Nieuwe werken

Proteïneverven en kleur

Weet je nog dat ik pas kon beginnen met spinnen van mijn sokkenwol wanneer het huidige spinproject klaar zou zijn? Wel, die dag is aangekomen. En het resultaat wil ik graag met je delen vandaag. Het is de allereerste keer dat ik met proteïneverven gewerkt heb en het is nogal een experiment geworden.

Proteïneverven

Naast natuurlijke verfmiddelen heb je ook proteïneverven om wol en andere dierlijke vezels te kleuren. In plaats van planten zijn dit eerder chemische kleurstoffen. Ze geven dan ook veel fellere kleuren en dus een heel ander resultaat. In het Engels worden ze Acid Dyes genoemd, omdat je een zuur (in mijn geval azijn) nodig hebt om de kleur te laten binden aan de wol.

Het was Annick die me kon overtuigen om deze techniek te leren. Omdat ik heel bewust ben van de manier waarop ik omga met mijn omgeving, stond ik wat weigerachtig ten opzichte van chemische verfstoffen. Want je weet maar nooit. Iets dat niet natuurlijk in de wereld aanwezig is, kan eventueel schade toebrengen. Maar tijdens een workshop heeft ze me getoond dat je veel minder energie en water nodig hebt. En zo wordt komt alles weer in balans.

Proteïneverven geven ook zo’n mooie kleuren. Het resultaat is echt volledig anders en je kan het dus helemaal niet vergelijken met natuurlijke verfmiddelen. Al vind ik nu dat beide hun charme hebben. Misschien blijf ik ze in de toekomst wel beide toepassen. Wie weet.

Wol

We kleurden een mengeling van wolsoorten (waaronder Rouge de l’ouest, Swifter, Blue de maine, Masham, Merino, Wensleydale, Texelaar en English Leister). Door de wol niet te kammen en de lokken op zijn geheel in de verfpot te doen, bekom je mooie kleurschakeringen. Wat dan weer een interessant resultaat geeft tijdens het spinnen.

Na wat theorie, hebben we twee verfpotten gemaakt. Mijn eerste pot bestond uit geel, groen en blauw in strepen. Links in de pot deed ik groen. In het midden geel en rechts blauw. De volgorde heeft te maken met het bekomen van bruin wanneer bepaalde kleuren gemengd worden (in dit geval groen en blauw). Tussen het geel en blauw kreeg ik een frisser groen, die voor een hele mooie combinatie zorgde.

In de tweede verfpot heb ik geel, rood en paars gecombineerd. Maar hier wou ik eens iets anders proberen en werkte ik in cirkels. Aan de rand paars, in het midden geel en rood ertussen in. Op de een of andere manier ontwikkelde ik een kuiltje en kon het paars in contact komen met het geel. Samen geeft dat bruin. Maar ik ben eigenlijk aangenaam verrast, want het komt olijfgroen uit en ik vind het een prachtig kleur.

Spinnen

Bij het zien van die prachtige kleuren kon ik niet wachten om er mee te spinnen. Maar ik wou wel een plan hebben. Origineel was het de bedoeling om een enkele draad uit de eerste verfpot te combineren met een enkele draad uit de tweede verfpot. Maar toen was ik ook wat bang dat er te veel kleur zou zijn. Want dan krijg ik zo goed of het hele kleurenwiel in één streng. Zou dat op iets trekken?

Daarom heb ik een kleine aanpassing gedaan in het plan. Ik wou een streng met twee draden uit dezelfde verfpot elk. En met de overschot zou ik dan de mengeling maken. En het resultaat mag er zeker zijn. Van alle strengen. Ik ben even tevreden met alle drie de kleuren.

Nu heb ik drie kleuren die bij elkaar passen en die in elkaar overlopen. Ideaal om een fade-project mee te maken. Zo waar je van het ene kleur overgaat naar het andere, je weet wel. Al denk ik dat ik niet genoeg heb voor een groot project. Maar dan nog kan ik combineren met een neutrale kleur, hé.

Uiteindelijk heb ik meer wol van de ene verfpot dan van de andere. Maar voor dit project stoort me dat eigenlijk niet echt. Van streng(en) A (geel, groen en blauw) heb ik nu 77g. Van streng B (geel, groen, blauw, rood en paars) heb ik nu 55g en van streng(en) C (geel, rood en paars) heb ik nu 126g.

Ervaring

Dit was heel leuk om te doen en het heeft zeker mijn blik op wol verven verruimt. Met deze techniek is zoveel mogelijk. Al geef ik eerlijk toe dat de kleuren voor mij heel gedurfd zijn. Ook al passen de kleuren goed bij elkaar, ik heb het gevoel dat ik de volgende keer toch misschien wat meer op veilig zal spelen.

En ook het spinnen zelf was bijzonder. De verschillende soorten rassen hebben verschillende eigenschappen en vezellengte. De Wensleydale krult enorm, terwijl er andere wat ruwer zijn en de Merino dan weer zachter. Omdat ik de lokken niet kon kammen (want dan zouden al die mooie kleuren verdwijnen) vroeg het toch wat aanpassen tussen het spinnen van de verschillende lokken.

Deze wol leg ik even aan de kant tot ik weet wat ik er mee wil maken. Maar nu kan ik wel aan de slag met mijn sokkenwol. Al heb ik wel nog wat kamwerk voor de boeg voor ik zover ben. Wat zou jij met deze wol willen maken?

Bronnen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.