zouden innemen. Maar ik koos al gauw voor 3 lavendelstruiken en 2 dahliastruiken. Want om te kunnen verven heb je natuurlijk ook een bepaalde hoeveelheid nodig. Ik zou natuurlijk voor verschillende soorten lavendel en dahlia kunnen gaan om toch nog wat verschil te hebben.

De planten die de zones gaan afbakenen laat ik vooral afhangen van de plaats waar mijn groenten en fruit zullen komen. Want bepaalde bloemen zorgen er voor dat ze de insecten aantrekken die anders op je groenten zouden zitten. Het zal een mengeling worden van stinkertjes, cosmos, meisjesogen, klein hoefblad en vijfvingerkruid. Ik wil ook goudsbloem en viooltjes zetten, maar die kan ik niet gebruiken om te verven.

En dan heb ik nog de tuinboog. Ideaal voor druiven, maar ik ben niet zo’n druiveneter. Al dat gedoe met die pitjes, pff. Ik begin er dan liever niet aan. Maar die tuinboog is ook ideaal voor hop. Met het blad kan ik ook verven en de belletjes geraak ik misschien wel bij iemand kwijt.

Inheemse kruiden en etensresten

Er zijn natuurlijk ook nog een paar waar ik geen moeite zal voor hoeven te doen. Omdat onkruid niet bestaat en het eigenlijk inheemse kruiden zijn, wil ik ook brandnetel en paardenbloem een kans geven. Maar die mogen groeien waar ze uitkomen. Als ik geluk heb, groeit er ook fluitenkruid, wilde wortel, kleefkruid, bijvoet, … Verrassing.

Rabarber heb ik achterwege gelaten. Ik eet het niet zo graag en ik heb maar zoveel plaats, natuurlijk. Avocado zou heel makkelijk zijn om te kweken, maar na een paar vruchteloze pogingen wil ik het niet meer proberen. Avocado’s vragen ook een heel warm klimaat en heel veel water. En ik denk dat de andere planten het daarom minder goed zullen doen. Dus ook geen avocado. Ik kan wel de schillen van de uien gebruiken om te verven. Ik ben van plan om gele en rode te zetten. En rozemarijn krijgt ook een plaats.

Zoals je kan lezen is het een ambitieus plan en ik hoop dat het gaat werken. Het zal een jaar kijken en evalueren zijn. Misschien stuur ik dan volgend jaar een beetje bij, maar dat zien we dan wel weer. Heb jij een moestuin? Heb je tips?

Bronnen

  • Permacultuur principes in de natuurlijke moestuin, Frank Anrijs, Lucrèce Roegiers. (2020). Yggdrasil. Nederlandstalig. Theorie met praktische toepassingen. In dit boek vind je de basisprincipes van permacultuur en hoe je ze kan toepassen.
  • De moestuin van Mme Zsazsa, Dorien Knockaert en Kim Leysen. (2014). Manteau. Nederlandstalig. Een jaar zaaien, koken en proeven. In dit boek vind je heel veel info over het starten van een moestuin.
  • https://www.youtube.com/watch?v=ih2gV2I7ftM Zo laat je een avocadopit groeien tot een plant.
Nieuwe werken

Combinatiespinnen

Vandaag wil ik iets moois met je delen. Een klein gelukje om het zo te zeggen. Ik ben een hele tijd bezig geweest met de drie vlechten dat ik van Annick gekocht heb op de hobbybeurs in Middelkerke. Ondertussen ben ik een heel eind opgeschoten en heb ik getwijnde wol klaar.

Details

  • Techniek: combinatiespin van 3 verschillende enkele draden
  • Vezels: 3x lontwol geverfd met proteïneverven door Annick Keters van Atelier Wulle&Papier
    • 100g Zuid-Amerikaanse Merino in fel en kaki groen (bovenaan)
    • 100g grijze Merino in kakigroen en appelblauwzeegroen (midden)
    • 100g gemeleerde grijze Merino in blauw en paars (onderaan)
  • Inspiratie: Resultaten van combinatiegesponnen wol van Andrea Mowry. Ze praat er soms over tijdens haar YouTube video’s.
  • Enkele draad: woolen gesponnen, zo dun mogelijk
  • Twijnen: klassieke driedraads
  • Grist: ongeveer 236 meter = 100 gram

Wat werkte

Voor dit project heb ik me echt geëngageerd om woolen te spinnen. Nadat de wol voor de Seeds and Stems Cowl wat ruwer uitgevallen was dan ik gehoopt had, wou ik leren om zachtere wol te spinnen. Tja, zachter dan Merino kan bijna niet. Dus daar zat ik wel al goed. Tijdens het twijnen gleden de draden soms door mijn vingers. En het is zalig om te voelen.

Maar ik wou ook zien of je meer lengte krijgt als je woolen spint. Wat blijkbaar zo zou zijn, omdat er meer lucht gevangen wordt tussen de vezels. En waar lucht zit, kan geen vezel zitten, waardoor de draad dus langer wordt. Ik geloof de theorie, maar ik heb eigenlijk geen vergelijk. De Seeds and Stems wol is ook woolen gesponnen. En ze is qua dikte en grist eigenlijk gelijkaardig. Verschil is wel dat dit een driedraads is en de andere een tweedraads.

Wat heb ik geleerd

Toen ik begon twijnen viel me onmiddellijk op dat het resultaat niet was wat ik er van verwacht had. Al weet ik eigenlijk niet meer zo goed wat ik er dan wel precies van verwachtte. Ik denk dat ik hoopte op meer kleurschakeringen. Er zijn bepaalde plekken waar beide groenen en blauw samenkomen waarop ik verliefd ben, maar er zijn andere plekken waar felgroen en paars samenkomen waar ik wat over twijfel.

Maar dat zou zeker kunnen, omdat ik er met mijn neus direct op zit te kijken. Ik heb er nog niet mee gebreid. Dat zou ook weer een heel ander effect kunnen hebben. Misschien komt het visueel nog redelijk blauwgroen in het geheel. Dat had ik wel zeker voor ogen. Ah ja, het is toch een leerproces. Door te doen, zie je wat het resultaat is en kan je het herhalen of bijsturen en later bewustere keuzes maken.

Evaluatie

Over het algemeen ben ik best tevreden met het resultaat. Zachte wol, check. Mooie kleuren, check (dank je wel, Annick) en regelmatig van dikte. Tja, hier en daar is het wel een stukje dikker dan op andere plaatsen, maar dat zijn details en het is trouwens altijd zo met handgesponnen wol. Ik vind wel dat het vrij regelmatig is. En het is de dikte die ik wou.

Ik heb wel nog geen idee wat ik met deze wol zou willen maken. In totaal zal ik 300 gram hebben, dus misschien wat weinig voor een trui (al tellen de meters natuurlijk). Maar misschien heel geschikt voor een shawl. Ik kijk al uit naar wat de MKAL van Sweet Georgia dit jaar zal zijn. Ik weet nog niet wat deze wol zal worden, maar ik zie wel.

Ik heb van elke vlecht nog een klein beetje over en wil daarmee graag nog een beetje experimenteren. De cursus “spinning intentional colour” heeft me meer inspiratie gegeven. Ik wil graag fractal spinnen en chain plying eens proberen. Twee technieken die ik nog niet eerder geprobeerd heb. Helaas ben ik vergeten wat ik wou doen met dat derde restje. Maar gelukkig kan ik dat later nog altijd beslissen.

Ik ga alvast labels maken voor deze wol. Want het is zo moeilijk om later nog te weten welke vezels en techniek ik toegepast heb. Zou ik een langere draad krijgen als ik maar twee draden twijn?

Bronnen

Het Sjettekastje

Breien met restjes

Het geheim van breien met restjes ligt hem in het combineren van kleuren, soort en dikte van garen. Meer houdt het eigenlijk niet in. Dus verzamel al die restjes, sorteer ze mocht je dit nog niet gedaan hebben en dan kan je aan de slag.

Kleur

Over kleurencombinaties heb ik het al een paar keer gehad. Maar hier dus nog even kort hoe het in elkaar zit. Er zijn drie primaire kleuren: blauw, geel en rood. Door twee van deze kleuren te mengen krijg je secundaire kleuren: groen, paars en oranje. En als je een secundair kleur mengt met een primair kleur krijg je een tertiaire kleur: geelgroen of blauwgroen bijvoorbeeld. Als je ze allemaal naast elkaar legt, krijg je een kleurenwiel.

Door verschillende kleuren op het kleurenwiel samen te brengen, kan je verschillende soorten kleurencombinaties maken. Je kan drie naast elkaar liggende kleuren kiezen zoals oranje, oranjerood en rood (analoog). Je kan overliggende kleuren kiezen zoals oranje en paars (complementair). Of net de twee kleuren naast het complementaire kleur kiezen zoals paars, geel en groen (gesplit complementair). En je kan ook een gelijkbenige driehoek (vb: paars, oranje, groen) of vierkant (vb: rood, roodpaars, blauw, geelgroen en oranje) maken op het kleurenwiel.

Kies eerst met welke restjes wil gaan werken en maak er dan, om het jezelf gemakkelijk te maken, eerst een kleurenwiel mee. Dan kan je aan de slag met de theorie hierboven en naar hartelust combineren. Hierboven kan je een voorbeeld vinden. Helaas vertekent het licht de kleuren een beetje, waarvoor mijn excuses. Je kleurenreeks kan eventueel nog aangevuld worden met neutrale kleuren, zoals grijs, bruin, wit of zwart.

Of je gaat voor de helpende hand van Adobe Color en je laat een paar kleuren selecteren uit een foto. Daarna leg je de best passende kleuren bij elkaar. Shh, dit blijft ons geheim. Toch?

Deze kleurentechniek kan je gebruiken om strepen te breien. Je kan gaan voor smalle strepen en combineren met een universele kleur (eventueel waar je er meer van hebt) of je kan gaan voor bredere strepen. Deze techniek is ook geschikt voor kleurwerk in een top-down trui of fair isle. Of je kan gaan voor blokjes.

Flying South van Drops Design

Avena van Jennifer Steingass

Fragmentation Shawl van Stephen West

Soort en dikte van garen

Over het algemeen is het prettig om één dikte van garen voor alle restjes te gebruiken en ook wel liefst dan in dezelfde soort. Persoonlijk vind ik dat ook. Dat breit natuurlijk het gemakkelijkst en het prettigst. Maar ik vind ook dat er mooie dingen gemaakt kunnen worden als we even buiten de lijntjes kleuren.

Wanneer je breit met dubbele draad (of zelfs drie draden) kan je gerust een fijnere met een dikkere draad combineren. Sowieso bekom je een gemarmerd effect. Maar afhankelijk van welke draad dikker is, kan je een speciaal effect creëren. Meer en meer kom ik breiers tegen die mohair of suri alpaca toevoegen als tweede draad voor hun trui. Gewoon omdat dat zo lekker zacht is, maar soms ook voor het fluffy effect.

Maar sommigen voegen ook wol als tweede draad toe wanneer ze alpaca breien. Alpaca heeft niet hetzelfde geheugen als wol. Dat wil zeggen dat het na een tijdje begint door te hangen. Wol kan die stabiliteit toevoegen, waardoor je toch die oh zo mooie trui in alpaca kan breien.

Caine van Monie Ebner

Winter Night Sweater van Rosemarie Skov

Combineer dus je restjes naar hartelust en geef ze een tweede leven. Wat ga je maken?

PS: Heb je zelf een patroon voor het breien of haken, neem dan deel aan de allereerste wedstrijd: Sjettes restjespatroon.

Bronnen

Het Sjettekastje

Nieuw in het Sjettekastje

Wauw. Het Sjettekastje bestaat morgen 12 februari 2023 1 jaar. En dat mag gevierd worden. Tijd dus om wat kaarsjes uit te blazen. En ook tijd om wat nieuws met je te delen. Er zijn een paar nieuwe producten beschikbaar.

Minibolbox

Mocht je even niet mee zijn. Het Sjettekastje is volledig gebaseerd op wolrestjes. Want wat we weggooien of op zolder vergeten, kan eigenlijk nog gebruikt worden voor een prachtig stuk waar je nog veel plezier kan aan beleven. Al geef ik toe dat het niet altijd gemakkelijk is om kleuren te combineren. Tot nu toe kon je zelf je bolletjes en kleuren kiezen. En al kan je dat nog steeds, nu kan het ook iets makkelijker met de minibolboxen.

Aan de hand van een groep foto’s en Adobe Color kies ik dan een paar kleuren uit de voorraad. Ik probeer zoveel mogelijk gelijke diktes te combineren voor het mooiste breiresultaat. Maar soms mag het ook iets leuker en zit er een specialeke in. De dikte van de wol is doorgaans voor naald 3-4.

Het is een reeks van kleuren in bolletjes van 10 gram. Naargelang de grootte van je project zijn er ook groottes in dozen. Er zijn sets van 12, 10 en 6 stuks. Zo kan je 120, 100 en 60 gram bij elkaar passende kleuren in één oogwenk kiezen. De prijs is dezelfde dan wanneer je de bolletjes los zou kopen. Dat wil zeggen €3.60, €3 en €1.80 respectievelijk.

Toevallig kwam ik een foto tegen waarbij er bolletjes wol in eierdozen uitgestald waren en ik vond dit de meest geschikte verpakking voor de minibolboxen. Jammer genoeg weet ik niet meer waar of wanneer ik het tegenkwam. Maar wat een prachtig idee. Dank je wel, originele bedenker.

Pompons

Jullie brachten al enorm veel wol binnen en ik kan jullie daar alleen maar voor bedanken. Omdat ik zo weinig mogelijk wil weggooien (want dat is toch het hele idee) wou ik ook een manier vinden om de kleinere restjes te verwerken. Dus ben ik even aan het brainstormen gegaan en de pompons zijn daarvan het resultaat.

Ik was op zoek gegaan naar een pomponmakerset. Ja, ik weet dat je het ook van karton kan maken, maar nu ik minder afval heb, heb ik ook minder karton om ze te kunnen maken. En ik zou ze ook weer telkens opnieuw moeten maken en weggooien. Dat is ook weer niet zo aanmoedigend. Ik kwam na wat zoeken een tweedehands versie tegen, maar helaas koste die met verzendingskosten inbegrepen meer dan dat ik een nieuwe zou kopen. Met de steeds duurder wordende prijzen, was de keuze redelijk snel gemaakt.

Ook hierbij zijn er drie groottes. De grootste is 10cm diameter, de middelste is 7cm en de kleinste is 5cm. Er zijn pompons in dezelfde kleuren als de minibolboxen, al kan je ze natuurlijk ook met iets anders combineren. De prijzen zijn €1.50, €1 en €0.50 respectievelijk.

Bij het knippen van de pompons heb ik nu ietsie pietsie kleine stukjes over. Ik ben deze nu aan het opsparen om later een tweed garen van te spinnen. Dat lijkt me wel leuk. Hedgehog Fibres doet dat al een hele tijd en het is echt zero waste.

Steekmarkeerders

Nu blijven enkel de draadjes die ingestopt en afgeknipt zijn bij het maken van een trui over. Je weet wel, de echt veel te korte eindjes. Ook die kon ik niet weggooien. (Bekijk me niet te gek, aub. Het is zoals Deadpool zegt: Maximum effort.) Ik kon die eindjes gebruiken voor steekmarkeerders.

Oké, ze houden niet zoveel in. Het zijn uiteindelijk maar lintjes. Maar ik verkies ze toch boven metalen en plastieken steekmarkeerders. Ze zijn even dik als je breiwol, dus vervormt je breiwerk niet te veel en door het langere uiteinde kan je ze ook voor een stuk inwerken zodat ze mooi blijven zitten. Er kan ook niets blijven haken en je wol beschadigen. Alles heeft zijn plaats in de wereld, ook de kleinste steekmarkeerder.

Voor 10 stuks betaal je €0.10. Deze mag je zelf naar wens samenstellen. Heb je graag 10 dezelfde of liever wat gemengde kleuren? Ga er voor. Ze staan gesorteerd op warme, koude en neutrale kleur.

Door het maken van deze nieuwe producten ben ik alweer enorm geïnspireerd. Ik zie alweer een paar mutsen, sjaals en nog zoveel meer voor me. Hopelijk jij ook!

PS: Weet jij nog een goeie verpakking voor een megabolbox (meerdere bollen van ongeveer 50 gram)?

Bronnen

Het Sjettekastje

Jouw waardevolle wol sorteren

Ah, we zijn alweer februari. Wat gaat de tijd toch snel. Het is weer tijd om eens stevig door je wolvoorraad te gaan en er wat meer overzicht in te krijgen. Want misschien ligt bij jou ook wel alles door elkaar en weet je op den duur niet meer wat je nog allemaal hebt.

Houden of niet

Soms koop ik bollen waarvoor ik nog geen project in gedachten heb en dan leg ik ze even aan de kant. Maar uiteindelijk krijgen ze geen bestemming en blijven ze daar maar liggen. Of ik had wel een project in gedachten, maar dat wil ik nu niet meer maken. Of misschien is het kleur toch niet meer wat ik er van gedacht had. Dan is het tijd om te beslissen of ik ze nog wil houden of niet. Kom op, je kan het.

Je wil eerst het onderscheid maken tussen wat je wil houden en wat je wil wegdoen. Hieronder geef ik tips voor de wol die je wil houden. Alles wat je wil wegdoen, stop je in zakken. Je kan het ruilen met andere wolliefhebbers, doneren aan scholen of breigroepen of opnieuw verkopen. Maar je kan het natuurlijk ook binnen brengen in het Sjettekastje voor mijn deur.

Kleine en grote hoeveelheden

Het volgende wat je wil doen met de wol die nog wil houden, is de grote hoeveelheden scheiden van de kleine. Alles waar je meer dan 1 bol van hebt, leg je aan de ene kant. Al de andere bolletjes leg je nog even aan de andere kant. Het meest ideale is natuurlijk dat je per soort een doos hebt. Maar in de meeste gevallen zal je verschillende soorten in 1 doos doen. Dan is het handig om van elk een bolletje in een aparte doos te doen. Schrijf op het label hoeveel je er van hebt en dan kan je de rest al klasseren. Het enige wat je dan hoeft te doen is zoeken in die ene doos en dan weet je al of je voldoende wol zal hebben voor het project dat je wil maken.

Voor de wol waarvan je maar 1 bol hebt, wil je nog een onderscheid maken tussen grote en kleine bollen. Ik leg de grens op 50 gram, omdat je daar al wat meer kan mee doen dan met de kleinere hoeveelheden. Maar hoe ga je dan verder? Want alles is nu nog een warboel. Als je naar een wolwinkel gaat, ligt alles netjes gesorteerd per merk, per soort wol of per dikte. Maar dat is voor ons niet zo interessant. Want we willen vooral kleuren combineren die bij elkaar passen. Dus ligt het voor de hand dat we gaan sorteren op kleur.

Kleur

Naar mate de hoeveelheid van je wolvoorraad kan je een eerste opsplitsing maken tussen warme, koude en neutrale kleuren. Merk je al gauw dat je te grote hopen krijgt die niet meer in je dozen passen (wat bij mij zeker het geval is), dan kan je verder gaan verdelen. De drie primaire kleuren, blauw, rood en geel en de drie secundaire kleuren groen, oranje en paars zijn dan een goeie start. Dat kan je dan nog uitbreiden met de neutrale kleuren wit, grijs, zwart en bruin. En misschien wil je ook nog een doos voor de meerkleurige die je niet onmiddellijk in één van de voorgaande dozen kon thuis brengen.

Als ik dit toepas op mijn voorraad, doe ik de grote bollen per kleur in een grote doos. En de kleinere bollen sorteer ik op warme, koude en neutrale kleuren in een kleine doos. Ik heb wel gemerkt dat ik van sommige kleuren minder bollen heb en dan heb ik een grote doos gemaakt voor 2 kleuren (zoals bijvoorbeeld oranje-geel en blauw-paars).

Te veel wol

Nee, dat kan niet. Denk je waarschijnlijk als je dit leest. En dat klopt, vind ik persoonlijk. Want hoe meer je hebt, hoe meer je kan combineren en je creativiteit de vrije loop kan laten. Maar misschien krijg je de dozen niet meer dicht. Dan wil je misschien gewoon verder gaan onderverdelen.

Dat kan je doen door op tertaire kleuren te verdelen. Het ene blauw zal meer naar paars en het andere blauw meer naar groen aanleunen. Dan kan je een doos echt blauw, paarsblauw en groenblauw maken. Je gaat zover als je zelf wilt om elk bolletje zijn plaats te geven.

Maar misschien is het voor jou dan interessanter om op dikte van de wol te gaan sorteren. Alle fijnere blauwe wol kan je in een doos bewaren en alle dikkere blauwe wol in een andere. En misschien kan je ook per categorie bewaren. Fijne wol die je voor sokken gebruikt in een doos, dikkere wol die je voor een plaid gebruikt in een andere doos.

Een derde mogelijkheid is nog per wolsoort verdelen. Bijvoorbeeld alle blauwe dierlijke wol (zoals schapenwol, alpaca en zijde) bij elkaar en alle blauwe natuurlijke vezels (zoals katoen, linnen en bamboe) bij elkaar. Zo kan je ook makkelijk per seizoen selecteren. In de lente en zomer wil je misschien eerder katoen gebruiken, in de winter misschien eerder wol. Zo heb je dat ook steeds handig bij elkaar.

Extra tips

Wil je jouw wol graat op een mooie manier presenteren of ben je nog op zoek naar welke dozen je wil gebruiken? Dan is deze blogpost een goeie hulp.

Wil je graag wat meer leren over kleurentheorie? Dan is deze blogpost een goeie hulp.

Kleurencombinatie

Welke kleuren bestaan er en hoe kan je ze het best combineren. Alles wat je moet weten om een mooie combinatie te maken.

En wil je het wat plezanter aanpakken? Er zijn nog zoveel categorieën om toe te passen.

Je zal er versteld van staan hoeveel rust sorteren je zal geven. En misschien maakt het je ook wat bewuster. Maar nee je kan nooit genoeg wol hebben. Je kan wel veel mooie dingen maken met wat je nog liggen hebt. Ga jij mee de uitdaging aan om je wol te sorteren?

Bronnen

dit en dat

Over druk en emotie – meer tijd voor je projecten

Ik weet niet wat er is, maar de afgelopen week werd ik wat overspoeld door druk en emotie. Ik zag plots door de bomen het bos niet meer. Wat wou ik eerst afwerken? Maar ik heb nog dat en dat project ook en daarna wil ik al starten aan dat. Aaaaah, help! Het was zo erg dat ik even niets meer kon maken. Ik had even rust nodig in mijn veel te onrustige hoofd.

Te veel projecten

Even voor Kerst en net na Nieuwjaar had ik het al even over de projecten die ik dit jaar zou willen maken. Maar van zodra de lijst af was, bedacht ik me plots dat er nog een heleboel niet opstonden. En ongetwijfeld zal ik er nog een paar andere willen bijnemen. En alhoewel ik voor mezelf gezegd had dat ik het niet te strikt zou nemen en meer relaxed er mee zou omgaan, is dat tot nu toe nog niet echt gelukt.

Want op dit moment ben ik nog steeds bezig met de trui van mijn broer. En ik heb echt het gevoel dat ik er niet mee verder geraak. En dat komt omdat ik een pak minder tijd had om er aan te werken. Stilletjes aan is het weer tijd voor mij om werk te maken van, wel, werk. Dus dat zorgt voor minder tijd voor het breien van die trui. Want wat ik vroeger vrij kon doen op een dag, moet ik nu in de helft van de tijd proberen te doen. Geen wonder dus dat ik wat overspoeld werd.

Naast die trui wil ik ook nog de drie vlechten die ik bij Annick kocht op de hobbybeurs in Middelkerke spinnen. En dat heb ik eigenlijk tussen het spinnen van mijn sokkenwol genomen. Maar wat doe ik eerst? Breien of spinnen. Waar heb ik zin in? Ik weet het niet.

Time management

Dit is dus een goed leermoment om mijn tijd wat beter in te plannen. Op welke momenten kan ik wat doen? Time management, hoe ging dat ook alweer? De meest handige tips vond ik op tijdswinst.com. En ik wil ze graag even met je delen.

Eén daarvan is je vrije tijd inplannen. Niet werken, werken, werken tot je ‘s avonds geen zin meer hebt om ook nog maar iets te doen, waaronder hetgeen dat je eigenlijk de hele dag het liefst van al had willen doen. Maar eerst je vrije tijd en daarrond de werkblokken plannen. En dan ook best een vrije tijd die niets met je werk te maken heeft. Wat voor mij misschien wat moeilijk wordt, aangezien ik mijn hobby vanaf nu als werk kan beschouwen. Hmmm. Maar geen paniek, dan maak ik van mijn andere hobby’s vrije tijd. Straks ga ik even naar buiten…

Maar ook goed zorgen voor mezelf is belangrijk. Er zijn bepaalde zaken die ik liever wegduw, emotioneel gezien dan. En het is belangrijk om tijd vrij te maken om net dat niet te doen en ze wel te verwerken. Daar ben ik nu mee bezig. Het is niet altijd even gemakkelijk, maar toch een schouderklopje voor mezelf.

Maar met die twee tips red ik het natuurlijk nog niet. Het zal plannen worden. En dat zal me dan ook weer wat meer rust in mijn hoofd geven. Een agenda lijkt me logisch. Maar welke? Ga ik digitaal of gebruik ik mijn bullet journal. Ik ben eerder geneigd naar het laatste. Maar op dit moment heb ik een systeem nodig die meer energie opbrengt dan het vraagt. Met andere woorden, eentje die ik niet steeds opnieuw moet tekenen of kopiëren. Maar ik wil natuurlijk wel het overzicht bewaren en niet met 2 of 3 agenda’s werken. Owkay, bullet journal dus. Ik denk nog wel even na over de template. En dan kan ik beginnen met taken, gesprekken en to do’s te plannen.

En dat kan al een heel pak helpen voor dat overvolle hoofd, maar er zullen nog een heleboel ideeën en creatieve gedachten door mijn hoofd blijven spoken. En ook dat zal een plaats nodig hebben op papier. Het is niet echt de bedoeling om met alles iets te doen, maar om ze gewoon uit mijn hoofd te krijgen en er niet constant aan hoeven te denken. Als ik ze nodig heb, kan ik ze gewoon later bekijken, want ik ben ze niet vergeten. Alles staat netjes op mijn braindumplijst.

En dan wordt het tijd om prioriteiten te stellen. Gelukkig bestaat het Eisenhower model. Je gaat na wat belangrijk is en wat niet en of het dringend is of niet. Zo pas je je taken in 4 hokjes. Wat dringend en belangrijk is, wil je doen. Wat niet dringend is, waar wel belangrijk, wil je plannen. Wat niet belangrijk is, maar wel dringend, kan je delegeren. En wat niet belangrijk en niet dringend is, doe je lekker niet, ha. Dit zal me zoveel meer rust geven. Ik kan alweer niet wachten om er mee aan de slag te gaan.

Nu op dit moment zie ik alweer een klein stukje bos. Het komt goed. Ik ga met deze tips aan de slag en zal in snel wel weer rust in mijn hoofd hebben. Geen stress dus. Word jij ook soms overspoeld?

Bronnen

Steek van de maand

Engelse patentsteek en brioche

Tijdens het maken van het proeflapje voor Annes trui met alpacawol had ik wat tijd nodig om de gebruikte steek onder de knie te krijgen. Anne koos voor de Rain Chain trui van Drops Design. Oké, ik brei al een tijdje, maar de Engelse patentsteek had ik nog niet geprobeerd. Nu krijg ik de kans en ik vind het een aanrader.

Engelse patentsteek

Er bestaan verschillende patentsteken, zoals Engelse, gewone, valse en zelfs halve. Vandaag wil ik het graag specifiek over de Engelse patentsteek hebben. De steek is ideaal voor warme winterbreisels, omdat de steken dubbel gebreid worden. Het geeft een mooie structuur dat er voor zorgt dat je werk dikker wordt en zoveel warmer.

Misschien herken je ook wel de Engelse naam van de steek: Fisherman’s rib. Of misschien ken je het zelfs nog onder een andere naam: Brioche. Sommigen beweren dat Fisherman’s rib en Brioche hetzelfde is, anderen beweren dan weer dat dat zo niet is. Dit wil ik nog even in het midden laten.

Maar ik verschiet me nu wel een bult. Ik dacht dat Brioche nog iets helemaal anders was, want je ziet meestal patronen in verschillende kleuren als je erover leest. Oké, ik zie het helemaal zitten nu.

Niveau

Persoonlijk zou ik deze steek aanraden voor de avontuurlijke beginner. Er zijn toch een paar technieken die je eerst onder de knie moet hebben, voor je er mee aan de slag kan gaan. Volgende kennis heb je nodig (naast rechts en averechts dan): omslagen, steken afhalen, samenbreien. En al zeg ik het zelf, ik had ook wel wat inzicht nodig in hoe het steekpatroon in elkaar zit. Want bij mijn eerste pogingen zaten de verkeerde steken boven elkaar. Het was een warboel

Het moeilijkste leek me te starten met een verkeerde rij, omdat je eerst een rij boordsteek (1 R, 1AV) breit. Als ik er nu aan terug denk, slaat mij hoofd nog altijd tilt. Het is net het omgekeerde van wat je gewoon bent en net dat maakt het net iets moeilijker. Maar niet onmogelijk, natuurlijk. Ik vond het net handiger om de boordsteekrij te breien, omdat je dan beter ziet welke steken je breit en welke je afhaalt.

Een gevorderde breier zal de steek zeker wel kennen, want eens je hem onder de knie hebt, is het zalig breien. En het is zo’n mooie afwisseling op de klassieke boordsteek. En ze is ook heel geschikt voor mensen die niet zo graag averechts breien, want de meeste averechtse steken haal je gewoon af (woop, woop).

Patroon

R = rechts
AV = averechts
O = omslag
SBR = rechts samenbreien

Zet een veelvoud van 2+1 steken op.

  • Voorbereidingsrij: *1R, 1AV.* Herhaal van * tot * tot er één steek over is, 1R. Keer het werk.
  • Rij 1: 2R. *O, averechtse steek averechts afhalen, 1R.* Herhaal van * tot * tot er één steek over is, 1R. Keer het werk.
  • Rij 2: 1R, *averechtse steek averechts afhalen met de draad aan de voorkant, O en volgende steek SBR.* Herhaal van * tot * tot er twee steken over zijn, 1 averechtse steek averechts afhalen, 1R. Keer het werk.
  • Herhaal rijen 1 en 2 tot de gewenste lengte.

Maar misschien vind je een filmpje toch makkelijker om te volgen. Dominique legt je heel goed uit, hoe je de steken juist breit. Voor mij was het alvast een enorme hulp.

Tip

Er bestaan een paar handige trucjes om deze hele uitleg te omzeilen. Er wordt soms gesproken dat je in de rechtse steek in een onderliggende naald kan steken. Zo heb ik het gedaan met mijn versie van de Sweet Honey cowl van Kjerstin Rovetta. Op dat moment leek dat een pak logischer.

Toepassen

Omdat je steken dubbel breit, wordt je breisel dikker en dus zijn alle warme items ideaal. Een muts, een trui, een cowl, … noem maar op. En zeker als je je begint te verdiepen in brioche, kan je zoveel moois terug vinden.

Mood of March van Katrin Schubert
Brioche Shawl Feathers van Anna Muskatina
Sunray sweater van Celina Dyhring

Het is alsof er plots een hele nieuwe wereld voor je open gaat. Er staat voorlopig wel genoeg op mijn to do-lijstje, anders had ik het alweer geweten. Wat is jouw ervaring met de Engelse patentsteek?

Bronnen

Kom je een Engels patroon tegen en heb je moeite om het te vertalen. Bekijk dan even deze post.

Voor de tijd van het jaar

Goede voornemens en beste wensen

Een nieuw jaar en we zijn weer terug klaar voor een hele nieuwe start. Daarom eerst en vooral: Beste wensen! Ik wens je een wollig jaar toe. Eentje waarin je veel plezier mag beleven aan de projecten die je maakt. Bij een nieuw jaar horen ook goede voornemens. En alhoewel ik niet de persoon ben die ze maak, wil ik dit jaar graag een uitzondering maken voor deze goede voornemens.

Nieuwe techniek

Je zal me ondertussen misschien al kennen. Stilstaan is achteruit gaan en er valt altijd wel iets nieuws te leren. Bij elk project leer je bij. Al is het maar een klein geluk zoals oefenen en beter worden. Maar je kan het natuurlijk ook groter zien en gaan voor een nieuwe techniek, zoals ik van plan ben.

Misschien wordt het fair isle, brioche of een nieuwe steek. Of misschien wordt het een patroon dat ik nog nooit op die manier gebreid heb. Ik heb er nog niet echt over nagedacht, maar heb er dit jaar nog genoeg tijd voor. Oh, ik denk net aan iets. Misschien meer breien met zelfgesponnen wol, dat echt onder de knie te krijgen en zelfs betere wol kunnen maken (de wol voor mijn cowl is misschien toch wat hard voor mijn gewrichten).

Ik denk dat dit goed voornemen wel eenvoudig zal zijn. Meestal gaat bijleren vanzelf.

Eigen patroon

Hoe mooi zou het zijn om een volledig origineel, zelfuitgezocht en geschreven patroon te maken. Vorig jaar had ik al een prachtig idee: de Maple shawl. Het was raar. Plots kreeg ik een beeld voor ogen van een esdoornblad. En ik dacht toen: hoe mooi zou dat zijn voor een shawl. Ik heb nu enkel nog maar een ruwe schets, maar het is de bedoeling om het dit jaar verder uit te werken. Hopelijk heb ik tegen het einde van het jaar een afgewerkte sjaal en patroon.

Dit goed voornemen is misschien wel ambitieus, maar ik zie het helemaal zitten. En ik leer onmiddellijk ook iets bij over patronen maken. Check-check.

Het Sjettekastje

Dit voornemen is voor mij misschien nog wel het belangrijkst! Sinds kort weet ik welke richting ik uit wil met mijn carrière, na heel veel zoeken en twijfelen. Het is niet makkelijk geweest. Maar ik heb het licht gezien en hoe kan het anders dan de creatieve richting uit gaan.

Ik zou heel graag het Sjettekastje verder uitwerken tot een winkel. En ik zou er naast de tweedehands wol, zelf geverfde en gesponnen wol willen verkopen. Maar het Sjettekastje zou het Sjettekastje niet zijn als dat niet met respect voor de planeet kan.

Heel veel vachten van schapen worden na het scheren gewoon weggegooid. Wat een schande en verlies. Ik zou die vachten willen gebruiken om wol te spinnen, zodat ze gered kunnen worden van de afvalberg. En het verven zal zo veel mogelijk op zonne-energie gebeuren en met natuurlijke verfmiddelen (zoals avocadoschillen, schillen van ui, koffieresten en planten die in overvloed te vinden zijn). Het is een filosofie die me zo nauw aan het hart ligt en die het hart van de winkel zal worden.

Nu ben ik nog even bezig met een stage. Daarna is het de bedoeling om er echt werk van te maken. Ik heb al mensen die me daarmee gaan helpen. En hopelijk jij ook door het project te steunen.

To-do lijstje

Een paar weken geleden heb ik al eens een lijstje gemaakt van wat ik dit jaar allemaal zou willen maken:

  1. back to basics uitdaging
  2. the shift cowl Andrea Mowry
  3. maple shawl
  4. Azteca fine lux seamless sweater knitting pattern Katia
  5. MKAL sweet georgia
  6. Foldlines Norah Caughan of Kokebi Sweater Lucia Ruiz de Aguirre
  7. Curio Socks Andrea Mowry
  8. Chimney sweater Strikkelisa
  9. Striped Top Tatsiana Kupyianchyk

Maar ondertussen is er nog zoveel bijgekomen. Verdorie toch. Waarom zijn er zoveel mooie patronen en waarom heb ik zoveel inspiratie? Het is waarschijnlijk wel iets dat je kent. Ondertussen hebben Anne en Sonja me gecontacteerd om een trui te breien van 100% alpaca, geschoren van het dier dat bij Anne in de wei staat. Tuurlijk zie ik dat zitten.

En misschien wil ik dit jaar een nieuwe boodschappentas maken. Eerst breien en daarna laten vervilten in de wasmachine (Check, nieuwe techniek). Er was nog een adventbox over en de wol zou ik willen gebruiken voor een restjes trui in kleurverloop. En in de loop van het jaar zullen er waarschijnlijk nog projecten bijkomen.

Ik hoop gewoon dat de lijst hierboven zal lukken. Ik wil er een jaar tijd vrij voor maken en ik denk wel dat dat zal lukken, aangezien ik hetzelfde aantal projecten ongeveer in een half jaar heb gedaan. Maar geen stress, wel genieten van het maken.

Niet te hard zijn

En dat brengt me bij mijn laatste goede voornemen. Het is ook de reden waarom ik de back-to-basics uitdaging vorig jaar aangegaan ben. Ik wil nog steeds bewuster gaan breien en meer genieten van het product en het maken.

Ik wil de race tot de eindstreep vertragen en meer procesgericht te werk gaan. Later zal ik nog genoeg tijd hebben om te genieten. Maar het maken is net zo plezant en zou niet verwaarloosd mogen worden. Daarom wil ik de tijd nemen en niet te hard zijn voor mezelf als het toch wat langer zou duren. Want daarna komt er nog een jaar, toch? En het belangrijkste is nog altijd plezier hebben.

Al denk ik misschien dat dit goed voornemen gemakkelijk zal zijn, soms zal ik er mezelf toch eens aan moeten herinneren. Ik heb nogal de neiging om zoiets te vergeten. Misschien een goed idee om een spreuk af te drukken en in te kaderen. Ik kan ze dan in mijn (toekomstige) hobbyruimte hangen, zodat ik er aan herinnerd wordt.

Ik weet wat me te doen staat dit nieuwe jaar. Wat zijn jouw goede voornemens?

Het Sjettekastje

Allereerste wedstrijd: Sjettes restjespatroon

Omdat er weinig reactie kwam, heb ik besloten om de wedstrijd te verlengen. Alle data worden overgenomen in 2024 en je kan tot 1 maart 2024 je patroon insturen!

Heb je een passie voor het ontwerpen van patronen? Of wil je daar wel eens aan wagen? Dan is deze wedstrijd voor jou gemaakt. Het is de kans om je ontwerptalent met restjes wol te laten zien. Breien of haken, het mag allebei. Misschien wordt dit wel de start van je Sjette-ontwerpcarriere.

De wedstrijd wordt georganiseerd door:

Sjette voor Het Sjettekastje
Breydelstraat 3
8647 Lo
isabeldecombel@gmail.com
sjetteswereld.home.blog
http://www.facebook.com/groups/hetsjettekastje

Deelname aan de wedstrijd is gratis en iedereen mag er aan deelnemen.

Wie zijn we

Het Sjettekastje is een kringwolwinkel. Heb je wol die je niet meer wil gebruiken of heb je overschotten? Dan kan je die achterlaten in ruil voor stempels en een gratis wolpakket. Herwerkte tweedehandswol wordt samen met boeken en naalden aangeboden aan kleine prijzen.

Dit is een nieuwe conceptwinkel gebaseerd op little free libraries en kringloopwinkels, waarbij we wolliefhebbers willen helpen de planeet te redden. Met deze wedstrijd willen we aantonen dat er heel wat moois gemaakt kan worden met restjes wol.

Vereisten

Om deel te nemen, moet je voldoen aan volgende criteria:

  1. Patroon moet ontworpen zijn met restjes wol en passen binnen binnen de visie van het Sjettekastje. Kleuren en technieken zijn vrij te kiezen. De beschrijving van het patroon dient zo te gebeuren, zodat er vrij restjes wol gekozen kunnen worden.
  2. Het ontwerp en patroon moet een eigen creatie en dus voor 100% door jou bedacht zijn.

Categorieën

Je mag mee doen in alle categorieën. Er is geen limiet op het aantal patronen die je kan insturen. En je mag voor verschillende categorieën indienen. Dit zijn de categorieën:

  1. Lente. Ontwerp kledingstukken en/of accessoires voor de lente, zoals poncho’s, sjaals, kussens, … of ontwerp in lentethema, zoals pastelkleuren, ajour, … Pakket wordt gelanceerd op 21/3/2023.
  2. Zomer. Ontwerp kledingstukken en/of accessoires voor de zomer, zoals t-shirts, tassen, jurken, … of ontwerp in zomerthema, zoals heldere kleuren, fijne wol, … Pakket wordt gelanceerd op 21/6/2023.
  3. Herfst. Ontwerp kledingstukken en/of accessoires voor de herfst, zoals truien, sjerpen, dekens, … of ontwerp in herfstthema, zoals warme kleuren, fair isle, … Pakket wordt gelanceerd op 21/9/2023.
  4. Winter. Ontwerp kledingstukken en/of accessoires voor de winter, zoals vesten, mutsen, handschoenen, … of ontwerp in winterthema, zoals frisse kleuren, kabels, … Pakket wordt gelanceerd op 21/12/2023.

In elke categorie mogen de kledingstukken voor mannen, vrouwen, kinderen of baby’s zijn. Accessoires mogen voor diezelfde groepen of voor het huis ontworpen worden. Je mag ook zelf een invulling geven aan het thema als de seizoenen voor jou nog iets anders betekenen.

Prijzen

  1. Als jouw creatie wint, wordt dit omgevormd naar een pakket. Jouw patroon wordt gecombineerd met wol van Het Sjettekastje. De pakketten worden aangeboden aan de kopers van Het Sjettekastje. De pakketten kunnen ook in workshops gebruikt worden.
  2. Maak gratis keuze uit de wol van het Sjettekastje voor het seizoen van je winnende patroon. Nam je winnende patroon deel aan de categorie zomer, dan mag je tussen 21/6/2023 en 21/9/2023 gratis wol kiezen.
  3. De winnende patronen zullen gedeeld en gepromoot worden op facebook en de website. Daarnaast worden er ook blogposts over gepubliceerd.

Zo doe je mee

Stuur voor 1/3/2023 je patroon door via email (isabeldecombel@gmail.com). Vermeld daarbij voor welke categorie (lente, zomer, herfst, winter) je deelneemt. Vertel ook wat meer over jezelf, het ontwerp, de inspiratie en alles waarvan je denkt dat het relevant is. Voeg een paar foto’s toe van de best mogelijke kwaliteit. Het is aan te raden de foto’s te maken met daglicht en focus op de details die het ontwerp speciaal maken.

Voorwaarden

  1. Sjette selecteert de winnende patronen in elke categorie. De namen en patronen worden bekend gemaakt via een blogpost en gedeeld op sociale media rond de datum van lancering. De winnaars ontvangen een mail voor de lancering.
  2. De winnende ontwerpers geven toestemming aan Sjette voor het delen van hun patronen.
  3. Ontwerpers gaan akkoord om geen afbeeldingen van het ontwerp en het patroon te verspreiden vóór de officiële lanceringsdata. De patronen mogen later door de ontwerper apart verdeeld worden, mits verwijzing naar Het Sjettekastje.
  4. Sjette heeft het recht om deelnemingen te annuleren indien niet voldaan werd aan de voorwaarden. Indien nodig kan de wedstrijd of één van de categorieën geannuleerd worden.
  5. Door deel te nemen aan deze wedstrijd, verklaart men zich akkoord met het reglement en aanvaarden ook alle voorwaarden.

Waar wacht je nog op? Wordt een Sjette-ontwerper! Geloof in jezelf en doe mee aan deze allereerste Sjettes restjespatroon wedstrijd.

Basis

In de ban van spinnen

De laatste tijd ben ik nogal in de ban van het spinnen. Dat wil zeggen als ik tijd vind tussen de drukke momenten door. Sorry dat het wat stiller was de afgelopen periode. Op dit moment ben ik heel hard bezig met de juiste balans tussen drukte en rust te vinden. En spinnen helpt, want door de bewegingen ga ik vertragen. Dat wil wel zeggen dat mijn breiwerk wat aan de kant ligt.

Beslissen

Ik ben bezig geweest met mijn sokkenwol. Dat is een mengeling van Blauwe texelaar, Swifter en lokale wol die ik bij Annick geverfd heb met natuurlijke verfmiddelen. Er is gele (wouw), rode (meekrap) en paarse (blauwhout) wol. Voor elk kleur heb ik beslist om de drie wolsoorten samen te kammen om een homogener resultaat te hebben.

Daarna ben ik een onderzoek begonnen met hoe ik wil spinnen en twijnen om een goeie sokkenwol te bekomen. Via een les van School of Sweet Georgia, Spin to knit socks, kreeg ik een mooi overzicht van de mogelijkheden. Ik wil dat mijn sokkenwol sterk is en dat er niet onmiddellijk gaatjes vormen. Maar ik wil ook dat ze zacht en warm is.

Aan de hand van die eigenschappen maak je een compromis: worsted spinnen is sterker dan woolen spinnen. Maar woolen spinnen geeft zachtere en warmere wol. Omdat geen gaatjes toch voor mij het belangrijkste is, koos ik voor worsted spinnen. Maar wat ken ik er van? Ik heb echt nog niet genoeg ervaring om dit al zo te kunnen beslissen. Laat ik maar gaan voor trial and error. Als het niet het gewenste resultaat geeft, heb ik er tenminste uit geleerd.

Dus was worsted spinnen de beste oplossing. En om het extra stevig te maken, wou ik kiezen voor een driedubbele draad. Crepe garen leek me het stevigst en meest haalbaar. Dat las ik ook in het boek The Spinner’s Book of Yarn Designs van Sarah Anderson. Bij dit type garen twijn je eerst twee enkele draden, daarna spin je nog een derde draad in dezelfde richting van het twijnen. Die twee twijn je dan nog eens in de omgekeerde richting. Voila, een supersterke sokkenwol met drie draden.

Een vleugje angst

Ik had wel een beetje schrik voor het worsted spinnen. Zou dit een mooi resultaat geven bij het breien? Toen ik mijn eerste breitest voor de back to basic Seeds and Stems Cowl deed, dacht ik ook dat het mooi zou breien, maar uiteindelijk was het veel te touwachtig.

Ik ben zelfs bang om mijn sokkenwol uit te proberen. Het is zo mooi om naar te kijken. Wil ik het echt al in een balletje draaien en teleurgesteld worden? Maar ja, het zal er toch wel eens van moeten komen, anders kom ik nooit aan het effectief breien van dat paar sokken. En wat voor zin had het dan allemaal. Ja, toch? Binnenkort vind ik de moed er wel voor.

Binnenkort, want ik wil graag eerst alle drie de kleuren af hebben voor ik mijn proeflapje maak. Want ik heb zo zitten denken. Ik zal van elk kleur niet genoeg hebben om de sokken te breien die ik wil (Curio Socks van Andrea Mowry). Ik zal dus nog een 4e neutrale kleur nodig hebben als hoofdkleur. Of misschien zelfs een 5e. Want ik dacht zo ongeverfde wol voor de rode en paarse kleur en bruine wol voor de gele kleur. Maar dan heb ik nog wat Swifter nodig. Blauwe texelaar heb ik nog liggen.

Maar eerst nog

Ik ben nu nog maar bezig met het kammen van de paarse wol. Dan pas kan ik ze spinnen en twijnen. En dan kan ik gaan zoeken naar extra wol voor mijn neutrale kleuren. Tussendoor ben ik daarom even aan de slag gegaan met de vezels die ik kocht van Annick op de hobbybeurs in Middelkerke.

Deze drie vlechten wil ik combospinnen. Dus wordt het automatisch een driedubbele draad. Elke vlecht wordt een enkele draad. Het is niet de bedoeling om ze te twijnen als sokkenwol. Dus zou ik ze gewoon traditioneel allemaal in dezelfde richting willen spinnen en twijnen. En omdat de vezellengte nogal kort is, heb ik ze eerst op mijn kaarders behandeld om rolags te bekomen. Daarna wil ik ze woolen spinnen, hopelijk long draw. Voor deze wol heb ik een trui of shawl in gedachten.

Zoals je ziet, heb ik al veel gedaan, maar heb ik ook nog wat werk voor de boeg. Elke dag een beetje en ik kom er wel. Met wat ben jij op dit moment bezig?

Bronnen

Inspiratie

Hobbybeurs Middelkerke

Hallo, ik ben terug. Je vroeg je misschien al af waarom het even duurde. De afgelopen weken zijn zo enorm druk geweest weer. Ik had even nood aan wat rust. Al is dat er niet echt van gekomen. Maar tussen het geloop en gevlieg door heb ik ook wat tijd kunnen maken voor de leuke dingen in het leven.

Spinnen en zoveel meer

Vorige week zondag, bijvoorbeeld, was het hobbybeurs in Middelkerke. De ideale kans om eens rond te snuisteren tussen de prachtige dingen die anderen maken. Het was eigenlijk door de spinclub dat ik aanwezig was. We mochten komen spinnen als we wilden, tuurlijk zeg ik daar geen nee tegen. En ik heb ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat wol van het Sjettekastje uit te stallen. Win-win-win.

Het was ook nu of nooit voor de klosjeswedstrijd. Iedereen heeft zijn uiterste best gedaan en heeft een mooie creatie kunnen indienen. Wolhalla van Veronique en Bernard is de terechte winnaar geworden. Mijn taart is 8e geworden.

Kraampjes

En wat heb ik zo’n mooie dingen gezien! Ik vind het fantastisch hoe creatief we met zijn allen kunnen zijn. We hebben elk onze eigen kijk op de wereld, maar toch zijn we met elkaar verbonden door onze creaties. Leuk hoe het ons zo kan samen brengen.

Er waren kraampjes met kaartjes, aardewerk, juwelen en kerstdecoratie, maar natuurlijk kijk ik vooral naar het brei- en haakwerk dat verkocht wordt, tja beroepsmisvorming. En wat me direct opviel was amigurumi. Er waren zoveel mooie creaties.

Bij het aanspreken van een paar mensen, hoorde ik dat velen dit enkel als hobby doen. Wat leuk dat ze zo wel hun creaties kunnen delen met anderen. Maar ik heb ook een paar verkopers gevonden die het professioneel aanpakken. En net daarvoor was ik afgekomen. Maar ook voor al de rest natuurlijk. Ik ben veel te enthousiast om de rest niet mee te pikken. Vandaag wil ik er een paar met je delen.

JenCrochet

Jennifer Verleyen is de persoon achter JenCrochet. Ik vond dat ze zoveel mooie dingen had uitgestald staan. Vooral de mandjes in het midden. Zo mooi met plantjes erin. Het was haar eerste hobbybeurs, maar dat zou je niet zeggen. Het is alsof ze het al jaren doet. Prachtig gewoon.

Jennifer Verleyen
Nederenamestraat 165
9700 Oudenaarde
jenniferverleyen@hotmail.com
https://www.facebook.com/profile.php?id=100063917209087

Arifranel

Dit was een stand om bij weg te dromen. Zo’n leuke stofjes en zo’n mooie naaicreaties. Ik kon niet kiezen, want ik vond het allemaal prachtig. Na een serieuze overweging ging ik voor dit mandje. Er zijn 2 groottes: klein en groot. Al koos ik bijna voor het zakje dat ze in dezelfde stof gemaakt had. Het mandje staat nu op het tafeltje in mijn inkomhal en ik krijg een instant goed gevoel als ik er naar kijk.

Fransy Dereere
Manitobalaan 9
8470 Gistel
0477/427771
fransy_dereere@hotmail.com
https://www.facebook.com/fransy.dereere.5

Atelier Wulle & Papier

En dan mijn favoriet. Annick Keters had zo’n prachtige stand met wol en vezels. Ook hier kon ik weer niet kiezen. Maar omdat lontwol al lang op mijn verlanglijstje stond, ben ik daarvoor gegaan. Ik heb drie kleuren kunnen bemachtigen en weet al wat ik er mee wil maken. Ik ga voor een combinatiespin. Dat wil zeggen drie enkele draden van telkens een kleur. Tenzij de plannen nog zouden wijzigen natuurlijk. Dat weet je nooit.

Annick Keters
Lombardsijdelaan 53
8434 Westende
atelierwullepapier@gmail.com
atelierwullepapier.wordpress.com

Ik was moe, maar voldaan toen ik zondagavond thuis kwam. Ik heb mijn lontwol geëtaleerd in mijn hobbyhoek en kijk er vol verlangen dagelijks naar. Maar ik wil toch nog structuur houden, dus zal ik er pas later mee aan de slag gaan. Eerst mijn sokkenwol en daarna had ik nog iets anders in gedachten met een mengeling van alpaca en wol. Wat wordt jouw volgende creatie?

Bronnen

Inspiratie

Ambitie en flexibiliteit

foto door Fanny Zedenius (Createaholic op instagram)

Oké, nu is het even tijd om realistisch te zijn. We zijn 13 november en binnen 42 dagen is het Kerst. Jikes. Wat komt dat snel dichterbij! De kans is heel groot dat ik de deadline voor de truien die ik voor mijn broer en neefjes niet zal halen. Dus heb ik wat geschoven in mijn projecten.

To do-lijstje

Gelukkig heb ik al een heleboel kunnen afwerken, zoals de Autumn Dahlias MKAL, de Naranja trui en de klosjestaart. Maar er staan nog een paar dingen op die ik al opgeschoven had naar volgend jaar, maar nu misschien zal schrappen. En nu zal ik niet anders kunnen dan nog een paar projecten opschuiven. Je zal nu waarschijnlijk zeggen: dat dacht ik al, dat ging nooit lukken. Maar ik had er wel goeie hoop in. Zoals steeds ben ik weer ambitieus geweest. En, al zeg ik het zelf, daar is helemaal niets mis mee. Ik kan lekker flexibel zijn met de tijdslijn. Alleen voor die Kerstcadeaus kan ik weinig schuiven. Dus is dit even mijn prioriteit geworden.

Dat wil zeggen dat ik de Back to basics-uitdaging even on hold heb gezet. Als de truien klaar zijn, doe ik er mee verder. Want ik wil zeker nog weten hoe mijn eigen gesponnen wol zal aanvoelen in een cowl. Je hebt waarschijnlijk al opgemerkt dat er de laatste tijd weinig nieuws over was. Dat komt omdat nog altijd even ver ben dan 6 weken geleden.

En ook al kijk ik zo uit om The Shift Cowl van Andrea Mowry te breien, deze zal voor volgend jaar zijn. Oorspronkelijk dacht ik om dit misschien mijn adventproject te maken en op te delen in 25 delen. Maar dat plan kan aangepast worden. En misschien zelfs nog beter zo.

Mountain Mist

Dus ben ik nu volop bezig met de Mountain Mist trui van Tin Can Knits. De groene versie voor mijn jongste neefje is al eventjes af. Maar nu ben ik bezig met de blauwe versie voor mijn oudste neefje. En dan moet ik nog beginnen aan de grootste voor mijn broer in donkergrijs. Ik herhaal, jikes.

Maar geen paniek, want ik heb al een plan B. Als die niet op tijd zou afgeraken, steek ik hem zoals hij is in de doos met een kaartje dat ik hem verder zal afwerken. En dan neem ik hem opnieuw mee naar huis. Ik denk wel dat mijn broer daar akkoord mee zou gaan.

Dit is de stand van zaken voor de blauwe versie. Ik heb enkel nog de onderste boord (want het is een top-down patroon) en de mouwen te breien. Al bij al gaat het nog redelijk vlot. Ik had zo in mijn hoofd dat de groene versie wat trager ging. Maar dat zal waarschijnlijk zijn omdat ik toen nog met iets anders bezig was. Nu heb ik maar één project, wat niet vaak gebeurd.

Ambitieus en flexibel

Maar zijn we niet allemaal een beetje ambitieus. Er zijn zoveel prachtige patronen en zoveel keuze dat we tijd tekort hebben om alles te breien (of te haken, naaien, …). We willen allemaal zo graag ons lopende project afwerken om te kunnen starten aan het volgende. En ik vraag me af of we er zo nog echt van kunnen genieten. Wat toch nog altijd het belangrijkste van handwerk is.

Daarom maken we keuzes en zijn we flexibel. Met wat kan ik schuiven? Valt er toch iets uit de boot? Wat zou ik toch zeker willen maken? Ik maak meestal een lijstje met wat ik allemaal zou willen doen in een jaar. Maar ik heb geleerd om niet te hard te zijn voor mezelf en het vooral haalbaar te houden. Dus schuiven en schrappen mag zeker.

Vooruitblik

Nu Black Friday er aan komt, ben ik al even beginnen nadenken over wat ik volgend jaar op mijn lijstje zou zetten. (Ja, ik weet het, ik ben al weer projecten aan het toevoegen terwijl mijn vorige lijst nog niet af is.) Want het is nu het moment als ik mijn voorraad wil inslaan.

Dit jaar heb ik meer projecten kunnen afwerken dan vorig jaar en ik ben daar toch een beetje trots op. Ik denk dat 9 projecten toch wel mijn maximum is, kwestie van niet te ambitieus te zijn (knipoog). Om een vergelijking te maken: dit jaar had ik 10 projecten in een najaar gepland. Lijkt me wel haalbaar dus. Ik heb al wat nagedacht en dit is alvast een klein overzicht.

  1. Back to basics uitdaging
  2. The Shift Cowl van Andrea Mowry
  3. Maple shawl (eigen ontwerp)
  4. Azteca fine lux seamless sweater van Katia
  5. MKAL sweet georgia 2023
  6. Foldlines van Norah Caughan
  7. OF Kokebi Sweater van Lucia Ruiz de Aguirre
  8. Curio Socks van Andrea Mowry
  9. Chimney sweater van Strikkelisa
  10. Striped Top van Tatsiana Kupyianchyk voor Scheepjes

En dan te bedenken dat ik er alweer een heleboel doorgeschoven heb naar het jaar erna. Oké, het is tijd om te luisteren naar mijn eigen goeie raad. Dit is voorlopig mijn lijstje en ik weet dat ik er mee kan schuiven of dat ik dingen mag schrappen. Ah, daar is de innerlijke rust weer. Heb jij soms ook het gevoel dat je niet weet wat eerst?

Bronnen

Het Sjettekastje

Tijd voor Advent

Eindelijk, we zijn november. En weet je nog wat er dan gebeurt? Tijd voor de allereerste adventbox! Tot nu toe was deze enkel verkrijgbaar in voorverkoop. Maar nu ze klaar is, kan je ze vinden in Het Sjettekastje.

Wat is een adventbox?

Ken je de traditie nog van de vier kaarsen aansteken voor Kerst? Oorspronkelijk zijn de vier weken voor Kerst de donkerste van het jaar en om af te tellen tot de feestdag van het licht steekt men elke zondag een kaars aan. Sinds kort zijn adventboxen heel erg aan een opmars bezig. Want zeg nu zelf: wat is leuker dan je elke dag met iets verwennen om zo af te tellen naar de “warmste” dag van het jaar.

Er bestaan verschillende soorten adventboxen. Sommigen werken per week of om het aantal dagen. Maar omdat het zo leuk is om elke dag iets kleins te hebben, koos ik er voor om er een samen te stellen met 25 doosjes. Je opent de eerste op 1 december en de laatste op Kerst.

Je kan de inhoud zo gek niet bedenken of je vindt er wel een adventbox van. Een paar jaar geleden vond ik er een van Lego. En ik heb me dit jaar heel hard ingehouden om de Harry Potter versie niet te kopen. Er bestaan er ook met chocolaatjes en parfum. Waarom dus niet met restjes wol.

Thema

De inspiratie voor de box van dit jaar haalde ik uit een aantal foto’s op pinterest. Het onderwerp Hygge staat centraal. Het is een concept dat ik dagelijks probeer na te leven, al lukt het meestal niet. Maar je kent het wel, dat Deense woord dat weinigen goed kunnen uitspreken en geen Nederlandse vertaling heeft.

Het is het gevoel van rust en comfort. Pluizige texturen, groen, warmte en neutrale tinten staan centraal. Hygge gaat van een boek lezen tot kaarsen aansteken en warme chocomelk. Maar het belangrijkste van al geeft het een gevoel van tevredenheid. En ook al krijg je nu misschien het idee dat dit wat eenzaam is. Hygge beleef je nog het best met familie en vrienden in een warme gezellige sfeer.

En dat heerlijke gevoel wou ik met jullie delen deze winter. Want al wordt het nu opnieuw donkerder en kouder, er is zoveel om het lekker gezellig te maken. En als wolliefhebbers doen we dat natuurlijk het liefst met … ja, je raadt het al… wol.

Inhoud

Daarom stelde ik een bollenreeks samen die voor mij volledig het Hygge-gevoel omvat. Elke dag open je een doosje met een minibol van 10 gram. Er zijn verschillende kleuren gebaseerd op de gevonden foto’s en verschillende texturen. Van neutraal tot heldere kleuren. Van effen tot fuzzy. De dikte van de wol varieert tussen 3 en 4, waardoor ze eenvoudig gecombineerd kunnen worden.

Maar Kerstdag is uiteraard speciaal. En op die dag krijg je ook iets meer. In die doos kan je een grotere bol van 50 gram vinden. Deze kleur past ook bij de minibolletjes uiteraard. Zo krijg je in totaal 290 gram wol.

Alle wol dat je in deze box kan terug vinden is gedoneerd door klanten. Elk bolletje is gecontroleerd en met zorgvuldigheid en liefde behandeld. Door dit initiatief te steunen, geef je dus een heleboel wol een betere toekomst. Dank je wel daar voor.

Maar dat is nog niet alles. Er zijn nog een heleboel extra’s om van te genieten. Hmmm, zou ik een tipje van de sluier oplichten? … Oké, spoiler alert. Als je het nog even een verrassing wil houden, sla je de volgende lijnen maar even over. Anders lees je gewoon verder. Het blijft tussen jou en mij.

Er zijn een paar dingen onmisbaar voor een breister en één daarvan zijn steekmarkeerders. Knopen kan je soms ook goed gebruiken. En als je je werk naar een hoger niveau wil brengen, kan blocken helpen. Maar blocken met Eucalan (ism Café Crochet) helpt nog meer. Daarnaast helpen stickers (ism Studio West) je om gemotiveerd te blijven. Het extra Hyggegevoel krijg je door een heerlijk tasje thee en een lekker koekjesrecept uit te proberen.

Praktisch

Vanaf nu zijn is de adventbox beschikbaar in Het Sjettekastje. Je kan me ook een seintje geven op facebook of via onderstaand contactformulier. De box is enkel verkrijgbaar in België en bij voorkeur op te halen. Er zijn maar een beperkt aantal boxen, dus de verkoop loopt tot einde voorraad. Hopelijk kan jij er eentje bemachtigen. De prijs is 28 euro.

Omdat ik je creativiteit de vrije loop wil laten, heb ik geen patroon voorzien. Ik wil vooral graag zien, wat je met deze reeks kleuren en texturen wil maken. Stuur je me een foto?

Bron

Nieuwe werken

Naranja trui

Zo, ik kan er nog eentje van mijn to do-lijst schrappen. De Naranja trui is eindelijk af. En dat mocht wel na ongeveer 9 maanden. Ik dacht dat ik blij was, tot ik een berichtje stuurde naar de toekomstige eigenares. Ze was helemaal in de wolken.

Vorig jaar vroeg ze me om een trui die ze had na te maken. Ze vond het zo jammer dat de trui versleten was, dat ze graag hetzelfde model wou. Ze wist dat ik kon breien en maakte een grapje toen ze vroeg of ik ze niet voor haar wou maken. Ik was heel serieus toen ik ja zei. Het heeft even geduurd, maar het resultaat mag er zeker zijn.

Details

  • Patroon: eigen patroon
  • Inspiratie voor V-nek: Oats and Honey door Drops Design
  • Wol: Katia Basic Merino kleur 20
  • Gebruikte naalden: verwisselbare rondbreinaalden nr. 4 in bamboe
  • Mijn steekverhouding: 10 x 10 cm = 19,5 st x 25 r (in Portugees averechts)
  • Maat: XL

Wat werkte

Het heeft even geduurd voor ik er echt mee aan de slag kon gaan. Ik had mijn proeflapje gebreid met bamboe naalden in Portugees averechtse steek (omdat dat het snelst zou gaan, ha). Maar op het moment dat ik wou starten, had ik die naalden niet vrij. Dus startte ik met metalen naalden. Ik had al zo’n 2,5 bollen gebreid wanneer ik vaststelde dat de afmetingen helemaal niet klopten. Ik heb het dus opnieuw mogen doen met die bamboe naalden. Gelukkig klopte het toen wel.

Het resultaat van de stof is ideaal en het beste is nog dat ze in de wasmachtine (wel op het wolprogramma) kan gewassen worden. De Basic Merino wol van Katia is zo zacht en ze valt fantastisch. Ik ben heel blij met deze keuze. En er zijn ook zoveel mooie kleuren beschikbaar. Strepen zouden ook mooi zijn voor deze trui. Al koos mijn vriendin voor fel oranje, haar lievelingskleur.

Toen ik bezig was met de eerste schoudernaad dicht te naaien, was ik omver geblazen door de netheid van mijn naden. Nee, ik overdrijf niet. Ik denk dat ik nog nooit zo’n mooie naad heb afgewerkt. Ik kan het me toch niet herinneren. Beide zijkanten liggen zo netjes naast elkaar. Precies gelijk een professionele trui. Wauw.

Wat heb ik geleerd

Door de cursus Fundamentals to Finishing Knits van Holli Yeoh voor School of Sweet Georgia te volgen, heb ik een heleboel bij geleerd. En tijdens dit project heb ik voor de eerste keer mijn minderingen gewisseld. Normaal gezien brei je twee steken samen als je naar links wil minderen en brei je twee steken gedraaid rechts samen als je naar rechts wil minderen. Maar Holli toont dat op professionele truien de minderingen gewisseld zitten. Dus door dit nu toe te passen, lijkt de trui net uit de winkel te komen.

Daarnaast was het ook de eerste keer dat ik een kolom afgehaalde steken heb toegepast vooraan op de trui. Eigenlijk hield dat niet zo veel in. De ene rij breide ik de steek door de achterste lus en de andere rij haalde ik ze af zonder te breien op de rechter naald. Zo ontstaat er een mooie lijn van langere steken die ook wat meer textuur aan de trui geven.

Ik heb de averechtse naad aan de zijkanten en onderkanten van de mouwen ook weer toegepast. Dit deed ik voor het eerst bij Yume. Ik vond het zo’n vrouwelijk accent geven dat ik besliste om het bij deze trui ook te doen. Ze is in feite makkelijk toe te passen (maar ja, dat is bij alles als je eenmaal weet hoe het gaat). Het pand breide ik averechts. Dus elke eerste steek op mijn naald was een rechtse. Voor de Engelse en Continentale breiers onder jullie: als je alle steken rechts breit, brei je de eerste averechts.

Deze trui heeft me er ook aan herinnert dat blocken echt wel het verschil maakt. Mijn vriendin kwam even passen voor ik aan de mouwen begon en we waren het er beiden over eens dat de trui te kort was. Bij het blocken is dat helemaal goed gekomen. Het was net alsof alle steken op zijn plaats vielen. En het resultaat is daarnaast gewoonweg veel effener, waardoor het opnieuw wat professioneler toont.

Evaluatie

Ik ben dus heel tevreden van dit project. Zeker over het feit hoe ze precies uit de winkel zou kunnen komen. Maar het mocht wel wat sneller gaan. Ik had het gevoel dat ik er eeuwen mee bezig geweest ben. Gelukkig kan ik deze alweer afvinken en aan iets nieuws beginnen. Hmm welke zou ik kiezen?

Bronnen

Nieuwe werken

Proteïneverven en kleur

Weet je nog dat ik pas kon beginnen met spinnen van mijn sokkenwol wanneer het huidige spinproject klaar zou zijn? Wel, die dag is aangekomen. En het resultaat wil ik graag met je delen vandaag. Het is de allereerste keer dat ik met proteïneverven gewerkt heb en het is nogal een experiment geworden.

Proteïneverven

Naast natuurlijke verfmiddelen heb je ook proteïneverven om wol en andere dierlijke vezels te kleuren. In plaats van planten zijn dit eerder chemische kleurstoffen. Ze geven dan ook veel fellere kleuren en dus een heel ander resultaat. In het Engels worden ze Acid Dyes genoemd, omdat je een zuur (in mijn geval azijn) nodig hebt om de kleur te laten binden aan de wol.

Het was Annick die me kon overtuigen om deze techniek te leren. Omdat ik heel bewust ben van de manier waarop ik omga met mijn omgeving, stond ik wat weigerachtig ten opzichte van chemische verfstoffen. Want je weet maar nooit. Iets dat niet natuurlijk in de wereld aanwezig is, kan eventueel schade toebrengen. Maar tijdens een workshop heeft ze me getoond dat je veel minder energie en water nodig hebt. En zo wordt komt alles weer in balans.

Proteïneverven geven ook zo’n mooie kleuren. Het resultaat is echt volledig anders en je kan het dus helemaal niet vergelijken met natuurlijke verfmiddelen. Al vind ik nu dat beide hun charme hebben. Misschien blijf ik ze in de toekomst wel beide toepassen. Wie weet.

Wol

We kleurden een mengeling van wolsoorten (waaronder Rouge de l’ouest, Swifter, Blue de maine, Masham, Merino, Wensleydale, Texelaar en English Leister). Door de wol niet te kammen en de lokken op zijn geheel in de verfpot te doen, bekom je mooie kleurschakeringen. Wat dan weer een interessant resultaat geeft tijdens het spinnen.

Na wat theorie, hebben we twee verfpotten gemaakt. Mijn eerste pot bestond uit geel, groen en blauw in strepen. Links in de pot deed ik groen. In het midden geel en rechts blauw. De volgorde heeft te maken met het bekomen van bruin wanneer bepaalde kleuren gemengd worden (in dit geval groen en blauw). Tussen het geel en blauw kreeg ik een frisser groen, die voor een hele mooie combinatie zorgde.

In de tweede verfpot heb ik geel, rood en paars gecombineerd. Maar hier wou ik eens iets anders proberen en werkte ik in cirkels. Aan de rand paars, in het midden geel en rood ertussen in. Op de een of andere manier ontwikkelde ik een kuiltje en kon het paars in contact komen met het geel. Samen geeft dat bruin. Maar ik ben eigenlijk aangenaam verrast, want het komt olijfgroen uit en ik vind het een prachtig kleur.

Spinnen

Bij het zien van die prachtige kleuren kon ik niet wachten om er mee te spinnen. Maar ik wou wel een plan hebben. Origineel was het de bedoeling om een enkele draad uit de eerste verfpot te combineren met een enkele draad uit de tweede verfpot. Maar toen was ik ook wat bang dat er te veel kleur zou zijn. Want dan krijg ik zo goed of het hele kleurenwiel in één streng. Zou dat op iets trekken?

Daarom heb ik een kleine aanpassing gedaan in het plan. Ik wou een streng met twee draden uit dezelfde verfpot elk. En met de overschot zou ik dan de mengeling maken. En het resultaat mag er zeker zijn. Van alle strengen. Ik ben even tevreden met alle drie de kleuren.

Nu heb ik drie kleuren die bij elkaar passen en die in elkaar overlopen. Ideaal om een fade-project mee te maken. Zo waar je van het ene kleur overgaat naar het andere, je weet wel. Al denk ik dat ik niet genoeg heb voor een groot project. Maar dan nog kan ik combineren met een neutrale kleur, hé.

Uiteindelijk heb ik meer wol van de ene verfpot dan van de andere. Maar voor dit project stoort me dat eigenlijk niet echt. Van streng(en) A (geel, groen en blauw) heb ik nu 77g. Van streng B (geel, groen, blauw, rood en paars) heb ik nu 55g en van streng(en) C (geel, rood en paars) heb ik nu 126g.

Ervaring

Dit was heel leuk om te doen en het heeft zeker mijn blik op wol verven verruimt. Met deze techniek is zoveel mogelijk. Al geef ik eerlijk toe dat de kleuren voor mij heel gedurfd zijn. Ook al passen de kleuren goed bij elkaar, ik heb het gevoel dat ik de volgende keer toch misschien wat meer op veilig zal spelen.

En ook het spinnen zelf was bijzonder. De verschillende soorten rassen hebben verschillende eigenschappen en vezellengte. De Wensleydale krult enorm, terwijl er andere wat ruwer zijn en de Merino dan weer zachter. Omdat ik de lokken niet kon kammen (want dan zouden al die mooie kleuren verdwijnen) vroeg het toch wat aanpassen tussen het spinnen van de verschillende lokken.

Deze wol leg ik even aan de kant tot ik weet wat ik er mee wil maken. Maar nu kan ik wel aan de slag met mijn sokkenwol. Al heb ik wel nog wat kamwerk voor de boeg voor ik zover ben. Wat zou jij met deze wol willen maken?

Bronnen

Inspiratie

Socktober

Stilletjes krijgen mijn voeten het wat kouder met de herfst die er aan komt. Gelukkig is het deze maand socktober! Het is al een tijdje aan het kriebelen om opnieuw sokken te proberen breien. Al zal dat wel een groot werk zijn, want ik ben een echte leek als het op sokken aan komt (op een paar experimenten na). Maar ik ben klaar voor een nieuwe poging.

Goesting

Een paar jaar geleden kreeg ik het Soxx book van Kerstin Balke cadeau voor Kerst van mijn broer. Sindsdien heb ik één paar voor hem gebreid en heb ik een tweede paar opgegeven. Maar sinds kort had ik het er een paar keer over met een vriendin en de kriebel is er opnieuw.

Want hoe fantastisch zou het niet zijn om mijn eigen paar zelfgebreide (van misschien wel zelfgesponnen wol) paar sokken te hebben. Ja, dat wordt mijn volgende spinproject. Vanaf dat de wol klaar is die nu op mijn spinnewiel zit, wil ik hiermee starten. En zoals altijd: ik kan niet wachten.

Plan van aanpak

Maar voor het zover is, heb ik eerst een plan nodig. Ik heb nog een beetje hulp nodig voor ik een paar afgewerkte sokken kan hebben. Welke wol ga ik gebruiken? Hoeveel heb ik nodig? Welke spin- en twijntechniek zijn voor sokken het best? Hoe maak ik nu zo’n mooie hiel? En vooral, hoe laat ik mijn sokken passen? Tijd dus om een beetje onderzoek te doen.

Er zijn een paar boeken, lessen en patronen die ik zou willen bekijken voor ik start. Kwestie van me goed voor te bereiden en de technieken al wat onder de knie te hebben voor ik aan het echte werk start. Want ik denk dat ik al weet welke wol ik ga gebruiken. En ik vermoed dat ik de volledige hoeveelheid zal nodig hebben. Veel foutmarge heb ik dus niet.

Spin to knit socks

Uit deze cursus wil ik vooral de spin- en twijntechniek even in detail bekijken. Want als ik een fantastisch paar sokken kan breien, wil ik natuurlijk ook dat ze een hele periode mee gaan. En ik heb al opgevangen dat de ene techniek beter is dan de andere. De juiste kiezen is dus belangrijk.

Op het eerste zicht lijkt me de short forward– of short backwards worsted spinmethode het best, omdat dit een heel sterk resultaat geeft. Een 3-ply zou ook beter geschikt zijn, omdat het de wol sterker zou maken. Maar binnen die keuzes van spinnen zijn er nog een aantal varianten die ik wil onderzoeken.

How to knit socks

Dit zou dan de volgende cursus zijn die ik wil volgen. Gewoon om van nul te starten en te begrijpen hoe alles nu precies in een zit. Misschien dat ik de hiel niet echt zal volgen, maar het aspect dat je leert passende sokken breien met iedere wol en steekverhouding spreekt me enorm aan.

Hieruit hoop ik vooral op de juiste maat te kunnen werken. Ik wil wat er met mijn vorig paar sokken (die dat ik uiteindelijk opgegeven heb) vermijden. Als ik een paar brei, wil ik heel graag dat ze passen. En dan wil ik niet op het einde vast stellen dat ze te smal zijn. Wat meer planning vooraf is dus misschien niet slecht.

Soxx Book

Oké, toegegeven. Ik ben nogal kritisch over de hiel. Liefst van al wil ik zo’n hiel dat je ziet op commerciële sokken, want dan lijken ze net echt. Ik weet het niet. Het zit waarschijnlijk tussen mijn oren. Maar ik wil dus kost wat kost die hiel kunnen breien en dan liefst ook zonder gaatjes. Daarom ga ik de techniek van de boemeranghiel die in dit boek uitgelegd wordt nog eens grondig bekijken, ontleden en oefenen.

Al weet ik niet of ik me onmiddellijk aan een van de patronen zal wagen. Misschien is die jacquard techniek nog iets te vroeg, al zijn ze zoooo mooi. Misschien wordt het eerder de Curio Socks van Andrea Mowry of de Fish Lips Kiss Heel sokken van Sox Therapist. Veel zal afhangen van de hoeveelheid wol die ik uiteindelijk zal hebben.

Wol

Tijdens de zomer volgde ik een cursus natuurlijke verfmiddelen gebruiken op wol bij Annick Keters en daarbij heb ik rode, paarse en gele wol geverfd. Ik was er nog niet helemaal uit, maar nu weet ik zeker dat ik er sokkenwol van wil maken. Maar de hoeveelheid is wel beperkt. Ik weet dus niet of ik voldoende zal hebben.

Voor me zie ik 3 paar sokken. Paar 1 is bijvoorbeeld rood, met gele teen, hiel en boord. Paar 2 is dan paars met rode teen, hiel en boord en paar 3 is dan geel met paarse teen, hiel en boord. Dat zou ideaal zijn. Maar als ik niet voldoende heb (wat wel het geval zal zijn), wil ik de sokken van Andrea Mowry wel proberen. Of ik zou ook nog kunnen combineren met een neutraal kleur.

Hopelijk heb ik je kunnen warm maken om ook aan sokken te beginnen. Maar wees gerust. Ik ben mijn huidige projecten niet uit het oog aan het verliezen. Stilletjes aan krijgen ze meer en meer vorm en kan ik al eens aan iets nieuws denken. Heb jij een favoriet sokkenpatroon?

Bronnen

Back to basics

Het zit niet altijd mee

Het is niet altijd rozegeur en maneschijn helaas. Soms zit het gewoon even niet mee. Zoals de structuur en het gevoel van de zelfgesponnen wol voor mijn cowl. Het lijkt wel een hele worsteling om er mee te breien en ze voelt heel stug aan. We mogen af en toe eens ons hart luchten als het niet mee zit, maar het is belangrijk om er niet in te blijven hangen. Daarom geef ik nog niet op.

Even mijn hart luchten

Ik vind het zo jammer dat mijn wol niet zachter aan voelt. Het wil niet goed tussen mijn vingers glijden, waardoor ik strakker brei. En als je moeite hebt met te strakke steken, brei je niet soepel (je kent dat wel). Met andere woorden: handen en schouders zijn helemaal gespannen.

Het is helaas al zoals ik eerder aan gaf. Als het schaap al vele jaren buiten in de wei stond, heeft het al veel weer doorstaan en zal de vacht daar op aangepast zijn. Want om nog tot volgend jaar te overleven, heeft het schaap een stevige vacht nodig. Daarom kan je niet verwachten dat je super zachte wol zal hebben. Maar dat wil niet zeggen dat deze vacht niet gebruikt kan worden. Het is gewoon eerder geschikt voor andere projecten.

Het werken met drie bollen heb ik ook wat onderschat. Nu ik al wat verder zit en de bolletjes wat losser geworden zijn (want ja, ik begin mijn bollen in het midden), blijven ze steeds maar omvallen en op de grond belanden. Het is ook iedere rij weer opletten dat ik mooi de draad gelijk mee omhoog neem. Anders is de rand niet meer zo mooi.

Dan weer verder

Maar genoeg geklaag. Voor de rest brei ik prima. Daarom ben ik nog niet bereid om op te geven. Dus kan ik het enkel maar van de positieve kant bekijken.

Voor het omvallen van mijn bollen heb ik al een oplossing gevonden. Ik heb een schaaltje gevonden waarbij ze alle drie netjes naast elkaar in passen. Om ze wat beter op hun plaats te houden heb ik er de vierde vlecht naast gestoken. Zo is het veel ordelijker en voila, weg frustratie.

Door elke dag 5 rijen te breien, schiet het goed op. Ik heb nu in totaal al 6 herhalingen gebreid en ben 2/3e in de 7e herhaling. Dat wil zeggen dat ik nu aan rij 108 kan beginnen en ik eigenlijk al een derde van de sjaal gebreid heb. Woop woop! Ik heb mijn achterstand nog niet helemaal weg gewerkt, maar kom al een pak dichterbij.

Een voordeel van zover zitten, is dat nu stilletjes aan het herhalingspatroon aan het herkennen ben. Dat wil zeggen dat ik al iets minder hoef na te denken bij het breien en iets sneller vooruit ga. Maar waar ik op dit moment heel trots op ben (en ik ga hout vasthouden), is dat ik nog geen fouten in het herhalingspatroon gemaakt heb. Desondanks dat ik er toch soms niet altijd met mijn hoofd bij ben. Sowieso pas ik de truc met de levenslijn ook toe. Beter zo dan drama.

Wat ik ook in mijn achterhoofd wil houden, is dat ik in der tijd niet overtuigd was van mijn proeflapje tot ik het gewassen en opgespannen had. Dit is mee de reden waarom ik toch nog wil verder doen. Nu lijkt alles zo opgekrompen en slordig, maar tijdens het blokken zal dat wel goed komen. Ik kan niet anders dan daar in blijven geloven.

En ook al had ik twijfels over de zwarte thee-kleur, nu ben ik echt heel blij met de kleurschakeringen. Het geeft het werk plots veel meer diepte. En als ik nu met wol uit de winkel brei, lijkt dat zelfs saai en monotoon van kleur (wat natuurlijk helemaal zo niet is). Ik weet niet zo goed hoe ik het kan omschrijven. Het is precies of mijn zelfgeverfde en -gesponnen zijn eigen verhaal wil vertellen. En daar draaide deze back-to-basics uitdaging eigenlijk ook om. Terug naar de oorsprong van het pure product wol. Het is nu al volledig geslaagd.

Naast de kleur is ook het bewuster breien op de voorgrond gekomen. Ik probeer echt niet meer dan 5 rijen te doen per dag, zodat ik er ook echt van kan genieten (voor zover de stugheid van de wol me dus geen parten speelt). Het stekenpatroon vraagt gewoon om de aandacht er bij te houden. Er is zoveel te doen: steken door de achterste lus breien, steken kruisen, sommige zijn rechts, andere averechts en dan hier en daar nog een beetje ajour. Door het stekenpatroon aandachtig te volgen, ben je ook meer bezig met wat je breit.

Maar toch nog een paar twijfels

Alleen ben ik niet zeker of ik het eindresultaat wel graag ga dragen als het zo stug zal blijven aanvoelen. En dat zou zo jammer zijn ten opzichte van het werk dat ik er uiteindelijk ingestoken zal hebben. Net omdat deze cowl me de juiste afmeting lijkt voor een warme aansluitende versie, wou ik deze breien. Maar als ze niet lekker zal aanvoelen, zal ik ze misschien niet willen dragen. En dat schrikt me een beetje af.

Maar ik denk dat ik toch nog verder doe en als deze vacht op is (of we zijn al juni volgend jaar, wanneer er nieuwe schapen geschoren worden), ga ik op zoek naar zachtere wol. Hopelijk kan ik een eerste schering bemachtigen of anders kan ik nog een heleboel bijleren in het kiezen van de juiste vacht. Wie weet?

Bronnen

Nieuwe werken

Gehaakte klosjes

Nooit gedacht dat ik zo snel weer een afgewerkt project met je zou kunnen delen. Maar het is gelukt. Weet je nog dat lange to do-lijstje? Dat vlot aardig. Mijn inzending voor creagroep de Klosjes is klaar.

Opdracht

Annick had een paar industriële bobijnen uitgedeeld om iets creatiefs mee te maken. Ze had ze al een hele tijd op zolder, maar vond het zo jammer dat er niets mee gebeurde. Daarom gaf ze er elk van ons 3 à 4. We mogen er mee maken wat we willen en geven minimum één bobijn aan haar terug voor eind oktober. Ze zullen allemaal getoond worden op de hobbybeurs in Middelkerke en de bezoekers mogen er de mooiste uitkiezen. De winnaar krijgt een wolpakket. Tuurlijk wou ik mee doen.

Mijn inspiratie kwam uit mijn trouwervaring. Ik wou altijd al een grote mooie gestapelde trouwtaart met speciale versiering op. En op pinterest zie je zoveel mooie taarten. Omdat mijn trouwtaart in der tijd toch niet helemaal het uiterlijk had dat ik wou, wou ik nu wel die kans grijpen. Want na mijn scheiding heb ik beslist dat ik (waarschijnlijk – want zeg nooit nooit) niet opnieuw ga trouwen. Dit was dus mijn enige kans.

Details

Wat werkte

Na wat zoekwerk naar de juiste wol, ben ik uiteindelijk bij Stone Washed van Scheepjes uitgekomen. En het was een droom om mee te werken. Het pluizige aan de wol zorgt er voor dat de openingen van de vasten netjes opfluffen. Zo kwam er geen vulling tussen uit. En de kleurschakeringen van de wol geven het eindresultaat een realistisch uiterlijk. Ik kon niet meer tevreden zijn.

De klossen waren net perfect qua grootte om er een realistische taart van te maken. Groter of kleiner kon natuurlijk ook, maar op deze maat zou het een echte taart kunnen zijn. En de houten taarthouder die ik nog liggen had, is de ideale drager. De taart past er erg mooi op.

Het verdelen van de meerderingen op de platte gedeelten, zodat ik mooie cirkels kreeg in plaats van zeshoeken is ook goed gelukt. Misschien weet je niet zo goed wat ik bedoel. Of misschien net wel. Als je telkens de meerderingen op dezelfde plaats in de rij uitvoert, krijg je meer een hoek dan een vloeiende lijn. Door de meerderingen op de volgende rij op een andere plaats te doen, worden ze meer verspreid en krijg je die vloeiende lijn wel. En dat kan een groot verschil maken.

Wat heb ik geleerd

Over het haken van de taart zelf heb ik niet zo veel geleerd. Buiten het feit dat je onderaan begint met taart (in mijn geval de bruine kleur) en niet met glazuur (in mijn geval wit). Ik had het helaas te laat door en op het einde was mijn wol ook gewoon op (hetzelfde badnummer was niet meer verkrijgbaar). Maar ik heb het kunnen recht zetten met de bloemen en mos onderaan.

Ik had wel al eens bloemen gehaakt voor een draagtas die uiteindelijk niet afgeraakt is. Ze ligt daar nog ergens aan de kant, voor als ik de moed heb om het af te werken. Bloemen en blaadjes waren dus niet nieuw. Maar het vroeg wel wat denkwerk en logisch nadenken soms. Voor de roosjes had ik extra hulp nodig. De blaadjes op zich kon ik wel haken, maar ik wist helemaal niet hoe je ze aan elkaar vast maakte voor een prachtige roos. Het filmpje van Hopeful Turns was heel interessant op dat vlak.

Ik heb ook geleerd dat niet alles perfect hoeft te zijn. Soms mag het wat grilliger. De ene bloem is de andere niet. En ook valt het niet helemaal op (want misschien was ik toch wat perfectionistisch) hier en daar is er een blaadje groter of heeft die een iets andere vorm naar gelang het uitkwam.

Maar soms wil je ook gewoon dat het er goed uitziet zodat je tevreden kan zijn van je werk. Dus wil je het in dat geval wel opnieuw doen. Ik heb het dan over het mos onderaan. Het heeft me een paar pogingen gekost. Eerst was het te kort, dan te lang en niet breed genoeg. Maar het is toch goed gekomen nu. Ik ben tevreden.

Evaluatie

Het was leuk om nog eens te haken. Dat was zo lang geleden. Ik kon maar niet het juiste project vinden. Daarom heb ik echt van deze taart genoten. En ik heb zelfs zin om een nieuw project te haken. Al weet ik nog niet wat en wil ik eerst nog de rest van mijn lijst afwerken. Ik wil het daarna zeker doen.

Maar als ik nu even terug denk, waren er wel veel draadjes om in te werken. Wat ik er voor dit project toch graag bijnam. De kers op de taart is de versiering en daar kon ik echt niet op inboeten, toch? Het is net dat, dat het afmaakt. Gelukkig kon ik ook veel draadjes gewoon naar binnen trekken en ze zo gewoon laten zitten.

Oké, twee af en twee lopende projecten, nog 4 te gaan. Ik zat er wat mee in, maar dat to do-lijstje vlot nog goed. Al zijn we nu alweer oktober en komt het einde van het jaar echt wel in zicht. Voel jij ook soms druk om al je projecten af te maken?

Bronnen

  • Lesley Stanfield (2013). 100 bloemen om te haken en te breien. Kerkdriel, Nederland. Librero. Voor als je interesse hebt in de bloemen.
  • https://www.youtube.com/watch?v=_VkHJUT73y0 Voor als je interesse hebt in de rozen.
Geen categorie·Nieuwe werken

Autumn Dahlias

Deze week wil ik graag het resultaat van de Autumn Dahlias mystery knit-along met jullie delen. Opgelet voor het spoiler alert dus als je hem graag zelf nog zou maken. Zo geraakte ik in 5 weken tot een afgewerkte shawl.

Details

Wat werkte

Het patroon is fantastisch geschreven en het was een droom om te volgen. De verschillende steken werden mooi uitgelegd zodat ze eenvoudig toe te passen waren. Het patroon bevat ribbelsteek, afgehaalde steken, mozaiekbreien en ajour. En dat in een asymmetrische vorm die van zij tot zij gebreid werd.

En dat zij tot zij breien gaf me eigenlijk goeie hoop. Niet te veel steken in één keer op de naald en echt rustig verder kunnen breien. Al is dat niet helemaal zo gebleken. Waar de shawl het breedst is, was ik toch blij dat ik vanaf dan kon beginnen minderen. Toch viel deze shawl me beter mee dan de vorige twee MKAL’s van Sweet Georgia. Al ben ik niet helemaal zeker hoe je hem nu juist draagt.

Ik ben zo blij dat ik deze keer mooi op tijd was met de verschillende tips. Ik dacht: het is nu of nooit. Meer tijd dan dit zal ik niet hebben om een shawl in 5 weken af te hebben. In het patroon staat vermeld hoeveel rijen je kunt breien in een week om mee te zijn. En ik heb me er kunnen aan houden. Ik ben echt trots op mezelf dat ik het heb kunnen volgen. Want de shawl laten liggen was echt geen optie.

Wat heb ik geleerd

Ook al kon ik de meeste steken en technieken van dit project. Je bent nooit te oud om bij te leren. Ik heb nog nooit de kabelopzetmethode gebruikt. Tot nu toe gebruikte ik enkel de lange draad opzet en kwam ik nog maar net met de achterwaartse lussen opzet in aanraking. Ik ben blij dat ik nu ook de kabelopzet aan dat lijstje kan toevoegen.

En ik heb ook nog nooit eerder een picotrand gebreid. Ik zag er het nut niet van in, want het is zoveel werk. Ik ben ook iemand die graag bezig is met de vingers, waardoor ik met die picotbolletjes zit te spelen en na een tijdje begin ik dan op mijn eigen zenuwen te werken. Dus eerlijk gezegd wou ik deze gewoon overslaan. Maar dat voelde dan alweer als vals spelen. En dat wou ik ook niet. Nu ben ik zelfs blij dat ik het gedaan heb. De picotrand geeft meer karakter aan de shawl.

Ik heb ook geleerd dat het niet altijd tricosteek hoeft te zijn. Ribbelsteek is terecht aan een opmars bezig. Ik zag het al wat meer opkomen en was op zoek naar een project om het eens te kunnen toepassen. Zalig dus dat ik nu de kans kreeg. En ik zal het zeker meer gebruiken voor toekomstige projecten.

Deze keer had ik wel wat moeite met het kiezen van de kleuren. Eén van de oorspronkelijke kleuren is een verloop en daar vond ik niet echt een goed alternatief voor. Na veel te lang in mijn favoriete wolwinkel gezocht te hebben en alle merken overwogen te hebben, heb ik beslist om het gewoon los te laten en te kiezen voor 3 effen kleuren. De tweed mocht voor dat tikkeltje extra zorgen. En ik zou dan wel zien waar ik uitkwam met mijn steekverhouding. Voor één keer heb ik niet naar mijn eigen goeie raad geluisterd (maar serieus, maak altijd een proeflapje). Ik probeerde het wel zo dicht mogelijk te benaderen.

Aanpassingen

Ik wou al zeggen dat ik geen aanpassingen gedaan heb deze keer. Maar dat is eigenlijk niet waar. Ik heb er wel een paar gedaan, maar het zijn heel kleine. De eerste aanpassing is een andere wol dan omschreven in het patroon. Maar dat was vooral om praktische redenen. De omschreven wol komt uit Canada en is niet zo voordelig om te importeren naar België. Dus ben ik op zoek gegaan naar een lokaler alternatief. En ik wou ook gewoon andere kleuren die beter bij mijn bestaande kleerkast zouden passen.

De tweede kleine aanpassing is dat ik de picotrand in een andere kleur heb gebreid. Maar ook dat was om praktische redenen. Normaal gezien zou die in het lichtgroen zijn, maar die kleur was net op. Er was wel nog heel veel van het donkergroen over. En aangezien dat eigenlijk de hoofdkleur is, vond ik het een goed alternatief.

Evaluatie

Ik zou iedereen wel een mystery knit-along kunnen aanraden. Het niet weten waar je zal eindigen, zorgt voor een extra spannend element die er voor zorgt dat je gemotiveerd blijft. En het brengt je dichter bij de andere mensen die de shawl breien. Je kan steeds bij elkaar terecht via forums als je ergens niet zeker van bent of als je hulp nodig hebt.

Dit patroon was heel leuk om te doen. Je volgt geen klassieke vorm van shawl. Het is geen driehoekige, maar ook geen rechte shawl. Dat er tussen in en de center spine stitch maakt het net nog iets specialer. Ik ben echt tevreden van het resultaat.

Nooit gedacht dat ik in 5 weken een shawl zou kunnen afwerken. Ik ben nu allang begonnen aan het volgende project. Er staat nog zoveel op mijn to do-lijstje. Weet je nog? Wat is jou volgende project?

Bronnen

Back to basics

Nog eens over de Seeds and Stems cowl

Ondertussen zijn we halfweg september en dus hoog tijd om aan het breisegment van mijn back-to-basics uitdaging te beginnen. Officieus ben ik al vorige week gestart. Ik kon (en wou) niet langer meer wachten.

Nog eens over die planning

Maar voor ik ondoordacht te werk ga, wil ik toch nog even terug kijken naar het oorspronkelijk schema. Voorlopig zit ik nog op schema. Het verven en spinnen zijn voorbij. En ik heb de kleur aanvaard.

De maanden september, oktober en november waren voorzien voor het breien van de Seeds and Stems Cowl. En december had ik dan vrijgehouden voor het afwerken en reflecteren. Ik heb dus nog steeds wat spelingsruimte. Een maand is lang. En ik kan zelf kiezen of ik begin december of eind december wil eindigen. Tijd dus om even wat rekenwerk te doen. Ik zou het werk willen opsplitsen in weken om te beginnen.

Als ik er de berekening van mijn proeflapje bij neem, zou ik in totaal 330 rijen nodig hebben voor een afgewerkte cowl. September is goed voor 4 weken. Als ik daar oktober en november bij tel, kom ik in totaal aan 13 weken. Dat wil zeggen dat ik (afgerond) 25 rijen per week te breien heb.

Dat zal toch pittiger worden dan ik denk. Want een herhalingspatroon bestaat uit 16 rijen. En tot nu toe heb ik nog maar één en een half herhalingspatroon in 2 weken. Ik zit nu aan rij 27, terwijl ik toch bijna aan 50 zou willen zitten. Hmm, toch een kleine achterstand dan. Tijd om de handen uit de mouwen te steken dus.

Nog eens over die gedraaide en gekruiste steken

Omdat de rijen vol zitten met gedraaide en gekruiste steken, vraagt het meer tijd om een rij te breien. Dit is niet gewoon tricot breien hoor. Zelfs de terugkerende naalden hebben gekruiste steken. Ik wil zeker wakker zijn als ik er aan werk. Ik heb zelfs al een levenslijn bij de hand en al.

Maar ik heb wel de snelste manier om gekruiste steken te breien gevonden, denk ik. Al weet ik dat dit project niets met snelheid te maken heeft, integendeel. Ik zag het gewoon niet zitten om steeds die kabelnaald vast te nemen en neer te leggen. Ik gebruik nu de methode van Tabetha Hedrick. Ik neem de eerste steek vast tussen duim en wijsvinger, neem de tweede steek op met de rechternaald, laat ze van de linkernaald glijden en neem daarna voorzichtig de eerste steek weer op.

Op dit moment gaat de linksleunende steek makkelijker dan de rechtsleunende. Want bij die laatste durft de losse steek zich toch een beetje zakken. Voor de rest gaat het al heel vlot. Ik kan zelf een stapje overslaan, omdat ik de steek door de achterste lus brei. Zo hoef ik niet eerst de volledige steek weer op mijn naald te zetten, maar kan ik de naald zo insteken dat ik ze onmiddellijk kan breien.

En ik ben tevreden met het uitzicht van de steek. Tijdens het breien van mijn proeflapje was het eerst nog wat zoeken. Maar nu heb ik het gevonden. Ik denk dat het alleen nog maar beter zal worden bij een beetje oefening.

Nog eens over wol

Om de schakeringen van mijn handgeverfde wol zo veel mogelijk te verspreiden, ben ik nu bezig met 3 bollen. Ik wissel telkens af tussen de twee draden die ik aan de ene kant van mijn werk vind. Alleen zo zal ik een egaal resultaat krijgen. En ik ben tevreden. Want het valt helemaal niet op dat de ene bol donkerder is dan de andere.

Maar de bollen raken wel snel verstrengeld. Want ik wil ook telkens de oude draad mee naar boven nemen aan de zijkant en dan is het soms wat meer nadenken. Maar als ik de bollen telkens mooi wissel, valt het best wel mee.

Ik had wel gehoopt dat de wol wat zachter zou zijn. Maar het is wat het is. En dat is oké. Je kan het eigenlijk een beetje vergelijken met confituur maken. Als je vruchten niet goed zijn, kan je ook geen lekkere confituur toveren. Volgens mij was het schaap misschien al wat aan de oudere kant, of heeft het veel weer doorstaan. Ze zeggen dat de eerste schering altijd het zachtst is. Daarna wordt het wat stroever.

Maar er zitten zeker zachte stukken in. En omdat de verschillende bollen gespreid zullen zijn, zullen die zachte plekken dat ook zijn. Er zit niets anders op dan te breien en af te wachten. En als hij achteraf te veel jeukt, kan ik nog altijd de vriezer of azijn proberen.

Aan de slag dus. Ik heb een kleine achterstand om in te halen. Hopelijk haal ik begin december mijn doel. Als ik even verder reken en elke week 5 dagen brei, kom ik er als ik 5 rijen per dag brei. Zo lijkt het al een pak haalbaarder, niet?

Bronnen

Back to basics

Nog eens wol verven

De resultaten van mijn tweede verfproef zijn binnen. Ik had nog een aantal natuurlijke verfmiddelen gevonden en uitgeprobeerd. Van sommige ben ik verrast van de kleur, maar over het algemeen vind ik dat de kleur niet donker genoeg is voor de hoeveelheid gebruikte kleurstof. Dus ik heb wel wat gemengde gevoelens.

Verftest 1

Sinds de vorige keer dat ik mijn wol verfde, heb ik nog een lijstje van kleurmiddelen kunnen verzamelen. Want daar begon mijn zoektocht eigenlijk. Met welke kleuren kan je wol natuurlijk verven?

Ik had deze al geprobeerd:

  • gele ui
  • koffie
  • avocadoschil
  • zwarte thee
  • rode ui
  • brandnetel

En van elke kleur heb ik telkens drie verfbaden gemaakt, om te kunnen zien hoe de kleuren evolueren en lichter worden. Deze keer heb ik het iets anders aangepakt. Ik heb enkel de originele kleuren met verhouding 1:1 (100% hoeveelheid verfstof op 100% hoeveelheid wol) gedaan, omdat ik liefst zoveel mogelijk kleuren wou zien.

Verftest 2

Deze stonden op nu mijn verzamellijstje:

  • vlierbes
  • rietpluim
  • boerenwormkruid
  • lavendel
  • hibiscus
  • hoppeblad
  • vlinderstruik
  • guldenroede
  • eucalyptus
  • kattestraart

Ik heb 6 staaltjes wol van 3 gram kunnen kammen en verven. Meer tijd en gewassen wol had ik even niet. Voor ik nieuwe wol kan wassen, heb ik eerst nog een paar andere dingen om te spinnen. Dus de andere kleuren zijn voor een volgende keer.

Hibiscus

Van deze kleur ben ik een beetje teleurgesteld. Ik had ergens gelezen (maar weet niet meer waar) dat hibiscus een rodere kleur zou geven. Die van mij is vooral bruin uitgeslagen. Een grote teleurstelling want ik vond al dat mijn kleuren zo bruin waren. Ik was alweer bereid om het op te geven. Want naast de kleur, is het ook veel te licht geverfd. Deed ik iets fout bij het beitsen? Of misschien bij het wassen. Ik had het eigenlijk een beetje gehad.

Maar toen hoorde ik van iemand dat je beter met het blad of de stengel zou verven. Misschien wil ik dat wel nog een kans geven. Want ik ben nog altijd op zoek naar primaire kleuren om een kleurenwiel te maken. Geel heb ik al. Rood en blauw is een heel ander verhaal. Als ik rood uit hibiscus kan halen, ben ik alweer een stapje dichter.

Eucalyptus

Ook van dit kleur was ik teleurgesteld, want het was opnieuw (je raadt het al) bruin en te licht. De eerste poging was volgens mijn gebruikelijke recept. Maar met de goeie raad van Annick is het toch nog iets interessants geworden. Eucalyptus moet blijkbaar gekookt worden en minimum 2 uur. Bij mijn tweede poging kreeg ik verrassend een mooie groene kleur waar ik wel blij mee was.

Maar eigenlijk hoopte ik op een oranje (dicht aanleunend bij rood). Maar misschien heb ik daar gedroogde bladeren voor nodig. Nu had ik verse eucalyptus rechtstreeks vanuit mijn plantentuintje genomen (lees: plant in een pot aan de achterdeur). De gedroogde versie wil ik toch ook nog eens proberen.

Vlierbes

Hier had ik mijn hoop zo op gevestigd. Een mooie paarse kleur zou ideaal zijn om mijn back-to-basicswol te herverven. En ik was zo blij dat het water in de verfpot paars was. Tot ik mijn wol uit de pot haalde en het alweer bruin gekleurd was. Wat deed ik toch verkeerd!

Voor bessen zou wijnsteenzuur een absolute must zijn. Het zou de kleur veel beter laten uitkomen en ze veel langer vasthouden. Al blijven bessen wel vluchtige kleuren. Ze vervagen heel snel onder zonlicht. Heel mooi om naar te kijken, maar misschien minder interessant als je lang geniet wil hebben van die kleuren.

Boerenwormkruid

Dit is mijn absolute favoriet van deze 6. Het zou wel kunnen dat dit staaltje ook weer te bruin is, want ik heb het water iets te warm laten worden. Het was zo’n dag waarop mijn gasvuur geen constante temperatuur wou houden. Als het water te warm wordt, heb je meer kans dat je kleur richting bruin gaat. Tot 80°C is ideaal.

Met deze kleur zou ik nog eens een grotere hoeveelheid wol willen kleuren. Maar ik denk niet dat ik mijn back-to-basicswol zou gebruiken. Ik heb eigenlijk het resultaat van de zwarte thee wel aanvaard. Hoe dan ook. Ik heb geen tijd meer om mijn wol nog te herverven. Binnenkort begin ik met breien. Dan pas kan ik zien wat het doet in een grotere gebreide oppervlakte.

Hoppeblad

Ik had nog één bolletje over. Maar ik had het alweer een beetje gehad met dat bruin en had geen zin om opnieuw teleurgesteld te zijn. Maar toen zag ik iets leuks op een video Live Office Hours van juli van Sweet Georgia. En ik raakte geïnspireerd.

Ik heb de kleurstof met wol en warm water in een bokaal gedaan en achter een raam aan de zuidkant gezet. Na twee dagen (voor de zekerheid) kreeg ik een mooie frisse gele kleur. Eindelijk eens geen bruin. Woop woop. En dat nog eens op zonne-energie waarbij geen gas aan te pas komt. De hoeveelheid water is ook veel beperkter. Een absolute winner. Nu nog uitwerken hoe ik het voor grotere hoeveelheden zou kunnen gebruiken.

Ik heb alweer geleerd dat je soms beter gewoon los laat. De kleuren heb je niet altijd in de hand. Wat de kleur van je verfstof is en wat er in je verfpot zit is niet altijd het kleur dat je wol zal krijgen. En de ene soort wol wil al liever andere kleuren opnemen dan de andere soort. Stilletjes aan zal het wel goed komen. Ik heb gewoon nog veel te leren. Welke kleur is jouw favoriet?

De kleuren tonen nog net iets anders op foto dan in het echt.

Bronnen

Basis·Geen categorie

Stress, pijn en rust

Aaaah, hier ben ik weer. Eindelijk weer even tijd gevonden om stil te staan bij de afgelopen weken. Tussen de drukke dagen was ik vorige week even vergeten dat het alweer weekend was. Ik was elke dag bezig met breien voor de MKAL Autumn Dahlias. Daarnaast ook met mijn eerste (tweedehands) elektrische fiets, verjaardag van mama en mijn tante, verjaardag van mijn verhuis drie jaar geleden, workshops, spinnen, … Zoals ik vorige week (of twee weken geleden ondertussen) al zei: te veel om te doen.

Fysieke klachten

En door die drukte, merk ik ook wel dat ik weer wat meer pijn heb in mijn gewrichten, nek en schouders. Dat ligt deels aan mijn fibromyalgie. Want als ik meer stress heb, wordt ik minder mobiel. Maar dit is nu echt op specifieke plaatsen zoals mijn linkerpols, het bovenste punt van nek en mijn beide schouders.

De symptomen zijn begonnen nu ik weer meer aan het breien ben. Dus denk ik dat het veilig is om te denken aan overbelasting. Elke dag 15 rijen van meer dan 100 steken breien is een pak hoger dan ik normaal gewend ben. Maar ik wil niet opgeven. Ik zit nog altijd op schema en ik hoop dat ik het nog een week kan volhouden. Dan is de shawl af. Maar ik hou mezelf voor de gek. Daarna ga ik toch gewoon door met het volgende project.

Maar hoe kan ik mezelf ondertussen toch nog voldoende rust geven? Want een van mijn goeie voornemens was toch om meer te gaan genieten van het proces? En om te genieten wil je toch de tijd nemen hé. En het liefst pijnvrij zijn.

Mijn dokter zegt dat ijs helpt. Het is waar. En spieren die niet voldoende getraind zijn, willen meer training (heb ik van horen zeggen). Specifiek voor mijn linkerpols is dit. Maar wat met de rest? Ik wil zo lang mogelijk mijn hobby kunnen uitoefenen. Ik kan me niet voorstellen dat ik niet meer zou kunnen breien, omdat mijn handen niet meer mee kunnen. Dus zorg dragen voor mijn lichaam is belangrijk. Ik weet het. Daarom ben ik even op zoek gegaan naar wat oplossingen.

Gewrichtspijn

Als je breit, maak je heel veel dezelfde beweging op lange tijd. Of je nu Engels, continentaal of Portugees breit, dat maakt allemaal geen verschil. Je mag grote of kleine bewegingen maken, het zijn steeds dezelfde die telkens herhaald worden. En soms zit er eens een moeilijke steek tussen waardoor je de draad en naalden iets krampachtiger vast neemt. Ik denk dat dat toch niet te onderschatten valt.

Tijdens mijn zoektocht online kwam ik de oefeningen van Kaitlin Bruder tegen. Ze is een illustrator die na het tekenen ook soms last heeft van haar handen en daarvoor simpele oefeningen toepast. Na een periode van intensief breien, probeer ik deze oefeningen nu uit. En na een dikke week kan ik toch wel zeggen dat ze me helpen. Dit is dus een blijver.

Schouderpijn

Maar dan is er nog de pijn in mijn rechterschouder. Het duurde een tijdje voor ik daarvan de oorzaak door had. Als ik brei zit ik meestal in mijn zetel met armleuningen van Ikea (die zalig zit trouwens). Hierbij is mijn linkerarm ondersteund, maar mijn rechter niet. De andere armsteun is net iets te ver om makkelijk te breien. Dus is mijn ruggengraat lichtjes schuin en moet ik meer moeite doen om mijn rechterschouder omhoog te houden. En daardoor geef ik iets meer kracht op mijn linkerschouder.

Hiervoor heb ik een bijkomende ondersteuning gezocht. Eentje die ik net naast me kan leggen, zodat mijn rechterarm toch ondersteund wordt. Denk aan een kussen, maar voorlopig is het nog even mijn droomdeken 2.1. Mijn kussens zitten nog in een verhuisdoos. Als ik eventjes tijd vind, haal ik ze er wel eens uit.

Nekpijn

De pijn in mijn nek is helemaal bovenaan. Net waar die overgaat naar de schedel. Toen mijn kinesiste vroeg of ik veel naar beneden keek, viel mijn frank. Breien is constant naar beneden kijken. Kijken naar je werk, kijken naar je patroon. Veel breien is dus gelijk aan veel hoge nekpijn voor mij.

De oplossing voor deze pijn ben ik nog een beetje aan het ontdekken. Het lijkt me evident dat als ik minder pijn wil hebben, minder naar beneden kijken noodzakelijk is. Met andere woorden naar iets anders kijken dan naar je werk. Een serie op Netflix bijvoorbeeld (op dit moment Locke&Key, een aanrader trouwens). Daarom ben ik blindbreien aan het oefenen. Ik ben er nog niet helemaal, want het is niet zo eenvoudig als het lijkt. Maar ik merk toch dat het al iets beter aanvoelt. En ik brei een beetje losser, wat ook weer beter is voor mijn vingers.

Als ik dit kan blijven volhouden, hoop ik toch nog vele jaren te kunnen genieten van mijn hobby’s. En binnenkort is de shawl af en kan ik daar ook nog eens van genieten. Wat zijn jouw tips voor pijn bij het breien?

Bronnen

Inspiratie

Te veel om te doen

Help, ik ben even in shock. Er zijn nog zoveel projecten die ik dit jaar wil afwerken. En ik vrees dat het me niet zal lukken, omdat het gewoon te veel is. Want het is ook echt gewoon te veel. Oké, even rustig ademen. Geen paniek. Alles komt goed, toch?

Bezig met …

Naranja trui

Deze trui is misschien wel het meest dringend, want ik ben er al sinds eind april mee bezig. Ik maak ze voor een vriendin en ik wil haar niet te lang meer laten wachten. Maar ik weet niet zeker of ze zal passen en heb een beetje schrik dat ik weer opnieuw zal mogen beginnen.

En ik zit vast op sleeve island. Ik ben de twee mouwen tegelijkertijd aan het breien, maar ik heb er niet echt zin in. Sinds ik top-down truien ontdekt heb, lijkt het me gewoon meer werk en minder interessant. Hoog tijd dus om mijn mojo voor dit project terug te vinden.

MKAL Autumn Dahlias (door Sweet Georgia Yarns)

Deze maand loopt de 5e jaarlijkse MKAL van Sweet Georgia Yarns en deze kon ik echt niet laten liggen. In vijf weken brei je een shawl zonder te weten hoe die er uit zal zien. Je krijgt elke week een tip en breit verder tot die af is.

Dit jaar zou ik echt graag op schema blijven. De afgelopen 2 jaar is dat niet gelukt. Daarom had ik eigenlijk dit jaar de doelstelling van één tip in twee weken te doen. Maar ik ben nu nog even thuis. Dus als het dit jaar niet lukt, wanneer dan wel? En hoe sneller deze af is, hoe sneller ik het volgende project kan opzetten. Geen druk, hoor.

Mountain Mist (door Tin Can Knits)

Deze is een beetje een geheim (shhh). Ik ben deze trui aan het maken als kerstcadeau voor mijn broer en zijn twee zoontjes. De eerste voor mijn jongste neefje is bijna af.

Overlaatst had ik nog wat problemen met het opzetten voor de mouw. Maar dat heb ik gelukkig kunnen oplossen door rustig te blijven en logisch na te denken. Ik heb het niet hoeven uittrekken. De steken heb ik opnieuw correct op de naalden gekregen, zodat ik dat klein stukje kon opnieuw doen. Nu is het nog enkel draadjes inwerken en blocken. Maar het is er nog niet van gekomen.

Sjaal voor het Sjettekastje

Ik ben ook al een tijdje bezig met een sjaal voor het Sjettekastje. Het is een project met tweedehands wol. Ik brei met drie draden groen en dikke naalden. Gewoon om de mogelijkheden van kleuren combineren te bekijken. Het geeft een mooi gemarmerd effect.

Er is geen patroon om te volgen. Ik heb een aantal steken opgezet en ben alle rijen rechts aan het breien. Ribbelsteek zorgt er voor dat de kleuren mooi samenvloeien. Deze sjaal ligt nu aan de kant, maar ik zou het toch ook graag willen afwerken.

Kan niet wachten om …

Mountain Mist (door Tin Can Knits)

Voor Kerst heb ik nog twee truien te doen. Een kleintje maat 4-6 jaar en een grote mannen medium. Ik heb dus echt nog een pak werk als ik dit allemaal op tijd af wil krijgen. En ik vrees er echt voor. Zou het een schande zijn als er een half afgewerkt project in het cadeau zit?

Light Summer Shorts (door Holly C. Watson)

Toen ik met de solden op zoek was naar een short, kon ik er geen naar mijn goesting vinden. En in zo’n geval denk ik meestal dat ik het ook zelf kan maken. Dus ben ik op zoek gegaan naar een patroon en heb dit gevonden.

Ik heb de wol ook al die ik wil gebruiken. Maar alles ligt nog even aan de kant, omdat ik nog geen tijd gevonden had. Nog een goeie maand en de zomer is alweer voorbij. Misschien kan ik deze beter uitstellen naar volgend jaar. En ondertussen wat kilo’s kwijt raken.

The Shift Cowl (door Andrea Mowry)

Deze staat al zo lang op mijn to do-lijstje. Begin augustus had Andrea Mowry een verjaardagskorting en ik heb het patroon gekocht. De wol ligt ook al klaar (de prachtige Golden Comet Hen wol van Hue Loco). Ik kan dus starten, als ik de tijd vind.

Het zal waarschijnlijk mijn persoonlijk adventproject worden. Er bestaan een paar hele mooie om te volgen. Maar waarom niet een patroon kiezen die ik graag wil maken en het zelf opdelen in kleinere stukken om elke dag te breien. Misschien maak ik wel een mooi bord met vakjes. Net zoals echt.

Wedstrijd voor creagroep de Klosjes

Annick heeft een paar industriële bobijnen uitgedeeld om iets creatiefs mee te maken. Het is een kleine wedstrijd. We maken er mee wat we willen en geven minimum één bobijn aan haar terug voor eind oktober. Ze zullen allemaal getoond worden op een hobbybeurs en de bezoekers mogen er de mooiste uitkiezen. De winnaar krijgt een wolpakket. Tuurlijk doe ik mee.

Ik weet al wat ik er mee wil doen, maar kan het nog niet verklappen. En misschien zie ik het wel weer te groots. Maar het is nu of nooit. En het is een mooie kans om nog eens te haken.

Back to basics-uitdaging

Deze mag ik toch zeker niet vergeten! Ik ben net klaar met al mijn wol te spinnen, maar ben wel nog op zoek naar andere kleuren. Van zodra ik daar uit ben, ga ik er verder mee aan de slag.

Er zijn zoveel projecten waarvan ik zeg: dit is de volgende om op te zetten. Maar het kan er natuurlijk maar eentje zijn. En op een paar staat een deadline waar ik ook rekening mee wil houden. Sommige kan ik wel wat uitstellen. Op dit moment lijkt me dit een goeie volgorde:

  1. MKAL Autumn Dahlias
  2. Naranja trui
  3. Wedstrijd voor creagroep De Klosjes
  4. Back to basics-uitdaging
  5. Mountain Mist
  6. The Shift Cowl

Gelukkig ben ik meestal met twee projecten tegelijkertijd bezig. Als ik het ene beu ben, kan ik dan even verder met het andere. De rest ga ik wat uitstellen. Wat zou jij zeker nog willen maken dit jaar?

Bronnen

Back to basics

Getwijnd en al

Vorige week was ik klaar met spinnen. Deze week ben ik klaar met twijnen. En met een beetje trots kan ik je dit resultaat tonen: 6 vlechten van mijn eigen hand gesponnen wol. Wauw. Nu weet ik weer, waarom ik deze back to basics uitdaging aanging.

Twijnen

Als je een enkele draad klaar hebt, wordt die meestal nog getwijnd om steviger garen te bekomen. Bij handgesponnen wol vind je heel vaak 2-draads of 3-draads garen. Maar je kan eigenlijk zo ver gaan of je zelf wilt. Je kan ook die enkele draad houden en dat lichtjes vervilten voor stevigheid. En er zijn zelfs nog een heleboel type andere garen die je kan maken (maar dan zou ik alweer te veel uitweiden…).

De bedoeling van deze Tour de Fleece was om een 2-draads garen te maken. Dus heb ik de bobijnen stuk voor stuk getwijnd. Dat wil zeggen: van 2 draden 1 maken door ze in de omgekeerde richting te spinnen. Door de twist van de enkele draden omarmen ze elkaar dan mooi en zo wol krijgt zoals we die vanuit de winkel kennen.

Extra zorg

Maar na het twijnen ben je er ook nog niet helemaal. Door het spinnen van de enkele draad en het twijnen naar een dubbele draad zit er nu enorm veel twist en spanning in de vlecht, waardoor die alle kanten op krult.

Door ze in warm water (al dan niet met een beetje wolwasmiddel) te laten rusten en daarna licht te stretchen, krijgt de wol een deel van zijn oorspronkelijke eigenschappen terug. Zo krijg je een meer handelbaar garen. Er zijn opnieuw een paar extra stappen die je kan doen (zoals vilten en er mee op tafel slaan – ja echt), maar ik ben tevreden met het resultaat dat ik zo krijg. Daarna laat je het hangend of liggend (mijn voorkeur) drogen.

Wat gegevens

Blijkbaar heb ik toch wat meer wol gesponnen dan ik dacht. Want als ik het zo allemaal bij elkaar samentel kom ik zeker aan meer dan de 422g die ik noteerde gekamd te hebben. Maar zoveel te beter, want je hebt natuurlijk liever wat meer wol dan dat je er tekort zou hebben.

Het is me niet gelukt om elke vlecht even zwaar te maken, maar dat had ik ook niet verwacht. Ik heb telkens getwijnd tot de bobijn vol was. Of tot ik dacht dat ze vol was, want de een is dus al zwaarder dan de andere geworden:

  • vlecht 1 (vrnl): 73g
  • vlecht 2: 89g
  • vlecht 3: 85g
  • vlecht 4: 81g
  • vlecht 5: 84g
  • vlecht 6: 51g

Bij het aantal meter natellen van de eerste vlecht, merkte ik op dat ik niet aan de lengte kwam van mijn testwol. Ik had 171m op 73g (of 234m op 100g) ipv 270m op 100g. Wat ik toch jammer vond. Maar wat misschien wel normaal is, want dit is geen lopende bandwerk. En ook al heb ik zoveel mogelijk geprobeerd om dezelfde dikte aan te houden. Hier en daar zit er wat variatie in.

Zoals je kan zien, zijn er donkerdere plekken en lichtere plekken waar ik de draden heb gecombineerd. De volgorde van mijn bobijnen, zat wel goed in elkaar. Maar de eerste bol met enkele draad die wat lichter is en de tweede bol met enkele draad die ik donkerder maakte om dat te compenseren, kwamen niet in de juiste volgorde na elkaar. Waardoor het donkere stukken van de bollen samenvielen en de lichtere stukken overbleven.

Waar licht en donker elkaar wel overlappen, krijg je een gemarmerd effect. Zeker in een 2-draads garen is dat heel goed te zien, want de kleuren wisselen elkaar direct af. Dit was eigenlijk niet de bedoeling. Maar ik kon het niet anders oplossen door tijdsnood. Mijn tip aan mezelf voor volgend jaar, is zeker op tijd beginnen verven. En al was het de bedoeling niet, het geeft wel extra karakter en nuance aan de wol.

Opnieuw verven of niet?

Als ik de wol zo van ver bekijk, vind ik de kleur oké. Je ziet heel duidelijk dat het niet meer wit is, maar bruin. En eigenlijk geen lichtbruin, waar ik wel wat schrik voor had na al die lichtere verfbaden. Maar van dichterbij weet ik het zo goed niet. Ik denk dat ik het gemarmerde effect niet zo mooi vind.

Dus wil ik misschien wel een plan B maken. En dat wil zeggen dat ik weer zou verven. Maar welk kleur dan? De kleuren die ik tot nu toe verfde, vind ik minder geschikt. En een tijdje geleden zei ik vlierbes, want de paarse kleur is schitterend. Maar bessen zijn blijkbaar kleuren die heel snel vervagen en ik wil toch graag wat langer van het eindresultaat kunnen genieten.

Sinds het voorjaar heb ik niet stil gezeten en heb ik stilletjes aan geïnvesteerd in mijn eigen plantenverftuintje vooraan aan mijn huis. Ik heb een heleboel lavendel in lange bakken op mijn vensterbank gezet, samen met grote potten hibiscus en eucalyptus naast de deur op de grond, ik heb plantendelen langs de kant van de weg gevonden en ook een deel gekregen van anderen. Ik zou dus gerust een nieuwe verftest kunnen doen.

Over het garen ben ik heel tevreden, over de kleur iets minder. Hmmm, wat is jouw mening?

Back to basics

Finish

De Tour de Fleece voor dit jaar is afgerond. Ik ben aangekomen en heb netjes mijn schema kunnen volgen. Woop, woop! Maar ik ben toch ook wel blij dat het gedaan is. Het was zalig om iedere dag even zen te worden door het ritme van het spinnen. Maar de voorkant van mijn enkels zijn blij met een beetje rust.

Planning en afwijkingen

Oké, technisch gezien ben ik iets vroeger aangekomen dan mijn planning aangaf. Ik zou de volledige tour voor mannen spinnen, maar ook die van de vrouwen er bij nemen. Zo kon ik de hoeveelheid over minder dagen spreiden, waardoor ik minder op een dag hoefde te doen. Het leek me haalbaarder. Maar elke dag was ik toch nog ongeveer een uur bezig met spinnen.

Op de eerste dag bij de start van de tour, was er een kunstevenement in Bergues net over de grens met Frankrijk. Daar kon ik niet anders dan meer spinnen dan mijn planning aangaf, waardoor ik een mooie voorsprong kon nemen. Weet je nog? Die eerste dag was een tijdrit waarop ik (door het verrekenen van het aantal kilometer) 2 gram mocht spinnen. Tuurlijk deed ik meer.

En uiteindelijk heb ik ook wat minder wol gekamd en geverfd. Want ik was dat zo moe. Je zou verbaasd zijn hoeveel dat van je vraagt. Dat is urenlang trekken en duwen, je hele lijf staat onder spanning. Elke dag 4 nestjes maken, soms 8. Pff, ik had wat last van mijn schouders en spieren. Omdat ik meer dan de minimale hoeveelheid had, vond ik het best oké om niet meer voor te bereiden.

Bobijnen en cijfers

Dit is het verdict. Ik heb 6 bobijnen af, waarvan 2 met mindere hoeveelheid:

  • bobijn 1: 90g
  • bobijn 2: 97g
  • bobijn 3: 98g
  • bobijn 4: 89g
  • bobijn 5: 48g
  • bobijn 6: 47g

In totaal is dat 469g, wat me raar lijkt… Want ik kamde en verfde maar 422g. Hmm, misschien heb ik de lege bobijnen verkeerd afgewogen. Ik schreef namelijk op elke bobijn hoeveel die woog, zodat ik dat dan kon aftrekken van het volledige gewicht. Het kan dat de weegschaal verkeerd woog of dat ik fout opschreef (waarschijnlijk dat laatste, lol). Ik doe het wel nog eens opnieuw als alle bobijnen weer leeg zijn.

De verschillende kleuren bruin werden zo veel mogelijk door elkaar gemixt om een egaler resultaat te hebben, maar ik weet niet of ik er tevreden mee zal zijn. Voor alle zekerheid pas ik nog een extra verdeling toe. Ik ga bobijnen 5 en 2 combineren, daarna 1 en 4 en 3 en 6. Omdat bobijn 5 een halve is, wordt er ook een overlapping gemaakt tussen 2 en 1 en 3 en 4.

En als ik niet weg ben van het resultaat, verf ik het gewoon opnieuw in een andere kleur. Alles komt goed.

Singles en kwaliteit

Over het algemeen ben ik wel blij met de dikte van mijn singles. Ze zijn woolen gesponnen vanuit gewassen, gekamde wol. En ze zijn vrij gelijk van dikte. Al zit er een kleine variatie op (tja, ik spin ook nog maar 6 weken op het spinnewiel dat ik gebruik).

Ondertussen heb ik wel geleerd dat mijn vezelvoorbereiding nog beter kan. Wat is kemp? En hoe kan ik die verwijderen om zachtere wol te maken? De wol wassen voor het spinnen zou ook helpen en misschien wil ik nog andere voorbereidingstechnieken toepassen.

Ervaring zit er ook voor iets tussen. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen is de boodschap. Door elke dag een klein beetje te spinnen, zijn de overgangen tussen de verschillende nestjes wol vlotter geworden. Ze vallen minder op. Ik kan ook langere stukken in één keer door spinnen, waardoor ik minder tijd verlies.

Al helpt goed materiaal natuurlijk ook. Af en toe heeft het spinnewiel olie nodig om vlot te blijven draaien. Het is een wereld van verschil, geloof me maar.

De volgende stap: twijnen. Ook dat zal elke dag een beetje zijn. Te zien hoe ver ik geraak en hoeveel ik op een bobijn krijg. Ik heb er nog één over en ik kreeg de tip om de wol eerst een paar dagen te laten rusten voor er een vlecht van te maken (dank je wel, Claire). Maar eerst even vieren dat ik de eindmeet haalde. Had je gedacht dat ik het zou halen?

Bronnen

Basis

Fout of niet?

Pff, ik ben dom geweest. En ik sla er nog altijd mezelf voor over het hoofd. Waarom deed ik het? Laat het me even uitleggen en dan mag je zelf oordelen.

Mountain Mist – patroon door Tin Can Knits

Van al dat wol kammen, verven en spinnen kwam er niet veel meer van breien in huis. Maar het is me toch gelukt om het truitje voor één van mijn neefjes terug op te pikken. En wat was het zalig om nog eens te breien.

Het patroon is een rondgebreide top-down trui. Wanneer je aan de armsgaten komt, zet je de steken voor de mouwen op een hulpdraad en brei je het lijf verder in het rond. Later worden de mouwen dan van oksel tot pols gebreid.

Oneffenheden

Maar de miserie begon toen ik de steken wou opnemen voor de tweede mouw. Ik zag en voelde een kleine oneffenheid in onderliggende steken en ging er van uit dat ik een fout gemaakt had. Het zag er niet goed uit en dat wou ik rechtzetten.

Toen ik de steek liet vallen tot het punt van de oneffenheid (met het idee om met een haaknaald dan terug naar boven te werken) merkte ik een zijdelingse lus op. Ik verstond me er niet aan. Hoe kan dat nu? Wat heb ik uitgespookt? Ik wou de fout rechtzetten door steken los te maken en had er alle vertrouwen in dat het wel weer goed zou komen.

Dus ben ik de hele reeks steken beginnen uittrekken. Ik dacht dus echt dat ik fout was. Tot plots mijn frank viel. Het waren de verkorte toeren. Ik was dus helemaal niet fout. Maar nu zit ik wel met een enorme warboel van draden en steken die niet meer op dezelfde rij zitten.

Oplossingen

Hoe ga ik dat nu oplossen? Ik heb geprobeerd om de verkorte toeren terug te breien, maar heb geen referentiepunt. Tot welke steken brei ik om weer juist uit te komen? En bij een paar pogingen merkte ik dat ik nog steeds een lus overhoud. Wat wil zeggen dat ik het niet helemaal juist heb gedaan. Ik zou nu evenveel wol nodig hebben als toen ik het voor de eerste keer breide.

En toen dacht ik: als dat niet lukt, wordt het splitsen. Ik zou dan het bovenste gedeelte los maken van het lijf en de ene arm. Dan kan ik terug uittrekken tot aan het punt waar ik terug goed zit. Dan dat herbreien, zodat ik het dan later opnieuw aan elkaar kan zetten. Met andere woorden: sweater surgery.

Maar welke rij maak ik los? Ik wil wel dat het lijf en de ene mouw aan elkaar blijven. Maar ik wil ook goed zitten bij mijn tweede mouw, zodat ik niet nog meer schade heb aan het lijf. Want wat als ik het nog slechter maak?

Worst case scenario kan ik volledig opnieuw beginnen. Alles uittrekken en volledig herbreien. Ik denk niet dat dat het geval zal zijn. Maar toch ik wil het niet moeilijker maken dan het al is. En ik wil ook dat er zo weinig mogelijk zichtbaar is van de herstelling.

Plan van aanpak

Oké, even rationeel en logisch nadenken. Misschien is het toch beter om de eerste mogelijkheid nog een kans te geven. Ik kan de zijkant voor de mouw uittrekken tot ik weer op één rij zit en dan mijn verkorte toeren opnieuw proberen. Het middelpunt van de rug zal hiermee misschien kunnen helpen. Dan kan ik gaan tellen en bepalen hoeveel steken ik moet breien.

En als dat niet lukt is het toch sweater surgery. Niets aan te doen dan. Ik kan alleen maar hopen dat ik de juiste rij los maak.

Volgende keer zal ik wel twee keer nadenken voor ik een fout zal herstellen. Eerst eens goed nadenken over de opties. En in gedachten houden dat er ook af en toe een foutje in het werk mag zitten. Met andere woorden: niet te perfectionistisch willen zijn. Tja, het is soms sterker dan mezelf. Jij niet?

Bronnen

Back to basics

Halverwege Tour de Fleece

Met trots kan ik zeggen dat al mijn wol geverfd is, met wat minder trots dat ik het eigenlijk al af wou voor de Tour de Fleece zou starten. Nu zijn we halverwege en ben ik eindelijk waar ik wou zijn. Het was niet evident en er liep heel veel anders of gedacht.

Tijdsnood

Ik heb het verven enorm onderschat. In mijn planning had ik op twee weken gerekend. Eén week om alle wol te kammen en daarna een week om alles te verven. Uiteindelijk zijn het drie weken geworden van elke dag kammen en 2 fases verven. Het waren een paar zware weken. En wat ben ik nu blij dat het gedaan is.

Omdat ik eind juni al serieus aan het panikeren was, heb ik een paar bakken gezocht voor in de oven. Zodat ik een reeks daarin kon doen naast de andere reeks in mijn kookpot. Door twee reeksen tegelijkertijd te doen, wou ik een inhaalbeweging maken.

Zo zag mijn dagprogramma er uit:

  • oven 1e keer: wassen en verfbad klaarmaken
  • oven 2e keer: beitsen en verven
  • pot: wassen, beitsen, verfbad klaarmaken of verven

Voor drie weken lang (met gelukkig toch af en toe een rustdag)

De fases wisselden af. Dag 1 waste ik bad A. Dag 2 waste ik bad B en beitste ik bad A. Dag 3 waste ik bad C, beitste ik bad B en verfde ik bad A. Enzoverder. Dit was allemaal in de oven. Daarnaast had ik nog mijn kookpot met een ander ritme. Dag 1 waste ik bad D. Dag 2 beitste ik bad D en dag 3 verfde ik bad D. Omdat ik telkens maar kleine hoopjes (ongeveer 35g) per keer kon doen, had ik dus heel veel hoopjes en dagen nodig. Veel meer dus dan de geplande week.

De drukte van die dagen heb ik toch wat onderschat. Ik ben nog steeds aan het recupereren van een jaar slaaptekort. Het kroop af ten toe toch in de kleren. Zo had ik op een dag wol in het beitsbad gedaan, zonder beitsmiddel. Ik vond de afgewogen aluin de volgende dag nog in het potje op het werkblad van mijn keuken. Oeps. Dat is helaas niet meer goed gekomen.

Kleurverschillen

Ik zag online een filmpje over wol verven in de oven met acid dyes. En ik dacht dat het ook mogelijk zou zijn met natuurlijke verfstoffen. Het was pas na het wassen, beitsen en verven (3 dagen later), dat ik door had dat het toch niet zo’n goed idee was.

Ik dacht: dezelfde temperatuur en dezelfde periode, dat komt wel goed. Niet dus, op de een of andere manier waren de kleuren veel lichter. En ik weet (nog) niet waarom. De kleur van de wol die uit mijn pot komt is wel oké. Maar nu zit ik dus met heel veel licht gekleurde wol en een beetje donker gekleurde wol.

Hoe ga ik dat nu combineren? Want omdat ik niet alle wol op 1 juli voor handen had, moest ik ook wat creatief zijn om de kleuren te combineren. Hoe zou ik dat gaan aanpakken? Uiteindelijk is het een hele berekening geworden die waarschijnlijk toch niet zal kloppen. Dus ben ik van plan om te doen wat ik kan en de rest aan het lot over te laten.

Combineren en verspreiden leek me de beste oplossing. Als ik 4 bobijnen vol heb, waarvan 1 en 3 met lichtere kleuren en 2 en 4 met donkere kleuren, zou ik 1 en 4 en 2 en 3 kunnen combineren voor het twijnen. Dan komen beide draden zo gelijk mogelijk uit, dacht ik zo.

Maar het zullen waarschijnlijk 6 bobijnen worden. Want vandaag zitten we in de helft en ik heb pas bijna mijn 3e bobijn vol. Dus wordt het dan waarschijnlijk een combinatie van bobijnen 1 en 4, 3 en 6 en 5 en 2. Maar zal er genoeg kleurspreiding op de bobijnen zitten? Ik vrees er voor want elk verfbad is net dat beetje anders (wat volledig normaal is).

Volgende keer beter

Als ik het nog eens zo groot zou aanpakken, zou ik het anders doen. Zeker genoeg tijd nemen om alles te kunnen verven zoals het hoort. Zodat ik mezelf niet voorbij loop, maar er van kan genieten (zoals de bedoeling was). En zeker in mijn kookpot. Ik denk niet dat ik de oven nog zal gebruiken. Die heb ik ten slotte ook nog nodig om eten klaar te maken en het is best om dat niet te combineren.

Op dit moment ben ik nog niet tevreden van de kleur. Misschien betert dat na het twijnen. Als het eindresultaat me niet aanstaat, zal ik het oververven in een lichtere kleur. Dan heb ik lichtere en donkere stukken, maar ten miste één kleur (misschien vlierbes) in plaats van twee. Volgende keer spin ik misschien eerst al mijn wol en verf ik het daarna. Als alles getwijnd is, kan ik de check eens doen of ik zo meer wol in mijn pot kan krijgen.

Als allerlaatste oplossing kan ik nog altijd bolletjes afwisselen tijdens het breien. Dat zal heel veel maskeren. Je hebt waarschijnlijk wel al gehoord van breien met twee bollen en om de twee rijen wisselen. Maar ik zou het zelfs met de drie bollen durven. Dan is elke rij van een andere bol en valt het nog minder op.

Nu kan ik me verder gaan concentreren op het spinnen. Ik zit nog altijd op schema. Woop, woop! Al een geluk. Ik wil echt niet opgeven. Ik kan dit! Met wat ben jij bezig op dit moment?

Bronnen

Nieuwe werken

Yume

Een tijdje geleden begon ik aan het Yume patroon van Isabell Kraemer. Voor ik met dit project startte, was ik wel enorm aan het twijfelen tussen dit model en het Laia patroon. Uiteindelijk was het vooral het ajourmotief die de doorslag gaf. Ondertussen is het al eventjes af en lijkt het me nu het ideale moment om dit even met je te delen.

Details

  • Patroon: Yume (patroon door Isabell Kraemer)
  • Wol: Landlust Sommerseide van Lana Grossa kleur 4
  • Gebruikte naalden: Verwisselbare rondbreinaalden nr. 3,5
  • Mijn steekverhouding: 22 steken x 33 rijen = 10x10cm
  • Maat: XS

Wat werkte

Dit patroon is zo zalig geschreven. Rechttoe, rechtaan en heel duidelijk. De stappen worden goed omschreven en de speciale afkortingen worden uitgelegd. Het was een droom om te breien. En zeker eentje dat ik opnieuw wil doen, met lange mouwen en wol als trui voor in het najaar of de winter.

Omdat de opgegeven wol voor dit patroon niet onmiddellijk voor mij beschikbaar was en ik nog een heleboel wol aan de kant liggen had, koos ik voor de Landlust Sommerseide die ik vorig jaar kocht. En dat was eigenlijk altijd al het plan geweest. Want dit patroon staat al eventjes op mijn te breien-lijstje en ik had net deze wol gekocht voor dit patroon. In de winkel stond ik niet echt stil bij de steekverhouding. Het was puur toeval dat mijn steekverhouding dicht in de buurt kwam van die van het patroon. Ik week gelukkig maar 3 rijen af.

Wat heb ik geleerd

Dit is de allereerste keer dat ik een top-down trui (of t-shirt) probeerde. Ik had het nog nooit gedaan. En ik was verrast door het minimale naaiwerk in de afwerking. Het lijft werd in één stuk gebreid en de steken voor de mouwen werden even on hold gezet op een restje draad om later aan het lijf vast te breien .

Het opnemen van die mouwsteken had ik ook nog niet eerder gedaan. En al zeg ik het zelf, ik ben blij met het resultaat maar dit kon zeker beter. Gelukkig zit het op een onzichtbare plaats. Daarom heb ik een compromis gemaakt. Het is oké zoals het is. De volgende keer zal beter zijn.

Het patroon gebruikt een averechtse naad aan de zijkanten van het lijf. Ik had er wel al van gehoord, maar ik had het nog niet geprobeerd. Maar nu ik het in het eindresultaat zie, vind ik het prachtig. Het geeft net dat extra va va va voom (je weet wel) aan het project. Het vervangt de naad die er niet is bij rondbreien en zorgt voor een wat meer vrouwelijkheid. Deze zal ik in de toekomst zeker nog gebruiken.

Aanpassingen

Omdat dit zo’n prachtig patroon is, heb ik weinig aangepast. Eigenlijk enkel maar de opgegeven wol. En daardoor ook de steekverhouding. Voor elke 10cm heb ik 3 extra rijen gebreid om in verhouding te blijven. De rest was perfect.

Evaluatie

Ik zou het iedereen aanraden. Want niet enkel het patroon is fantastisch, het t-shirt zelf draagt ook fantastisch. En zoals ik al zei, deze wil ik zeker nog eens opnieuw maken. Schitterend gewoon. En je hebt de keuze tussen korte en lange mouwen. Je kan dus aanpassen naar keuze.

Het patroon is wel in het Engels geschreven, dus kunnen volgende afkortingen je misschien wel helpen. Ik wil zeker nog een ander patroon van Isabell Kraemer proberen (na al die andere projecten die nog op mijn te breien-lijstje staan). Wat staat er nog op jouw te breien-lijstje?

Bronnen

Back to basics

Over proeflapje en planning

C’est parti! De Tour de Fleece van dit jaar is gisteren van start gegaan. En ook al ben ik nog niet helemaal klaar met alle wol te verven, ik heb genoeg om te starten. Maar voor ik dat kan, heb ik eerst nog wat rekenwerk. Hoe ziet mijn schema er uit.

Proeflapje

Zoals je misschien wel nog weet, heb ik afgeklopt met de dunnere woolen gesponnen wol. Vorige week had ik het proeflapje daarmee klaar. Dus kan ik nu alles gaan uitrekenen. Het eerste wat ik nodig heb is mijn steekverhouding: 10 x 10cm = 25 steken x 35 rijen

De volgende stap is dat vergelijken met de steekverhouding uit het patroon (10 x 10cm = 25 steken x 26 rijen). De steken zitten goed, oef. Maar het aantal rijen wijkt enorm af. Dus klopte mijn eerdere berekening van een totaal van 230g niet meer. Dat had ik simpelweg met het regeltje van drie berekend. Maar dat klopt dus niet langer omdat de steekverhouding van de rijen compleet anders is. Ik heb veel meer rijen nodig om tot de gewenste lengte te komen.

Dus dacht ik na hoe ik het wel correct zou kunnen uitrekenen. En dan was het even logisch nadenken en terug grijpen naar wat kennis in mijn achterhoofd. Ik nam het totaal aantal steken van mijn proeflapje 25 steken x 37 rijen (incl. opzet- en afkantrij) = 1184 steken. En als ik dan nog weet dat mijn proeflapje 9 gram weegt en 1 gram 131,5steken zijn, kan ik aan de slag.

De cowl zou voor mij in totaal op 159 steken x 330 rijen komen. Met andere woorden op 52 470 steken (slik). Als ik het totaal aantal steken dan deel door 131,5 steken kom ik op 400 gram (of 1080 meter).

Oké, het is een hele berekening en het spreekt weinig tot de verbeelding. Maar mijn doel is bereikt. Ik weet hoeveel wol ik nodig heb. Voor alle zekerheid wil ik er toch nog wat meer doen. Je weet maar nooit: losse uiteinden, verlies bij het spinnen, … Zou 10% genoeg zijn? 20% is dan misschien weer te veel. 15% dus, gewoon om zeker te zijn. Dus in totaal ga ik voor 460 gram wol.

Planning

Wat kan excel (of LibreOffice Calc in mijn geval) soms toch een prachtig programma zijn. Met een simpele formule kan ik de ganse tour opsplitsen per rit. En dat dan nog in verhouding ook. Want de ene rit is langer dan de andere. En dan wil ik op die dag ook wat meer spinnen. Dus heb ik een lijst gemaakt met het aantal kilometer per stage en het totaal aantal meter en gram dat ik nodig heb.

Eigenlijk is het aantal meter pure speculatie, omdat ik dat niet zal kunnen meten. Maar om het aantal gram per rit te vinden, deel ik het aantal kilometer van de rit door het totaal aantal kilometer en vermenigvuldig ik dat met het totaal aantal gram. Zo kom ik aan onderstaande lijst.

Ik heb zowel rekening gehouden met de tour voor mannen als voor vrouwen, om het wat meer haalbaar te krijgen. Het tempo voor mannen alleen lag iets te hoog, want dat zou inhouden dat ik meer wol in minder dagen zou spinnen. Nu kan ik nog steeds veel spinnen en er meer van genieten. Want dat was toch de bedoeling, hé.

En waarom niet? Want vrouwen moeten het voor elkaar opnemen. Het is de allereerste keer dat de tour voor vrouwen gereden wordt en we zijn 2022. Hoe komt het dat dit nog niet veel eerder gebeurde, toch? Dus is dit mijn mooie schema (waar ik toch een beetje trots op ben).

De eerste twee dagen zijn meegevallen alleszins. Ik zit op schema, woop woop! Maar ik heb nog wat kam- en verfwerk te doen. Ik hoop dat het niet te veel wordt, want ik zag daarnet dat ik beitsmiddel vergeten toe te voegen aan mijn beitsbad, oeps. Alles komt goed. Dat zeggen ze, toch?

Bronnen