Basis

Draadeindjes wegwerken

Laat me even terug komen op het inwerken van de draaduiteinden. Toen ik mijn Bernadette afwerkte, heb ik de draaduiteinden ingenaaid. Maar door het vele dragen merk ik toch dat ze snel loskomen. Dus wou ik even onderzoeken wat nu de beste methode is om die draadjes weg te werken.

Als je online op zoek gaat, vind je zoveel manieren. Heel veel filmpjes en omschrijvingen hoe je dat nu het beste doet. En dan is er ook nog volgende foto als handige richtlijn. Maar hoe zit het nu juist allemaal in elkaar en welke manier is de beste?

Schuin wegsteken

Bij deze techniek werk je het uiteinde van de draad schuin door een paar lusjes aan de achterkant. Dat doe je best voor een eind van 5cm. Persoonlijk raad ik aan om de lachjes van de steek te gebruiken. Dit is de onderkant van de steek die verborgen zit aan de voorkant door de steek eronder. Hierdoor wordt het wat minder zichtbaar.

Wel opletten wanneer je de draad je hard aantrekt. Want dan gaat je werk vervormen. En dat is natuurlijk niet wat je wil. Ingrid gaf me zelfs de tip om het extra te gaan uitrekken, zodat wanneer je het stuk draagt, het minder snel zou loskomen.

Dit is de techniek die ik toegepast heb. Maar waren de uiteinden dan niet lang genoeg? Of misschien rekt de wol wat uit, waardoor de draadjes sneller er tussenuit kunnen piepen. Ik weet het niet.

Inweven

Hierbij volg je het pad van de steken. Je volgt eigenlijk met het draadeinde, de steken die je gemaakt hebt. Deze manier zorgt er voor dat je breiwerk mooi elastisch blijft. Breistudio Kim heeft een video die het heel mooi uitlegt.

Deze techniek is ook minder zichtbaar vanaf de voorkant. Al is het toch niet helemaal onzichtbaar. Daarom wil je dit vooral op minder zichtbare plaatsen doen (vb: onder de oksel, …).

Variant op inweven

Toen ik de les van Tabetha Hedrick volgde over je eerste trui breien, legde ze het nog iets anders uit. In plaats van de steek te volgen, ga je recht naar omhoog en in de volgende steek recht naar beneden. Na een paar steken keer je dan weer even terug om het allemaal goed vast te zetten.

Deze techniek heb ik toegepast op mijn raglan trui. Maar ik ben niet helemaal voorzichtig geweest en ben per ongeluk schuin gegaan ipv omhoog. Met als resultaat dat het werk aan de voorkant is beginnen vervormen.

Meebreien

Tijdens een van de femma breilessen jaren geleden gaf iemand een tip om de uiteinden een paar steken mee te nemen aan de achterkant van je werk. Een beetje zoals je zou doen bij jacquardbreien voor het kleur dat je niet gebruikt. En Tabetha Hedrick gebruikt deze methode ook.

Maar dan merkte ik dat ze zo toch redelijk snel loskomen. Maar nu ik het me zo bedenk, zou het waarschijnlijk beter zijn om die in de volgende rij ook nog even mee te breien. Zo ligt het toch weer in twee richtingen vast.

Innaaien in een naad

Dit is wat ik vroeger eigenlijk altijd deed, maar ergens (ik weet niet meer precies wanneer) ben ik er vanaf gestapt. Waarschijnlijk door het toepassen van de andere technieken. Maar volgens de lessen van Tabetha Hedrick is het dus helemaal oké om het zo te doen (als de naden niet te dik zijn).

Bij deze techniek ga je met je draad aan de ene kant van de naad er dwars door naar de andere kant. Dus niet in het breiwerk zelf. En dan keer je terug in de volgende steek. Dat doe je een paar keer en daarna keer je nog even terug in de andere richting. Zo komt alles mooi vast te zitten.

Draaduiteinde losfutselen

Nadien de draadeindjes wat los maken zou ook helpen tegen het loskomen. Ik denk dat het idee erachter een beetje zoals vilten is. Het zorg voor meer resistentie, zodat het allemaal wat langer op zijn plaats blijft.

Wat ik vroeger ook nog deed en soms nog altijd doe, is door mijn draad steken. De ideale manier om het nooit meer los te krijgen. Want dat is net niet wat je wil doen als je aan het breien bent. Dus effectief om iets vast te maken.

Conclusie

Als ik het zo allemaal even van dichterbij bekijk, stel ik vast dat er dus verschillende manieren zijn om draadeindjes in te werken. Maar dat ze ook op verschillende plaatsen van je werk toe te passen zijn. En dat denk ik, zal het grote verschil maken. Het is niet enkel één manier voor alles, maar elk stuk of draadje heeft zijn eigen manier op een bepaalde plaats.

  • Schuin wegsteken: bij een schuine rand.
  • inweven (en variant): als de naad te dik is of als je in het midden van je werk zit.
  • Meebreien: als je in het midden van je werk zit.
  • innaaien in een naad: als je bij een naad zit dat niet te dik is.

En draadeindjes losfutselen of door je draad steken helpt volgens mij altijd en kan je bij iedere manier toepassen.

Al denk ik dat ik nu toch wat steviger in mijn schoenen sta, ik denk ook dat de vrees voor losse draadjes er toch altijd een klein beetje zal blijven inzitten. Hoe maak jij eigenlijk je draadeindjes vast?

Bronnen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.